Een kabinet voor lager opgeleiden

Wat betekent de Miljoenennota voor de verschillen tussen lager en hoger opgeleiden? Op vrijwel alle onderwerpen die voor hoger opgeleiden belangrijk zijn wordt zwaar tot zeer zwaar bezuinigd. Zo zorgt de opkomst van populistische partijen voor een correctie van de diplomademocratie. 'Dit is bij uitstek een law-and-order kabinet'.  

Opleidingsverschillen zijn een bron van sociale verschillen. Loop een willekeurige straat in en je ziet ze. Hebben de huizen geveltuintjes, ja/nee-stickers op de brievenbus en staan er bakfietsen voor de deur, dan weet je dat er hoger opgeleiden wonen. Zijn de tuinen volledig betegeld, hangt er een bordje met ‘hier-waak-ik’ en hangen er rolluiken voor de ramen, dan wonen er vooral lager opgeleiden.

Opleidingverschillen leiden ook tot verschillen in politieke opvattingen. Dat speelt vooral bij sociaal-culturele issues, zoals immigratie, integratie, criminaliteit en Europese eenwording. Lager opgeleiden zijn nationalistischer en meer op law and order gericht dan hoger opgeleiden, ze willen paal en perk stellen aan immigratie, zijn vaker vóór monoculturalisme en voor strenger straffen, maken zich vooral zorgen over de leefbaarheid in hun buurt en zijn sceptisch over Europese eenwording. Hoger opgeleiden zijn vaker kosmopolitisch georiënteerd, voorstander van open grenzen en van ruime ontwikkelingshulp, en ze maken zich eerder zorgen over de natuur en de
wereldwijde klimaatverandering.

Die verschillen zijn de laatste jaren ook zichtbaar geworden in het politieke landschap. Electoraal-geograaf Josse de Voogd heeft laten zien dat in de straten met de bakfietsen wordt gestemd op sociaal-liberale partijen, zoals GroenLinks en D66. In de straten met de rolluiken stemt men vooral op nationalistische en populistische partijen, zoals Trots op Nederland, de SP en de PVV.

Dit is een kabinet van waakhonden en rolluiken
Wat betekent de Miljoenennota voor deze verschillen tussen lager en hoger opgeleiden? Het zal duidelijk zijn dat dit geen kabinet is van geveltuintjes en bakfietsen, maar van waakhonden en rolluiken. De lijn van het regeer- en vooral van het gedoogakkoord wordt komend jaar verder doorgetrokken. Op vrijwel alle onderwerpen die voor hoger opgeleiden belangrijk zijn wordt zwaar tot zeer zwaar bezuinigd: natuur en milieu, cultuur, hoger onderwijs, ontwikkelingshulp. Geen aandacht voor geveltuintjes dus en al helemaal niet voor de  ecologische hoofdstructuur. Voor bakfietsen is er overigens wel meer ruimte. Bij Infrastructuur en Milieu wordt er extra geld uitgetrokken voor fietsenstallingen bij stations. Maar in de Randstad komt er vooral ook veel extra ruimte voor asfalt en auto’s

Dit is ook bij uitstek een law-and-order kabinet, en ook in dat opzicht wordt de politieke agenda van veel lager opgeleiden goed bediend. Op sociaal-cultureel gebied is de invloed van de PVV duidelijk zichtbaar. Er wordt gewerkt aan de invoering van minimumstraffen, er komt een verbod op het dragen van boerka’s in de openbare ruimte, er komen animal cops en het landelijke nummer 1-1-4 (‘redt een dier’) wordt operationeel. Die laatste maatregelen zijn echter niet bedoeld voor de bescherming van zeggekorfslakken, kamsalamanders of korenwolven, waar de hoger opgeleiden zich druk over maken, maar vooral voor honden, katten en andere aaibare dieren.

Voor vreemdelingen worden, voorzover de EU het toelaat, de rolluiken nog verder neergelaten. Illegaal verblijf in ons land wordt strafbaar, uitgeprocedeerde gezinnen met kinderen zullen sneller worden uitgezet, de rechtsbijstand voor vreemdelingen wordt verder ingeperkt, en immigranten moeten zelf gaan betalen voor hun verplichte inburgeringcursus.

Het is, kortom, een kabinet waarbij nationalistisch Nederland zijn vingers kan aflikken. Op één uitzondering na en dat is de EU. Met Europa gaat het inmiddels zo slecht dat het kabinet zich steeds meer vóór Europese samenwerking moet uitspreken. Anders zijn de noodfondsen en garanties aan Griekenland helemaal niet te verkopen. Het kabinet gaat dan ook niet mee in de euroscepsis van de PVV en heeft veel warme woorden over voor de Europese Unie.

Henk en Ingrid zijn sociaal economisch eerder links dan rechts
Hoe zit het met de sociaal-economische dimensie, met de tegenstelling tussen overheid en markt en tussen arbeid en kapitaal? Is het ook een kabinet dat rechts is op sociaal-economisch gebied? Hier is het beeld genuanceerder. Dit is zeker geen libertair anti-overheidskabinet. Veel bezuinigingen zijn vooral ombuigingen. De overheid stoot geen taken af, maar verhoogt de lasten voor de burger, bijvoorbeeld bij de kinderopvang en in de zorg. Opvallend is ook dat op sommige terreinen, zoals bij de kinderbijslag en kindgebonden budgetten, maar ook in de zorg, bij de tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten en de algemene heffingskorting,  bijdragen inkomensafhankelijk worden gemaakt. Dat geldt ook voor de invoering van een sociaal leenstelsel in de masterfase van het hoger onderwijs. Daarmee worden lagere inkomens, en daarmee de lager opgeleiden, verhoudingsgewijs gespaard.

Hogere lasten en inkomensnivellering zou je niet verwachten van een kabinet waarbij ‘rechts zijn vingers aflikt’. Ze lijken tenminste voor een deel op het conto te komen van de PVV. Wilders is ooit rechts de VVD uitgestapt, en was een geharnast criticus van de verzorgingsstaat, maar heeft zich om electorale redenen de laatste jaren steeds meer ontpopt als een verdediger van diezelfde verzorgingsstaat. Henk en Ingrid mogen dan wel nationalistisch en van de law and order zijn, in sociaal economisch opzicht zijn ze eerder links dan rechts.

In een kennissamenleving bepaalt opleiding immers ook je sociale en maatschappelijke positie. Lager opgeleiden verdienen minder dan hoger opgeleiden, zijn veel vaker werkloos, worden eerder ontslagen en vinden minder snel een nieuwe baan. Lager opgeleiden leven ook bijna zeven jaar korter dan academici en hebben vaker en langer last van chronische ziekten. Ze hebben daarom veel te verliezen bij al te rigoureuze ingrepen in de sociale zekerheid, het ontslagrecht, of de zorg. Wilders lijkt zich dat te hebben gerealiseerd en staat nu – bien étonnés de se trouver ensemble - samen met de SP en de PvdA pal voor de belangen van de ‘kleine man’.

De Miljoenennota doet dan ook sterk denken aan het beleid in Denemarken: behoud van de verzorgingsstaat, in combinatie met een zeer restrictieve, nationalistische immigratiepolitiek. In de sociologie heet dat ook wel verzorgingsstaatchauvinisme. In gewone mensentaal: eigen burgers eerst. Daarmee is dit een kabinet, vooral in sociaal-cultureel, maar deels ook in sociaal-economisch opzicht, eerder een kabinet voor lager dan voor hoger opgeleiden. Zo zorgt de opkomst van populistische partijen voor een correctie van de diplomademocratie.

Mark Bovens en Anchrit Wille zijn verbonden aan de Universiteit Utrecht, respectievelijk de Universiteit Leiden. Ze publiceerden eerder dit jaar het boek Diplomademocratie.

Foto: Bas Bogers