Toen ik bij het Javaplein mijn pas vertraagde werd ik overmand door een ongemakkelijk gevoel. Waarom toch altijd zo zuur? Wat is er mis met mensen die zich inzetten voor de buurt? Waarom niet meedoen met de samenzang? Misschien moet ik, net als in Dank U, eens een andere toonsoort opzoeken. Twee dagen heb ik mijn averechtse spieren gemasseerd. De kramp bleef. Dan moet er een ratio voor zijn. Anders zou ik ook niet kunnen verklaren dat de verstijving niet alleen optreedt bij allerlei communities in de Indische Buurt maar ook bij zo ongeveer alle bijeenkomsten in Pakhuis de Zwijger (foto), bij alle recente publicaties over burgerkracht en vooral bij alle blogs en tweets waarin jubel de winnaar is en kritiek de verliezer.
Misschien helpen onderstaande waarnemeningen.
Wat gewoon is wordt als bijzonder beloond
Het lijkt wel alsof we collectief zijn vergeten dat het van alle tijden is dat burgers samen dingen regelen. Sporten, muziek maken, volkstuintjes aanleggen. Anno 2013 heet dat laatste een doetuin en beloont de gemeente dit burgerinitiatief met 10.000 euro. Ander voorbeeld: een paar vriendelijke mensen willen het isolement onder ouderen bestrijden en bedenken een cursus fotografie. Dat levert ze 22.500 euro op. Iemand anders leert de buren schilderen: 8350 euro. Of geeft als vrijwilliger schaakles aan kinderen: 14.235 euro. Mensen met schulden helpen: 10.500 euro (bron: gemeente Amsterdam, monitor Bewonersinitiatieven Wijkaanpak en Subsidieregister Sociaal Domein, stadsdeel Amsterdam Oost). Het klassieke aanbod van het oude buurthuis is daarmee gedecimeerd, versnipperd en vermarkt tegen omgerekend hogere kosten per activiteit.
Wat professioneel geregeld was, wordt amateuristisch nagebootst
In de voormalige buurthuizen waar het nu doedemocratie voor en cocreatie na is op kosten van de overheid, viert gerommel hoogtij. Terwijl de klassieke instellingen aan de meeste zotte regels moeten voldoen is alles wat burgerkracht heet vrijgesteld van veiligheidseisen. Voorspelbaar is de wereld van de burgerkracht evenmin: vandaag is het deze community, morgen een andere. Flexibel zijn de initiatieven. Zo vluchtig als een tweet.
Hobbyboertjes vinden het heerlijk
Natuurlijk, jonge creatieve types benutten de ruimte die ze krijgen. Ze hobbyen erop los met op zich sympathieke initiatieven rond cultuur, natuur en economie. Ik kan ze geen ongelijk geven. Allemaal in plaats van dat aanbodgerichte welzijnswerk dat hoorde bij die ouderwetse verzorgingsstaat. Maar wat heeft de burger-die-het-zelf-niet-redt hieraan? Niks. Dat geeft op zich ook niet. Maar wees dan creatief op eigen kosten, zou ik zeggen. Daar denkt de overheid echter anders over.
De overheid wil de boot niet missen
Stel je voor: je bent gekozen door het volk en wilt de tijdgeest op zijn staart trappen. Dan reis je af naar Pakhuis de Zwijger en geef je een dikke like aan elk burgerinitiatief. Dat is het spel boven de tafel. Onder tafel worden intussen de steekpenningen betaald. Net passeerden al wat bedragen die burgerinitiatieven opstrijken zonder overigens een tegenprestatie te hoeven aantonen. Maar wat kosten Pakhuis de Zwijger zelf, De Meevaart, de Noorderparkkamer en de Tolhuistuin, en wat levert het buiten al dat geschrijf, gejubel en geconfereer eigenlijk op voor de doorsnee-burger? De Meevaart alleen zit al op ruim 300.000 euro subsidie per jaar zonder dat een prestatie geëist wordt.
Geen daden maar woorden
Het gewapper, gefeest, getwitter kent geen maat. Successen vieren is regel, kritisch discussiëren ouderwets. Iedereen die meedoet is een held en moet worden vereerd. Uit heel Europa bezoeken delegaties De Meevaart en het Makassarplein. Rutte en Roemer lopen de deur plat bij de Makkies (buurtgebonden nepgeld). Met de regelmaat van de klok worden feestjes gehouden om een straathoek te openen, een zebrapad terug te geven aan de buurt, samen soep te eten, een fotomoment met een wethouder te regelen. De etalage van de burgerkracht ligt vol schitterende waar.
Maar de werkplaats is leeg. Het is er stil. De stilte die ook heerst in Het Karrewiel, De Meevaart en De Evenaar (drie grote gebouwen in de Indische Buurt die in handen zijn van de burgerij) als er even geen Haagse delegatie langskomt of een conferentie over burgerkracht wordt gehouden.
Slordig werk van de wetenschap
De Tilburgse wetenschapper Gabriël van Brink sloeg steil achterover toen hij hoorde hoe eenvoudig en effectief de stichting MOI (10.500 euro) de schulden van mensen aanpakt. Het is allemaal zoveel beter dan de overheid. Domme, domme overheid. Binnen het circuit van journalistiek, wetenschap en overheid is aandacht voor de financiering en de feitelijke effecten schaars. Alle aandacht gaat naar het verhaal. Zo past Van den Brink in zijn recent verschenen boek Culturele Kansen de statistieken aan zijn verhaal aan, terwijl je toch andersom zou verwachten. Nederland wordt harder en crimineler, betoogt hij, en haalt er een stokoude grafiek bij die aan moet tonen dat het aantal geweldsdelicten alsmaar toeneemt. Terwijl elk onderzoek aangeeft dat dat aantal al tien jaar afneemt. Het CBS laat een duidelijk dalende trend zien: van 7,5 geweldsdelicten per 1000 inwoners in 2005 naar 6,5 in 2012.
Maar ja, dat past niet bij de stelling dat sociale ondernemers de boeven gaan verslaan. En juist die stelling gaat er in als koek bij de opdrachtgever van het onderzoek: de gemeente Amsterdam, tevens financier van De Zwijger, waar Van den Brink zijn eigen statistische werkelijkheid onlangs nog eens predikte. Wetenschap moet wijken voor het geloof. Dat brengt ons bij de laatste waarneming.
Klappen en zingen, geen kritiek
Klappen en zingen. Nooit over geld praten. Het is opvallend dat in Sociaal Doe-Het-Zelven (Jos van der Lans en Pieter Hilhorst) critici bij voorbaat worden weggezet als cultuurpessimisten. Nu zou dat allemaal nog door de beugel kunnen als er intussen in de Indische Buurt nuttig werk wordt verricht. ‘De Indische Buurt is in veel opzichten een voorloper op actief burgerschap en nieuw welzijn in Nederland’. Dat zijn de woorden in ‘Culturele Kansen’. De werkelijke oogst steekt daar schril tegen af. Makkies doen het uitstekend in de pers en bar slecht in de praktijk. De Meevaart is leeg als er geen rondleidingen zijn. Het Karrewiel heet een draaiend burgerinitiatief te zijn, maar is bijna altijd dicht, wat ik op zich logisch vind, maar vanwaar dan de suggestie dat het bruist zoals in ‘Culturele Kansen’ te lezen is? De Evenaar kent een paar huurders en is verder vooral een leeg schoolgebouw. Allemaal gerund door aardige mensen met goede bedoelingen. Allemaal heel gewoon. Allemaal geen reden om zo hoog van de toren te blazen.