COLUMN Strijdlust en hebzucht

Redelijkheid, rechtvaardigheid en menselijkheid lijken zoek, vooral nu het weer misgaat in het Midden-Oosten. Maar we kunnen het ons niet veroorloven om leugen, onrecht, hebzucht en eerzucht onbelemmerd hun gang te laten gaan, schrijft docent-onderzoeker Sebastian Abdallah.

‘De huidige generatie probeert wanhopig enige betekenis te geven aan hun leven en aan de wereld. […] Ze hebben de bijna ongelooflijke idiotie van ons politieke leiderschap gezien […]; vandaag de dag worden ze met minachting bekeken. […] van politie en justitie tot “het systeem” zelf. We leven in een wereld van massamedia die dagelijks de inherente hypocrisie van de samenleving, haar tegenstrijdigheden en het schijnbare falen van bijna elk facet van ons sociale en politieke leven blootlegt. De jongeren hebben hun “activistische” participatieve democratie zien veranderen in haar antithese: nihilistische bombardementen en moord. […] De zoektocht naar vrijheid lijkt geen enkele weg of bestemming te hebben. De jongeren worden overspoeld met een spervuur ​​aan informatie en feiten die zo overweldigend zijn dat de wereld een volslagen gekkenhuis is geworden, waardoor ze in razernij ronddraaien, op zoek naar waar de mens vanaf het begin der tijden altijd naar heeft gezocht: een manier van leven. dat een bepaalde betekenis of zin heeft.’

Waarom zo barbaars

Het voorgaande schreef Saul Alinsky in Chicago in 1971. Veel, zo niet alles hiervan, klinkt vijftig jaar later als hedendaags. Vooral nu het weer misgaat in het Midden-Oosten lijken redelijkheid, rechtvaardigheid en menselijkheid zoek. Met afgrijzen en ongeloof kijken we naar de gruwelen die zich voltrekken. We vragen ons af waarom het elke keer zo flink mis gaat daar. En waarom zo barbaars. Onbewust maken we onszelf zo toeschouwers van een schouwspel dat compleet anders is dan en ver verwijderd van onze realiteit. Toch zijn we er meer mee verbonden dan we denken.

Mensen raken zich nog eens bewust van zaken die in het Midden-Oosten structureel mis zijn

Er zijn mensen die ‘profetische’ wijsheid opschreven en belichaamden, hun inzichten lijken tijd en plaats te ontstijgen. Van Joodse, Arabische en andere afkomst. Ze laten zien hoe anders te kijken naar wat er gebeurt. Dat maakt dat we anders kunnen handelen. Het sociaal-culturele domein is rijk aan inzichten om mensen in bescheiden alledaagse professies en posities koers en houvast te bieden.

Tussenruimte

Niet iedereen kijkt met afstand. Mensen herdenken en eren de slachtoffers, ze demonstreren om druk te zetten op de overheid om zich uit te spreken, tot actie te komen, de macht en invloed van de Nederlandse regering te gelde te maken. Het maakt emotioneel veel los. Mensen raken zich nog eens bewust van zaken die in het Midden-Oosten structureel mis zijn. En slachtoffers daar herinneren mensen hier eraan hoe zij – op heel andere manieren – buitenbeentjes, underdogs, slachtoffers zijn.

Docenten, jongerenwerkers en andere professionals in het publieke domein krijgen dit er even bij

In de discussies en uitingen vermengen de observaties van onrecht ver weg zich met de beleving van onrecht dichtbij. Docenten, jongerenwerkers en andere professionals in het publieke domein krijgen dit er even bij. Ze moeten hun reguliere werk doen, daarnaast voelen ze een appèl – en krijgen ze vaak de opdracht – om op te treden.

Dat pakt soms mooi uit. Maar vaker gaat het moeizaam. Ze proberen het gesprek ‘rustig’ en ‘zuiver’ te houden. Dus niet de kwestie daar vermengen met eigen pijn. Maar de onrustige gevoelens en de vermenging van ‘hier’ en ‘daar’ zijn niet per se problemen die we moeten ‘oplossen.’ Ze zijn gegevenheden die we mogen leren herkennen en erkennen.

Hannah Arendt (1906-1975), de Joods-Duitse historicus en filosoof, gevlucht uit Nazi-Duitsland, noemde dat een tussenruimte. De samenleving als een tafel waaraan we zitten, die we samen hebben gemaakt, en die we alleen kunnen begrijpen als we ieders perspectief leren begrijpen. Het eigen perspectief opleggen als hét perspectief is een eenzijdig en armoedig begrip van de samenleving.

Wegverklaren

Erkende tussenruimte kan openheid geven om te beseffen wat werkelijk onze aandacht en energie verdient. Het dominante frame stelt nu Israël tegenover Palestina, Joden tegenover Arabieren, en eventueel moslims tegenover niet-moslims. Maar dit verklaart niet zozeer wat er gebeurt, maar het ‘verklaart het weg,’ it does not explain, it explains away.

We willen vrede in het Midden-Oosten, maar de wapenindustrie is belangrijk voor de wereldeconomie

Het is ergens nobel om in Nederland joden en moslims bij elkaar in dialoog te brengen. Maar de context is nog steeds die van geïnstitutionaliseerde hebzucht, eerzucht en gemakzucht. In een parallel proces mogen burgers en andere partijen pleiten voor groene duurzaamheid zoveel ze willen, maar de hebzucht van Shell, Unilever, Ahold, Achmea, ABP en ING is wettelijk verankerd. En aangezien zij de ‘pilaren’ van de samenleving zijn, blijft hun hebzucht gewaarborgd.

We willen vrede in het Midden-Oosten, maar de wapenindustrie is belangrijk voor de wereldeconomie. Op de website van mijn pensioenfonds staat: ‘We beleggen in wapens, niet in oorlogen.’ Terwijl we dus kijken met afgrijzen naar de ‘barbaarse praktijken’, hebben we die wel nodig om na ons werkende leven een comfortabel bestaan te behouden. We zijn misschien geen hooligans, maar op z’n minst wel supporters van het schouwspel.

De statische en exotische categorieën waarmee we de ‘ander’ tot fundamenteel anders verklaren, verhullen meer dan dat ze verduidelijken. Ze verlammen ons ook, want we denken geen aanknopingspunt te hebben. En het komt al helemaal niet in ons op om de pilaren van hebzucht aan te spreken.

Domesticeren van mensen

De cultuurwetenschapper Edward Said (1935-2003), van Palestijnse afkomst, analyseerde dit als de Oriëntalistische blik waarmee het Westen naar het Midden-Oosten kijkt. De Braziliaanse pedagoog Paulo Freire (1921–1997) noemt dit het ‘domesticeren’ van mensen. We zitten vast in categorieën die elke mogelijkheid belemmeren op werkelijke bevrijding.

We moeten dominante, afleidende categorieën bevragen, zoeken naar taal die beter weergeeft hoe de wereld is

De Libanese dichter en kunstenaar Gibran Khalil Gibran (1883–1931) had in een van zijn teksten een ‘profeet’ als personage met een kritiek, of eigenlijk een klaaglied, dat meerdere samenlevingen, ver en dichtbij, vandaag aandacht zouden moeten geven:

‘Pity the nation that wears a cloth it does not weave, eats a bread it does not harvest, and drinks a wine that flows not from its own winepress.

Pity the nation that acclaims the bully as hero, and that deems the glittering conqueror bountiful […]

Pity the nation whose statesman is a fox, whose philosopher is a juggle, and whose art is the art of patching and mimicking.

Pity the nation that welcomes its new ruler with trumpetings, and farewells him with hootings, only to welcome another with trumpetings again.

Pity the nation whose sages are dumb with years and whose strong men are yet in the cradle.

Pity the nation divided into fragments, each fragment deeming itself a nation.’

We moeten durven de dominante, afleidende categorieën te bevragen en te zoeken naar taal die beter weergeeft hoe de wereld is. Dan is er aanzet om de wereld te veranderen.

Moderne sociale actie

Saul Alinsky (1909-1972) was de zoon van Joods-Russische migranten in Chicago. Hij maakte als volwassene bewust de opkomst van het nazisme mee, en besefte de noodzaak om verzet te plegen. Hij is een soort grondlegger van moderne sociale actie. Hij schreef een boek Rules for radicals om mensen te helpen realistisch en succesvol te rebelleren.

Wij in de bescheiden alledaagse professies en posities, kunnen het geweten van onze samenleving aanspreken

Voor zowel Freire als Alinsky was radicaal zijn niet een probleem, maar een noodzaak. Ze keurden geweld af, maar we moeten wel ver gaan in het voorstellen van een betere samenleving, en het actief, planmatig en praktisch werken aan die voorstelling.

Alinsky stond bekend om de veelheid van type acties die tot onze beschikking zijn om aandacht te trekken en verandering te brengen, in het voordeel van voorheen machteloze mensen. Dat kan op meer community-achtige manieren die mensen samenbrengen rond kunst, opknapbeurten, en sociale ontmoeting en verzoening. Maar ook op meer activistische manieren, waaronder schrijven, mailen, afspreken met sleutelpersonen, monitoren of gemaakte afspraken nagekomen worden.

Dit kan als de verhoudingen nog redelijk goed zijn. Als sleutelpersonen/machthebbers niet willen luisteren of meewerken, kan je overschakelen naar verstoring van business as usual door vergaderingen of persconferenties binnen te vallen, fysieke of figuurlijke blokkades op te werpen, (mini)documentaires te maken met een tegengeluid, et cetera.

De Amerikaanse jurist en historicus Mary Frances Berry (85) staat in deze traditie. Je hebt verschillende en vaak ook gelijktijdige acties nodig om iets teweeg te brengen. Het vergt nadenken. Je moet creativiteit en verbeeldingskracht gebruiken om de aandacht van het publiek te trekken.’ Ze weet waar ze over praat. Ze werkte samen met Martin Luther King in de burgerrechtenbeweging en werkte mee aan de bevrijding van Nelson Mandela.

Niks doen is geen optie

Er is veel te bereiken en er zijn veel middelen en methoden tot onze beschikking. We hebben nog lang niet onze mogelijkheden uitgeput. Het idee dat we ‘alles al geprobeerd hebben’ en ‘niks eigenlijk echt zin heeft’ stemt vooral degenen tevreden die de structuren van hun hebzucht en eerzucht op orde hebben.

Wij die in de bescheiden alledaagse professies en posities zitten, kunnen het geweten van onze samenleving aanspreken en aanwakkeren, mensen tot nieuwe acties aanzetten, waarheid spreken en genadevol handelen. We kunnen het ons niet veroorloven om leugen, onrecht, hebzucht en eerzucht onbelemmerd hun gang te laten gaan.

Sebastian Abdallah is programmacoördinator ‘De Politieke Kloof’ in het Centre of Expertise Urban Education bij de Hogeschool van Amsterdam. Hij doceert bij Sociaal Werk en is zelfstandig trainer en adviseur.