Pleidooi voor revolutie in de zorg

In het zorgstelsel wordt veel tijd en geld verspild. Ook is er weinig vertrouwen tussen patiënten, professionals en verzekeraars. Als de zorg weer dienstbaar wordt aan de relatie tussen patiënt en zorgverlener gaan de kosten omlaag, betoogt Jos de Blok in een vandaag te verschijnen boek.

Rondom de zorg is de afgelopen jaren binnen overheden een sfeer ontstaan waarin het doel van kostenbeheersing alle middelen heiligt. De resultaten zijn niet vrolijk stemmend. We zien zorgorganisaties waar het hoofdzakelijk over geld en spreadsheets gaat, waar window dressing voorop staat en zorg verlenen ‘productie draaien’ heet, waar heel veel geld en tijd gaat naar administratie, communicatie en bestuurlijke drukte, waar zelfs accountants niet meer snappen hoe de geldstromen lopen, en waar duur betaalde adviseurs de dienst uitmaken.

Zorgstelsel gekenmerkt door wantrouwen en verspilling

Er wordt in dit stelsel heel veel geld en tijd verspild. Uit ons eigen onderzoek blijkt dat Nederlandse ziekenhuizen inmiddels 20 procent aan overhead besteden en daarmee internationaal op nummer 2 staan na de VS (ruim 25 procent). Uit een eerder onderzoek (2010 ) bleek al dat in alle zorgsectoren samen gemiddeld 38 procent van de tijd van zorgverleners opging aan werkzaamheden die niet met de zorg zelf te maken hadden, direct noch indirect. De ziekenhuiszorg spande de kroon: in die sector besteedden professionals bijna de helft van hun tijd (46 procent) aan niet-zorgtaken.

Het vertrouwen tussen de verschillende ‘spelers’ in het zorgstelsel is weggelekt. Het vertrouwen van gezondheidszorgprofessionals in zorgverzekeraars is momenteel historisch laag. Tachtig procent van hen geeft aan weinig tot geen vertrouwen te hebben in de goede intenties van zorgverzekeraars. Dan de burgers: slechts iets meer dan 25 procent van de bevolking heeft veel of heel veel vertrouwen in zorgverzekeraars. De zorgverleners en de burgers vertrouwen de zorgverzekeraars dus nauwelijks. Zo kan het niet langer.

In het jaar 2015 zijn de huisartsen met de beweging ‘Het Roer Moet Om’ in opstand gekomen tegen de zorgbureaucratie en de afgedwongen marktwerking. Een deel van hun eisen is verhoord of dient als startpunt voor verder overleg. Naar verwachting zal er voor huisartsen het een en ander verbeteren. Het is goed dat de koers voor de huisartsen wordt gewijzigd, maar daar mag het niet bij blijven! Voor een echte kanteling zullen heel veel meer zorgverleners en patiënten de handen ineen moeten slaan. Het Alternatief voor de zorg streeft ernaar de Roer Moet Om-beweging te verdiepen, te verbreden en te verduurzamen. De belangrijkste pointe van ons boek is dat goede en betaalbare zorg alleen mogelijk is als het gehele zorgstelsel dienstbaar wordt gemaakt aan de relatie tussen patiënt en zorgverlener. De blik die nu in het zorgstelsel naar boven is gericht, opkijkend naar het machtige apparaat, moet weer horizontaal vooruit gericht zijn: op de werkvloer.

Drie routewijzers voor een omslag die moet én kan

Uit allerlei bestaande initiatieven blijkt dat het anders kan. We doen een oproep om met zijn allen eens ‘om te denken.’ De organisaties die erin slagen de zorg vorm te geven vanuit de oprechte en authentieke doelstellingen en motivaties van zorgverleners boeken in alle opzichten voortreffelijke resultaten. Bovendien is de zorg die zij bieden op de lange termijn minder duur dan die van de ‘traditionele’ organisaties met hun bureaucratie en managementslagen. Er gaat veel waarheid schuil in de praktische wijsheid: ‘Als je focust op kosten gaat de kwaliteit omlaag, als je focust op kwaliteit gaan de kosten omlaag.’

Ten onrechte horen we maar weinig meer van de kosten-batenanalyse van econoom Marc Pomp uit 2010. Hij rekende voor dat het rendement van de Nederlandse zorg ruim 30 procent is en dat deze dus ‘prima waar voor zijn geld levert’. Wanneer we de potentieel aanwezige, positieve krachten in de zorg weten te ontketenen, kanaliseren en faciliteren, staat de Nederlandse zorg er straks pas echt goed voor. Wij bepleiten een omslag van kostenbeheersing naar kwaliteitsverbetering. In het zorgstelsel moet de zorg rondom de patiënt worden georganiseerd en gebaseerd zijn op vertrouwen in de kennis en kunde van zorgverleners. De regie over kwaliteit van zorg is aan de zorgverlener (en de beroepsorganisatie) en aan de patiënt (en patiëntenorganisatie).

Stimuleer dat zorgverleners en patiënten zich gezamenlijk inzetten voor een nog betere onderlinge afstemming en verbetering van de kwaliteit van de zorg. Maatwerk dient daarbij leidend te zijn; de huidige trend naar schaalvergroting past daar niet bij. De focus moet liggen op het vakmanschap, de bezieling van zorgverleners en de ‘verbinding’ met de patiënt. Door dit centraal te stellen en zo te werken, bevorderen we samen duurzame, goede en betaalbare zorg.

Wij zien de volgende routewijzers voor deze omslag van kostenbeheersing naar goede zorg op maat.

Ten eerste: geef en neem vertrouwen als basis. Laten we in het stelsel zo min mogelijk van wantrouwen uitgaan. Niet de zorgverzekeraars moeten met zorgverleners discussiëren over wat patiënten nodig hebben, dat moeten patiënten samen met zorgverleners doen. Burgers dienen te allen tijde vrij te zijn in de keuze van hun zorgaanbieder. Zorgverzekeraars en zorgverleners moeten hen daartoe in staat stellen.

Ten tweede: verminder de bureaucratie. Zorgverzekeraars dienen een positieve, faciliterende rol te hebben, vooral in de financiële afhandeling. Laten ook zij het vertrouwen en de beroepseer van zorgverleners als leidraad nemen. Stel het verminderen van de bureaucratie-kosten centraal. Maak het mogelijk dat zorgverlener en patiënt gezamenlijk maximaal gericht zijn op elkaar en zo min mogelijk op administratie en regels. Financiële administratie en verantwoording zijn veel te ingewikkeld en bureaucratisch geworden. Versimpel dit.

Ten derde: laat de zorg de patiënt zoveel mogelijk onafhankelijk maken. Goede zorg op maat draagt bij aan herstel en maakt onafhankelijk van professionele zorg. Professionele zorgverleners willen en moeten patiënten in een verantwoord tempo zoveel mogelijk onafhankelijk van hulp maken. Echte participatie komt voort uit het versterken van het zelfvertrouwen van patiënten. Het weer op eigen benen helpen, en het betrekken van de familie en de omgeving daarbij en het werken aan preventie; dat is waar het vakmanschap van professionals ook op gericht moet zijn.

De gewenste ommekeer kan alleen slagen wanneer politici, ‘buitenlui’ en professionals de patiënt centraal stellen. Laat de zorg en zorgprofessionals zélf, samen met patiënten, het ‘beleid’ maken, in plaats van beleidmakers zonder echte affiniteit met de zorg. Met zorg op maat en beroepseer als leidende principes.

Jos de Blok is oprichter en directeur van de thuiszorg organisatie Buurtzorg. Herman Suichies is gepromoveerd huisarts, SCEN­arts, lid van comité ‘Vrije artsenkeuze’ en bestuurslid VPHuisartsen. Lewi Vogelpoel is praktiserend radioloog en actief bepleiter van vrije artsenkeuze. Thijs Jansen is medeoprichter en directeur van de Stichting Beroepseer en onderzoeker/docent verbonden aan de Universiteit Tilburg. Op 17 november verscheen de door hen samengestelde bundel ‘Het alternatief voor de zorg. Humaniteit boven bureaucratie’ bij uitgeverij Boom te Amsterdam.