4 en 5 mei: voor alle Nederlanders?

Zijn de Dodenherdenking op 4 mei en de Bevrijdingsdag een exclusief ‘wit’ feestje of dagen van nationale verbondenheid? Uit onderzoek van socioloog Sabrina de Regt blijkt dat de rituelen bij kunnen dragen aan verbinding. En tegenwicht bieden aan het gepolariseerde publieke debat.

Elk jaar worden op 4 mei de Nederlandse oorlogsslachtoffers herdacht en op 5 mei de vrijheid gevierd. De gedachte erachter is dat deze dagen goed zijn voor de nationale verbondenheid. Zo sprak onze premier Mark Rutte eerder op de Dam tijdens de Nationale Dodenherdenking over herinneringen die verbinden. Ook in de wetenschap bestaat het idee dat nationale dagen zorgen voor nationale verbondenheid, maar is dat ook zo? Hoe groot is eigenlijk het draagvlak voor deze dagen? Doen Nederlanders actief mee aan 4 en 5 mei? Betekenen 4 en 5 mei voor alle Nederlanders hetzelfde: één natie, één verhaal? En, tot slot, voelen Nederlanders zich echt verbonden met andere Nederlanders op deze dagen?

Belangrijk voor alle Nederlanders?

Afgelopen maand werd bekend dat winkeliers in Rotterdam van plan waren een koopavond te organiseren op 4 mei. Voor het eerst zou er gewinkeld kunnen worden tijdens de Nationale Dodenherdenking. Uiteindelijk ging dit niet door, maar dergelijke incidenten doen vermoeden dat de steun voor 4 en 5 mei afneemt.

Bron: Nationaal Vrijheidsonderzoek

Elk jaar wordt het draagvlak voor 4 en 5 mei gemonitord in het Nationaal Vrijheidsonderzoek. Hieruit blijkt dat de steun voor 4 en 5 mei onverminderd groot is. Ongeveer 80 procent van de Nederlanders vindt 4 mei (heel) belangrijk en ongeveer 75 procent geeft aan 5 mei (heel) belangrijk te vinden. Ofwel, het draagvlak voor 4 en 5 mei is relatief stabiel en de steun ervoor niet structureel afgenomen.

Veel Nederlanders doen actief mee aan 4 en 5 mei. Zo is bijna 90 procent van de Nederlanders 2 minuten stil op 4 mei. Daarnaast is ongeveer 75 procent van de Nederlanders ook op een andere manier bezig met 4 mei, bijvoorbeeld door de vlag halfstok te hangen, een herdenking bij te wonen of 4 mei te volgen in de media. Ongeveer 60 procent van de Nederlanders doet mee aan 5 mei. Zo bezoeken ongeveer 1 miljoen Nederlanders per jaar de Bevrijdingsfestivals. Ook de vlag uithangen, activiteiten in de buurt bezoeken en de Tv-uitzending van het Concert op de Amstel kijken zijn populaire activiteiten op die dag.

Eenheid in diversiteit?

Hoewel de steun voor 4 en 5 mei groot en stabiel is, is er wel regelmatig discussie over de inhoud van deze dagen. Dit jaar riep de actiegroep ‘Geen 4 mei voor mij’ bijvoorbeeld op om tijdens de Nationale Dodenherdenking lawaai te maken.  Dit omdat er op 4 mei enkel aandacht zou zijn voor de witte slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Vorig jaar was er discussie of omgekomen vluchtelingen wel of niet herdacht moesten/mochten worden. Dit roept de vraag op wie Nederlanders nu eigenlijk herdenken?

Uit eerder onderzoek van de afdeling Sociologie van Universiteit Utrecht komt naar voren dat Nederlanders breed herdenken. Slechts een minderheid - 30 procent - denkt enkel aan slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. De meeste Nederlanders - 70 procent - herdenken ook slachtoffers van andere oorlogen en vredesmissies. Verder staat slechts een minderheid – 29 procent - enkel stil bij Nederlandse oorlogsslachtoffers. De meeste Nederlanders – 71 procent - herdenken ook oorlogsslachtoffers uit andere landen.

Al deze verschillende perspectieven zijn mooi te integreren in de Nationale Dodenherdenking. Zo wordt de Nationale Dodenherdenking zeer positief gewaardeerd, vooral de 2 minuten stilte (gemiddeld 9,59 met 0 = slecht en 10 = goed). Dit is niet verwonderlijk aangezien stilte, in tegenstelling tot woorden, nooit mensen uitsluit. Tijdens de 2 minuten stilte herdenkt Nederland op hetzelfde moment en dezelfde manier, maar iedereen kan er zijn of haar eigen invulling aan geven.

Gevoelens van nationale verbondenheid

Er is ook onderzoek gedaan naar de mate waarin Nederlanders zich daadwerkelijk verbonden voelen met andere Nederlanders op 4 en 5 mei.

Bron: Nationaal Vrijheidsonderzoek 2017

Duidelijk is dat veel Nederlanders aangeven zich verbonden te voelen met andere Nederlanders op 4 en 5 mei. Het percentage Nederlanders dat aangeeft zich verbonden te voelen met andere Nederlanders is zelfs hoger dan tijdens het populaire “Oranjefeest” op Koningsdag of wanneer alle straten oranje kleuren tijdens het EK en WK voetbal.

Eerder hebben wij onderzoek gedaan naar de causaliteit van de relatie tussen nationale dagen en nationale verbondenheid. Is het zo dat het bezoeken van nationale dagen de gevoelens van nationale verbondenheid versterkt of is het zo dat mensen die zich verbonden voelen met Nederland vaker meedoen aan rituelen op dergelijke dagen (selectie-effect)? Onze bevindingen tonen een selectie-effect. Ofwel, nationale dagen zijn in Nederland eerder een moment om gevoelens van nationale verbondenheid te uiten in plaats van te verhogen.

Vieren, herdenken en discussiëren

Hoewel niet iedere Nederlander 4 en 5 mei (heel) belangrijk vindt, is er een groot en stabiel draagvlak voor herdenking en viering. Veel Nederlanders doen bovendien actief mee op 4 en 5 mei. Omdat de rituelen ruimte geven aan de (grote) diversiteit in gedachten, kan iedere Nederlander op zijn of haar eigen manier meedoen. Tot slot ervaren veel Nederlanders gevoelens van nationale verbondenheid op deze dagen.

Het hele jaar door staan de media vol met verhalen die de verschillen tussen politieke stromingen en achtergronden benadrukken en is er sprake van een sterk gepolariseerd en vaak weinig constructief debat. Het is goed dat er dagen zijn waarop geprobeerd wordt te focussen op wat verbindt in plaats van wat verdeelt. Vrijheid, democratie en rechtsstaat zijn waardevol voor alle Nederlanders. Laten we ons dat elk jaar op 4 en 5 mei opnieuw realiseren zodat we de rest van het jaar weer naar hartenlust in vrijheid kunnen discussiëren over de vorm van onze rechtstaat en democratie.

Sabrina de Regt is universitair docent sociologie aan de Universiteit Utrecht

Foto: Alper Çuğun (Flickr Creative Commons)