#8 – Vernieuwing van Eigen Kracht-filosofie dreigt te vervliegen

Serie

Nabij is beter. Decentraal denken en doen

In samenwerking met KING (Kwaliteits Instituut Nederlandse Gemeenten) en de VNG halen Pieter Hilhorst en Jos van der Lans verhalen en ervaringen op over de vraag of de decentralisaties op de werkvloeren van de samenleving daadwerkelijk de vernieuwing op gang brengen die ze hebben beloofd. Elke twee weken rapporteren zij daarover op socialevraagstukken.nl en nodigen zij mensen uit om mee te denken.
Eigen-Kracht-conferenties plaveiden een tijdlang de weg voor radicale innovatie van het sociale domein. Politieke retoriek en pragmatisch opererende wijkteams hebben de vernieuwing echter de wind uit de zeilen genomen, constateren Pieter Hilhorst en Jos van der Lans.

Stel je een bedrijf voor met een fors aantal laboratoria. In de labs worden steeds nieuwe manieren verzonnen voor hoe de fabriek aan de overkant van de straat kan werken. De nieuwe technieken worden ook uitgeprobeerd en getest. Een deel van de fabriek aan de overkant gaat dan voor even werken volgens de slimste nieuwe inzichten. Als uit de test blijkt dat de nieuwe werkwijze succesvol is, dan krijgt de bedenker van de innovatie een prijs. Hij wordt in het zonnetje gezet als een grote pionier. Met een beetje geluk wordt er ook nog over geschreven in kranten en op websites voor vakgenoten. De uitvinder wordt uitgenodigd op congressen. En daarna wordt de uitvinding voorzichtig teruggebracht naar het lab en in de kast gelegd. De fabriek gaat vervolgens weer over tot de orde van de dag. Dit fictieve bedrijf zou de hoon op zich laden van iedereen. Vernieuwing is dan een speeltje en geen middel om het verschil te maken.

Het sociale domein heeft veel weg van dit fictieve bedrijf. Overal in het land wordt driftig geëxperimenteerd. Zouden er gemeenten zijn waar geen pilot loopt? Deze drang naar vernieuwing en experiment is zonder meer waardevol. Maar een plan kan er op papier nog zo mooi uit zien, dat is geen garantie dat het ook werkt in de praktijk. Het is alleen wel de bedoeling dat als iets werkt, het ook navolging krijgt. Daar wringt geregeld de schoen. Hetty Linden van Volksgezondheid Utrecht (voorheen GG en GD Utrecht), en overheidsmanager van het jaar 2010, heeft wel eens gezegd dat ze alleen mee wilde doen aan pilots waarvoor bij succes ook geld beschikbaar komt om het op grote schaal toe te passen. Bizar genoeg is dat een tegendraads geluid.

Van laboratorium naar fabriekshal

Over één uitvinding in het sociale domein hebben wij de afgelopen jaren veel geschreven: de Eigen Kracht-conferentie. Bij zo’n conferentie krijgt een gezin dat in de sores zit de kans om met familie, vrienden en bekenden een eigen plan te maken om de problemen de baas te worden. Uit onderzoek in Amsterdam bleek dat met een eigen kracht-conferentie veel geld wordt bespaard omdat in veel gevallen dure uithuisplaatsing en onder toezichtstelling voorkomen kan worden. In Amsterdam is mede door de populariteit van de Eigen Kracht-conferenties het aantal uithuisplaatsingen en onder toezichtstellingen in een paar jaar gehalveerd. Die daling heeft ook te maken met een andere manier van werken bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (nu Jeugdbescherming Regio Amsterdam), maar kan ook deels op het conto worden geschreven van de eigen kracht-conferenties.

In de loop der jaren zijn er in Nederland meer dan tienduizend conferenties gehouden. In de Wet op de jeugdzorg is zelfs een bepaling opgenomen dat een gezin, als de staat dreigt in te grijpen in dat gezin, de kans krijgt om een familiegroepsplan te maken. Het lijkt daarmee een fenomeen dat daadwerkelijk de sprong heeft gemaakt van laboratorium naar fabriekshal.

Vreemd genoeg neemt sinds de invoering van de Wet op de jeugdzorg en sinds de overdracht van de jeugdzorg aan de gemeenten, het aantal Eigen Kracht-conferenties drastisch af. Hoe kan dat? Je zou verwachten dat het aantal conferenties juist zou groeien. Gemeenten streven overal in het land naar een vermindering van dure versnipperde specialistische zorg en een versterking van preventieve zorg. Eigen kracht-conferenties zouden daarbij kunnen helpen. De hele decentralisatie sluit naadloos aan op het gedachtegoed van Eigen Kracht. Waarom dan toch minder conferenties?

Een synoniem voor eigen verantwoordelijkheid

Een eerste verklaring zou kunnen zijn dat het begrip Eigen Kracht besmet is geraakt. Vindingen worden niet gemakkelijk overgenomen in de dagelijkse praktijk, maar woorden wel. Overal in het land zijn nota’s geschreven waarin het begrip Eigen Kracht centraal staat. Maar in veel van deze nota’s is Eigen Kracht een synoniem geworden voor eigen verantwoordelijkheid: burgers moesten meer zelf doen en minder leunen op de overheid. Waar Eigen Kracht in eerste instantie een emancipatoire kracht was (als de overheid dreigt in te grijpen, kan het gezin het heft in eigen hand nemen), werd het in het beleidsvertoog een verplichting. Wie een beroep deed op de overheid moest eerst kijken of de zorg of ondersteuning niet door de eigen kring kon worden geleverd. Zo werd Eigen Kracht steeds meer een synoniem voor: zoek het zelf maar uit.

Een tweede verklaring is dat Eigen Kracht zijn populariteit ten dele ontleende aan de bureaucratiekritiek. Een eigen plan van een gezin richt zich bijna natuurlijk op meerdere relevante levensdomeinen. Zo wordt voorkomen dat er voor elk probleem een eigen specialist is. Maar deze kritiek op de verkokering is gemeengoed geworden. Ontkokerd werken is immers het nieuwe keurmerk van de sociale wijkteams. Maar juist omdat de sociale wijkteams deze kritiek hebben overgenomen wordt de behoefte aan Eigen Kracht conferenties minder.

Daarbij wordt veronachtzaamd dat Eigen Kracht-conferenties niet alleen voortkomen uit bureaucratiekritiek, maar nog een stap verder gaan: ze geven vorm aan een radicaal ander besluitvormingsmodel. Laat niet professionals, maar burgers zelf beslissen wat het beste plan is. Maak de kring van helpers groter; breng burgers in een positie dat ze niet alleen een drager van een probleem zijn, maar met elkaar eigenaar van een oplossing kunnen worden. Die vorm van eigenaarschap werkt immers duurzamer dan de noodverbanden die professionals aanleggen. Eigen Kracht vraagt dus om een andere dienstbaarheid van professionals; het is een erkenning van het gegeven dat zij om mensen echt te kunnen helpen de hulp van anderen, van naasten, van familieleden nodig hebben. Alleen redden ze het niet.

Platgetreden politieke retoriek

Deze cruciale drijfveer is in de nieuwe professionele arrangementen en organisatievormen meer en meer naar de achtergrond verdwenen. In zekere zin is de Eigen Kracht-filosofie daarmee effectief onteigend. Het is deels ingelijfd in een platgetreden politieke retoriek over eigen kracht/eigen verantwoordelijkheid en deels opgeslokt door sociale wijkteams, die bovendien overladen worden met allerhande spoedeisende ‘regelzaken’ (schulden, incassobureaus, betalingsregelingen, problemen met betrekking tot belastingtoeslagen) die niet kunnen wachten op het mobiliseren van sociale netwerken.

In deze nieuwe politieke en institutionele dynamiek lijkt de vernieuwing die eigen kracht-conferenties beloofden langzaam maar zeker te vervliegen. Wat zich hier wreekt is dat Eigen Kracht nooit een burgerbeweging is geweest. Het waren geen actievoerders die hebben gepleit voor het opnemen van een recht op een familiegroepsplan in de Wet op de jeugdzorg, het waren politici als Joel Voordewind van de ChristenUnie die zich hiervoor sterk hebben gemaakt. Er blijken ook maar bitter weinig burgers op te staan die het recht op een familiegroepsplan opeisen. Het zijn nog steeds voornamelijk hulpverleners en beleidsmakers, die zich er sterk voor maken, soms neemt een advocaat het initiatief.

Dat kunnen wij ons als pleitbezorgers aantrekken

De reden dat de Eigen Kracht-beweging zo makkelijk onteigend kon worden, was omdat de mensen om wie het ging er eigenlijk nooit eigenaar van waren. Dat kunnen wij ons als pleitbezorgers aantrekken. Wij hebben gedacht dat als iets overduidelijk werkt, het succes zichzelf verkoopt; dat ze in de fabriek zouden staan te springen om de innovaties uit het lab. We hebben gedacht dat de institutionele werkelijkheid op basis van rationele argumenten zich zou hervormen. Dat is een illusie gebleken. Want zonder protagonisten, zonder voorhoedes die de nieuwe werkwijze beproeven en verder ontwikkelen, zonder overtuigde professionals die er op blijven hameren en er steeds opnieuw initiatief in nemen, kan zelfs een bewezen aanpak uit de gratie raken. Dat is precies wat de Eigen Kracht-beweging nu dreigt te nekken. Tenzij er mensen opstaan om de beweging voor familiegroepsplannen nieuw leven in te blazen.

Pieter Hilhorst is politicoloog en publicist, tot maart 2014 was hij wethouder in Amsterdam; Jos van der Lans is cultuurpsycholoog en publicist. De grondslag voor deze rubriek vormt hun essaybundel Nabij is beter. Essays over de beloften van de 3 decentralisaties. ( Den Haag: KING/VNG, 2013).

Foto: Mirko Tobias Schäfer (Flickr Creative Commons)