In Nederland wordt door instituten zoals RIVM, Alterra, NIVEL, TNO, en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) al langer onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de stedelijke leefomgeving. Uit al deze onderzoeken blijkt steevast dat de tevredenheid van mensen over hun woonomgeving groter is naarmate er parken en plantsoenen zijn. Vooral in hoog stedelijke gebieden geldt dat groen met name goed is voor de leefbaarheid als het veilig, overzichtelijk en goed onderhouden is. De aanwezigheid van goed onderhouden groenvoorzieningen in de wijk leidt tot een grotere tevredenheid van bewoners. Dat uit zich onder meer in positieve effecten op de volksgezondheid, veiligheid en sociale cohesie. Onderzoek van NIVEL en Alterra bijvoorbeeld heeft aangetoond dat de kans op depressie 1,33 maal zo groot is in een woonomgeving met weinig groen (10 procent groen in een straal van 1 kilometer rond het huis) als in een woonomgeving met veel groen (90 procent groen in een straal van 1 kilometer rond het huis). Hoge bloeddruk, hartklachten, rug- en nekklachten, ademhalingsproblemen, darmstoornissen, migraine, duizeligheid en diverse andere gezondheidsproblemen komen vaker voor naarmate er minder groen aanwezig is in de woonomgeving.
Onderzoeksopzet bepaalt negatieve conclusie
In het licht van deze bevindingen is de conclusie van Wittebrood en Permentier dat groene interventies in achterstandswijken weinig tot geen positief effect hebben, opvallend. Een mogelijke verklaring ligt in de opzet van hun onderzoek. De meeste onderzoeken naar groen en leefbaarheid zijn gebaseerd op vergelijkingen tussen wijken met meer en minder groen (het zogenaamde dwarsdoorsnede onderzoek). Wittebrood en Permentier hebben geprobeerd om de effecten van een toename in stedelijk groen op de leefbaarheid in kaart te brengen (interventieonderzoek). Aan dit type onderzoek zitten haken en ogen die mede tot de afwijkende conclusie kunnen hebben geleid. De SCP-onderzoekers noemen in hun rapport zelf ook al verschillende methodologische beperkingen. Zo waren er bijvoorbeeld geen gegevens beschikbaar over de kwaliteit en de veiligheid van het groen, en dat is voor achterstandswijken nu juist essentieel.
Daarnaast is de informatie over de toename van groen uitsluitend gebaseerd op CBS-gegevens over bodemgebruik. Hoewel het CBS nieuwe technieken gebruikt waardoor de kwaliteit van de gegevens aanzienlijk is verbeterd, bieden zij tegelijk minder mogelijkheden om vergelijkingen te maken. De eerdere gegevens waren immers verkregen op basis van (nu) verouderde onderzoekstechnieken. Ook met correcties achteraf blijven de metingen van toen minder geschikt om veranderingen in de tijd te onderzoeken
Open houding tegenover meer groen
Voor een beter inzicht in de toe- dan wel afname van groenvoorzieningen in de wijk, lijkt het wijs om ter plekke in de wijken te observeren wat er precies veranderd is. Betreft het een bewuste interventie ter bevordering van de leefbaarheid? Is het een af- dan wel toename van kijk- of doegroen, gaat het om groene speelplekken of om een hondenuitlaatplek?
De antwoorden op die vragen zijn met name interessant omdat het aannemelijk is dat verschillende interventies een verschillend effect hebben op de leefbaarheid in de wijk. Alleen op basis van diepgaand onderzoek kunnen harde uitspraken worden gedaan over het nut van groene interventies voor de leefbaarheid in achterstandswijken. Wij pleiten voor zulk onderzoek. Maar nog belangrijker, we hopen dat bestuurders niet blind zullen varen op deze enkele, afwijkende SCP-publicatie en open blijven staan voor de mogelijkheden die groen biedt om de leefbaarheid van de stad te vergroten, met name in aandachtswijken.
Agnes van den Berg als onderzoeker van landschap aan natuurbeleving verbonden aan Alterra; Sjerp de Vries is senior wetenschappelijk onderzoeker bij Alterra; Jolanda Maas is werkzaam bij EMGO+ van het VUMC; Robert Verheij en Peter Groenewegen zijn beiden werkzaam bij het NIVEL. In het kader van het “Vitamine G programma” (waarin G staat voor Groen) hebben ze gezamenlijk onderzoek gedaan naar relaties tussen groen, gezondheid en leefbaarheid. Dit artikel hebben ze op persoonlijke titel geschreven.
Foto: Bas Bogers