AIVD-publicatie houdt radicaal niet tegen

Onlangs baarde AIVD-hoofd Rob Bertholee opzien door in RTL Late Night een onderzoek toe te lichten naar 10 jaar gewelddadige jihad en anderhalf jaar IS-kalifaat. Als Bertholee hoopte te voorkomen dat mensen afreizen naar Syrië, dan moet het daar niet bij blijven.

De publicatie van de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) ‘Leven bij ISIS, de mythe ontrafeld’ gaat in op het fenomeen van grote aantallen mensen met een Nederlandse achtergrond die zijn afgereisd naar oorlogsgebied in Syrië en Irak om zich aan te sluiten bij de terroristische groepering Islamitische Staat in Irak en al-Sham (ISIS). Bertholee vertelt in RTL Late Night dat zijn organisatie vooral de mythe van het goede leven bij ISIS wil ontrafelen: ‘Het is geen 5-sterren jihad’. Het dagelijks leven in een oorlogsgebied met de angst voor bombardementen, slecht eten, ondermaatse huisvesting en gebrekkige gezondheidszorg vormt voor veel Nederlandse Syrië-gangers een zware beproeving. Deze informatie bereikt echter bijna nooit de jihadisten in Nederland, aldus de AIVD. Daarmee lijkt de AIVD-baas met zijn rapport de suggestie te wekken dat als we potentiële jihadisten via de media voldoende informatie geven over het werkelijke leven bij ISIS, we daarmee hun uitreis kunnen voorkomen.

Kunnen professionals en ouders verhinderen dat jongeren afreizen naar het kalifaat?

Uit onderzoek weten we echter dat deze strategie niet effectief is. Het Engelse Institute for Strategic Dialogue heeft daar veel mee geëxperimenteerd door via social media zogenaamde ‘tegenverhalen’ tegen jihadistische propaganda te verspreiden. Hun conclusie was dat zulke boodschappen alleen effectief kunnen zijn in een één-op-één-gesprek. Dat herken ik ook uit mijn eigen onderzoek, waarin ik zie dat mensen in een radicaliseringsproces tegenverhalen via algemene nieuws- en informatiebronnen niet vertrouwen en kwalificeren als ‘westerse propaganda’.

Toegegeven, de AIVD maakt zich gelukkig ook absoluut geen illusies dat deze publicatie op zich potentiële uitreizigers kan tegenhouden. Leven bij ISIS is nadrukkelijk geschreven voor de omgeving van een potentiële uitreiziger of terugkeerder, aldus Bertholee in RTL Late Night. Ze is bedoeld voor ouders en gemeentelijke instellingen. Maar dan is de manier waarop het rapport is gepresenteerd echt een gemiste kans. In zijn begeleidende brief aan de Tweede Kamer verzuimt minister Plasterk de doelgroep te vermelden en legt hij niet uit hoe de inhoud van dat rapport dan door ouders en professionals gebruikt zou kunnen worden.

Wat beweegt iemand om af te reizen naar Syrië?

De vraag is ook hoe ouders en professionals met de ontrafelde mythes jongens en meisjes kunnen verhinderen af te reizen, of ze na terugkeer effectief te begeleiden? Welnu, uit onderzoek weten we dat bij iedereen die radicaliseert, er sprake is van een motiverende verhaallijn, een zogenaamde ‘pull-factor’ die iemand beweegt om uit te reizen. Er zijn vier typen van zulke verhaallijnen: 1) politieke motivatie: het westen is in staat van oorlog met de islam, slachtofferschap, onderdrukking en wij-zij-denken lopen als een rode draad door deze verhaallijn; 2) de morele motivatie, waarin westerse waarden als democratie, vrijheid van meningsuiting en gelijkheid als hypocriet worden beschouwd en het leven volgens goddelijke wet- en regelgeving als ideaal wordt gezien; 3) de religieuze motivatie, waarin de verhuizing naar het kalifaat (hijra) alsmede de gewapende strijd (jihad) als een islamitische rechtvaardige en gelegitimeerde verplichting wordt gezien, en 4) de sociaal-heroïsche motivatie, die sterk appelleert aan gevoelens van uitsluiting en romantische (bijvoorbeeld een eigen woning, trouwen met een jihadstrijder, zusterschap) en avontuurlijke (je videogames in het echt) beelden van het zogenaamde kalifaat.

Het individuele gesprek is heel erg belangrijk

Alleen voor deze laatste doelgroep kan in een één-op-één-gesprek de inhoud van het AIVD-rapport dienst doen als tegenverhaal. Dat individuele gesprek is heel erg belangrijk, omdat ISIS behalve met algemene jihadistische propaganda ook één-op-één rekruteert. Heb je twijfels of het eten in Raqqa wel goed is? Dan krijg je foto’s van McDonalds-maaltijden die de Turks-Syrische grens overgesmokkeld zijn, en ook Nederlandse kaas of een pot Nutella kan zo worden geregeld. Ben je als vrouw/meisje bang dat je in een oorlogsgebied terecht komt? Dan kun je altijd even Skypen met iemand die al in Syrië zit, die vanaf haar balkon kan laten zien, dat het allemaal wel meevalt met die bombardementen. Dat dat balkon van het ‘vrouwenhuis’ is, waar je als ongehuwde vrouw en vrouw van een strijder aan het front, verplicht moet verblijven en vaak je mobiele telefoon moet inleveren, wordt er vervolgens niet bij verteld. En daarom is dat gesprek zo belangrijk, om deze mythes face-to-face te ontkrachten door iemand die toegang heeft tot de doelgroep en wordt vertrouwd. Dat is soms die lieve oom of tante, maar kan net zo goed die aardige docent maatschappijleer zijn die merkt dat zijn leerling in debatten wel een heel idyllisch beeld van het zogenaamde kalifaat heeft.

Maar naast het bieden van tegenverhalen dient dat gesprek ook over aantrekkingskracht en uitsluiting te gaan. Waarom voelt iemand zich zo tot ISIS aangetrokken? Wat duwt iemand weg uit Nederland? Komt het door discriminatie, een slechte thuissituatie of iets anders én belangrijkers? En hoe kunnen we daar dan iemand in helpen?

Heeft de gemeente wel intensieve traumatherapie ingekocht?

De informatie kan familieleden en professionals ook voorbereiden op een eventuele terugkeer van een Syrië-ganger in Nederland. Een kind dat langdurig in een oorlogsgebied heeft geleefd en structureel is blootgesteld aan jihadistische propaganda en geweld, zal zwaar getraumatiseerd zijn. Heeft de gemeente – die verantwoordelijk is voor de re-integratie van Syrië-gangers - dan bijvoorbeeld wel intensieve traumatherapie ingekocht? Is het gemeentelijke zorgstelsel wel toegerust om deze ‘kindsoldaten’ jarenlang intensieve begeleiding te bieden en te monitoren? Op dit moment is het vrijwel onmogelijk om terug te keren, dus daarom is voor veel gemeenten het re-integratieproces van ex-Syrië-gangers nog een ‘ver van ons bed show’, maar gezien de actuele ontwikkelingen in het Syrische conflict en toenemende inzet van diverse landen om ISIS te verslaan, is het wel een scenario waar we vast over na moeten gaan denken.

Kortom, nu de mythes zijn ontrafeld, is het tijd om over te gaan tot actie.

Amy-Jane Gielen werkt als onderzoeker en adviseur bij A.G. Advies. Zij promoveert aan de UvA op de effectiviteit van antiradicaliseringsbeleid.

Een verkorte versie van dit artikel verscheen vandaag in de Volkskrant.

Afbeeldingsbron: Freedom House (Flickr Creative Commons)