‘Beter worden doe je op je werk’

Veel uitkeringsontvangers met psychische problematiek willen graag werken, maar werkgevers willen hèn vaak niet. En ook psychiaters zijn huiverig. Sinds de Participatiewet van kracht is, moeten alle partijen aan de slag. Hoe komen de gescheiden werelden van zorg en arbeid dichter bij elkaar?

Menig psychiater houdt cliënten het liefst buiten het arbeidsproces, om hen te behoeden voor een teleurstelling. De Sociale dienst bestempelde mensen met ernstige psychische problematiek jarenlang automatisch als ‘onbemiddelbaar’. Werkgevers zitten niet te wachten op personeel dat geregeld verzuimt.

De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, waarbij 34 rijke landen zijn aangesloten, becijfert in recent onderzoek dat 68% van de Nederlanders met psychische problematiek betaald werkt. Het voorkomen van uitval wegens psychische problematiek is echter ontoereikend, de (re-)integratie van uitkeringsgerechtigden met psychische aandoeningen onvoldoende. Psychische problemen kosten Nederland naar schatting twintig miljard euro per jaar, door verminderde productiviteit, ziekteverzuim, uitval, zorg en uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. *)

Stigma mensen met psychische problemen moet verdwijnen

Om mensen met een ernstige psychische aandoening aan het werk te houden of krijgen, moet allereerst openheid over deze problematiek mogelijk zijn en de negatieve beeldvorming over cliënten in de geestelijke gezondheidszorg (Ggz) veranderen. Het stigma dat hen aankleeft, is dat zij gevaarlijk zijn, onbetrouwbaar, incompetent en onverbeterlijk. Klantmanagers weten weinig tot niets over geestelijke gezondheidsproblemen. Toch geven zij aan psychische aandoeningen het belangrijkste obstakel voor arbeids(re-)integratie te vinden.

Voor werkgevers is gezondheid inderdaad een van de belangrijkste selectiecriteria is om iemand in dienst te nemen. Volgens TNO-onderzoek is er voor mensen met een zwakkere gezondheid steeds minder ruimte is op de arbeidsmarkt. Zeg je tijdens een sollicitatie of op het werk dat je chronisch psychiatrisch cliënt bent, kun je de baan of promotie vergeten.

Betrokkenen verinnerlijken het maatschappelijke stigma over hen. Najaar 2013 onderzocht het Trimbos instituut de werksituatie, wensen en problemen van 390 leden van het Panel Psychisch Gezien, dat uit 574 deelnemers bestaat. 96% van hen had al langer dan twee jaar last van psychische klachten. 20% van de mensen zonder baan solliciteert niet uit angst voor de mogelijk negatieve reacties op hun psychische problemen. Een derde van alle deelnemende panelleden geeft aan zich gediscrimineerd of achtergesteld te voelen vanwege hun mentale gesteldheid.

Werk moet behandeldoel worden in de geestelijke gezondheidszorg

De landelijke overheid wil juist dat mensen met een beperking aan het werk gaan of blijven, en wel in gewone banen. De overheid richt zich bij de zogenoemde ‘transitie van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving’ expliciet op arbeidsparticipatie van mensen met een (ernstige) psychische aandoening. Daarbij vat men ook het stigma bij de hoorns. In september 2014 was er het landelijk congres Iedereen heeft wel wat, anders denken over psychische aandoeningen. Maar liefst vier bewindslieden van het kabinet gaven acte de présence, onder wie premier Mark Rutte. In februari 2015 vond het congres Mensenwerk plaats, waar onder andere de resultaten werden besproken van het door het kabinet gestarte project Bevordering van de arbeidsparticipatie van mensen met een psychische aandoening. Ruim 1100 deelnemers discussieerden over thema’s als Cliënt als uitgangspunt en Samenwerking tussen instituties op het gebied van werk, inkomen en zorg. Psychiater Marijke van Putten van GGZ Noord-Holland Noord sprak op dit congres over ‘werk als behandeldoel’ in de Ggz: ‘Beter worden doe je op je werk’.

125.000 extra banen in tien jaar voor mensen met een beperking

In 2013 sloten overheid, werkgevers en vakbonden een sociaal akkoord over banen voor mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking. Zij spraken af dat particuliere werkgevers de komende tien jaar 100.000 extra banen scheppen voor uitkeringsgerechtigden en werkzoekenden met een beperking, de overheid 25.000 banen. Doen werkgevers dat niet uit zichzelf, dan kunnen zij vanaf 2017 een boete tegemoet zien volgens de Wet banen en quotum arbeidsbeperkten (BQA).

Niet alleen werkgevers zijn huiverig voor werknemers met psychische problematiek. Ook Ggz-behandelaars zijn vaak geen voorstander van betaald werk of een opleiding volgen door hun cliënten, met argumenten als “Dat kun je niet”.
Zoals werkgevers bereid moeten zijn mensen met een psychische beperking in dienst te nemen, zo nodig met aangepaste werkomstandigheden, zo moeten behandelaars hun blikveld verruimen met arbeidsparticipatie. De afgelopen jaren richtten werkgeversorganisaties clubs op als Werkgevers gaan inclusief, De Normaalste Zaak en Onbeperkt aan de slag om de ondernemersgeesten rijp te maken. Zij stimuleren hun achterban om mensen met een beperking in dienst te nemen. De overheid stelt loonkostensubsidies beschikbaar om de eventueel mindere productiviteit te compenseren en biedt werkgevers een no-riskpolis die hen vrijwaart van ziektekosten bij uitval.

In het kader van de Participatiewet zijn werkgeversservicepunten ingericht waar werknemers met een beperking en werkgevers kunnen matchen. Dat kan ook bij de website onbeperktaandeslag.nl.

Jobcoaching met behulp van Individuele Plaatsing en Steun (IPS)

Er zijn verschillende methodieken die mensen met een ernstige en langdurige psychische beperking ondersteunen bij het wonen, werken en sociale contacten aangaan, zoals de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB) en Motiverende gespreksvoering. Maar dé interventie om hen te begeleiden bij het vinden en behouden van werk is momenteel IPS, afkomstig uit de VS als Individual Placement and Support en hier bekend als Individuele Plaatsing en Steun. De wens van de cliënt is het vertrekpunt van de arbeidstoeleiding. Er wordt direct gezocht naar een reguliere baan (place then train) en langdurige steun geboden ín de werkomgeving. IPS is geïntegreerd met de behandeling, om behandeling en arbeids(re-)integratie goed op elkaar af te stemmen. De trajectbegeleider is lid van een ambulant Ggz-team, zoals in Nederland de multidisciplinaire FACT-teams (Flexible Assertive Community Treatment). IPS wordt aangeboden in onder andere Groningen, Eindhoven, Amsterdam en Alkmaar.

Internationale en Nederlandse monitoring bewijst volgens Kenniscentrum Phrenos de effectiviteit van IPS. Na 30 maanden heeft 44% van de IPS-cliënten een reguliere betaalde baan, tegenover 25% van de controlegroep. Voorwaarde voor succes van de methode blijkt de modelgetrouwheid waarmee IPS wordt uitgevoerd. Phrenos en het lectoraat Rehabilitatie van de Hanzehogeschool Groningen organiseren trainingen in het aanbieden van IPS in multidisciplinaire ondersteuning.

Wanneer de werelden van zorg en arbeid elkaar weten te vinden en samenwerken, lijkt dat winst voor alle partijen.

Annemiek Onstenk is zelfstandig journalist, onderzoeker en tekstschrijver

 

*) OECD (2014), Mental Health and Work: Netherlands, Mental Health and Work, OECD Publishing.