COLUMN Bijstand of tegenstand

Wie niet kan voorzien in zijn of haar bestaan kan aanspraak maken op de bijstand. Het idee is dat de bijstand een strikt minimale voorziening is. Alle manieren om extra middelen te vergaren moeten worden gemeld, er mag geen relevant vermogen zijn en alle extra’s worden direct afgeroomd.

Boodschappenboete

De gevolgen bleken pijnlijk duidelijk bij een recente rechtszaak waar het neologisme boodschappenboete vandaan kwam. Een inwoonster van de gemeente Wijdemeren liet haar boodschappen voor een deel door haar moeder betalen en verzuimde dit te melden. Toen de gemeente daar achter kwam, was zij door de Participatiewet genoodzaakt ruim 7000 euro terug te vorderen.

Giften

Gemeenten hebben weliswaar enige beleidsvrijheid om te bepalen wat een bijstandsgerechtigde aan giften mag ontvangen, maar dat mag geen structureel karakter hebben dat tot kostenbesparing leidt. Kortom, de boodschappen gingen kennelijk te ver en de gemeente - en in navolging de rechter - legde een terugbetaling op.

Wat zit hier achter?

De casus leverde nogal wat ophef op, want voor velen voelt dit onrechtvaardig. Waarom geen boodschappen van je moeder, maar wel levensmiddelen van de Voedselbank? De gedachte is dat een bijstandsgerechtigde niet mag wat alle andere wereldburgers wel mogen: de hulp van familie gebruiken om een menswaardig bestaan te leiden. Kinderen van rijke ouders mogen zelfs een ton belastingvrij cashen om een huis te kopen.

Rondkomen

Is het ook echt onrechtvaardig? Je zou kunnen zeggen dat het eveneens als onrechtvaardig kan worden gezien om een beroep op collectieve middelen te doen wanneer dit niet nodig is en je ook anderen in je omgeving om hulp kan vragen. Navrant in dit verband is dat recent onderzoek van het Nibud blijkt dat de bijstand te laag is om van rond te komen. Voor mensen in de bijstand rest dus de keuze: Leven in armoede of leven in minder armoede door je te laten bijplussen als dat mogelijk is en in de hoop dat dit door de vingers wordt gezien.

Door de vingers

Het door de vingers zien valt in de praktijk tegen. Dat blijkt niet alleen uit de boodschappenboete. Na de Bulgarenfraude is er een cultuur van zero tolerance voor misbruik ontstaan. In de angst voor fraude en onrechtmatigheid is er een flink ambtenarenapparaat opgetuigd om alles te controleren. Zo wordt er op bankrekeningen en ver achter de voordeur gespeurd of iemand wel echt leeft als iemand die eigenlijk niet echt kan rondkomen. De schade van zero tolerance is groot: Het leidt tot geïnstitutionaliseerd wantrouwen. De bijstand is verworden tot een voorziening die de burger het etiket van fraudeur bezorgt bij een per ongeluk verzuimde melding of administratieve vergissing.

Doenvermogen en zelfredzaamheid

De bijstand is schraal en streng. Het doel lijkt om mensen te prikkelen om als de wiedeweerga naar werk te zoeken zodat ze de armoede vaarwel kunnen zeggen. Het is dan wel belangrijk dat het vinden van werk ook een realistisch perspectief is. Uit een WRR rapport blijkt echter dat de overheid het doenvermogen van kwetsbare burgers structureel overschat. De weg naar werk is helemaal niet eenvoudig. Uit onderzoek blijkt dat mensen soms zomaar 15 IQ punten in mogen inleveren als ze met ernstige vormen van financiële schaarste worden geconfronteerd. Daarbovenop leidt streng en onpersoonlijk behandelen van burgers in de bijstand tot aanvullende stress en daarmee tot een nog lager doenvermogen. De trieste conclusie is dat als je eenmaal in de bijstand zit de kans om aan het werk te geraken gering is.

Bezuinigen

De prijs die we betalen voor het tegengaan van fraude is daarmee hoog voor mensen in de bijstand. Maar ook de staatkas wordt hier niet wijzer van. De harde aanpak lijkt op een bezuiniging omdat de gemeente geld terugkrijgt bij overtredingen. Het aannemelijke gevolg is evenwel dat de kwetsbare burger minder zelfredzaam wordt, een tweederangsburger die nog verder in de stress raakt en mogelijk een beroep gaat doen op voorzieningen die een stuk duurder zijn zoals de GGZ of schuldhulpverlening. Het probleem is nog groter als we bedenken dat 221 duizend kinderen in een gezin opgroeien met een laag inkomen. Zij hebben een groter risico op sociale uitsluiting, slechtere gezondheid en allerlei andere negatieve gevolgen.

Domeinen

Dit raakt een dieper probleem. Een overheidsregeling wordt vaak uitsluitend beoordeeld op het domein waarop het betrekking heeft, in dit geval de sociale zekerheid. Eventuele gevolgen voor andere domeinen, zoals het medische domein, worden onvoldoende in de berekeningen of overwegingen meegenomen, zelfs als zich deze binnen dezelfde gemeentelijke begroting afspelen. Het is daarom zaak altijd te denken vanuit het bredere maatschappelijke perspectief. Welke gevolgen heeft streng optreden in het ene domein op andere domeinen? Wat maximaliseert het totale belang voor de maatschappij?

De overheid als bijplusser

Wil de bijstand werken dan moet het burgers en hun gezinnen die er recht op hebben in staat stellen te leven in plaats van te overleven. De Participatiewet dreigt het meest ironische woord in de Nederlandse taal te worden. We willen dat alle mensen participeren, ook zij die in de bijstand zitten, maar ondertussen wordt het doenvermogen van mensen om daadwerkelijk mee te doen verkleind. De Participatiewet als Hotel California. You can check in anytime, but you can never leave.

Breder perspectief

Vanuit een breder perspectief levert een menswaardige bijstand met een menswaardige bejegening uiteindelijk veel meer op. Het denken in deze langere termijn en domeinoverstijgende termen begint langzamerhand door te dringen in brede lagen van de rijksoverheid en uitvoering, maar is nog lang geen gemeengoed.

Bijstand of tegenstand

De bijstand is een mooie voorziening. Maar in de huidige vorm lijkt het soms of je de bijstand beter tegenstand kunt noemen. Het staat burgers tegen en in plaats van dat ze een extra steuntje in de rug krijgen lijkt het soms alsof ze als tegenstanders worden gezien. Het wordt tijd voor een grondige herziening, zodat de bijstand in zijn huidige vorm naar de geschiedenisboeken kan worden verwezen.

Marcel Canoy is hoogleraar aan de VU op het gebied van gezondheidseconomie en dementie, en adviseur van ACM. Sandra van Dijk werkt als gezondheidspsycholoog bij de afdeling Gezondheids-, Medische- en Neuropsychologie van de Universiteit Leiden.

 

Foto: Nijwam Swargiary on Unsplash

Dit artikel is 1757 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (4)

  1. Het is een groot schandaal hoe er met ons om word gegaan.het lijkt wel of wij criminelen zijn. Over elk dubbeltje moet je je verantwoorden. Nooit iets extra’s alles pikken ze in. Ze kennen je hele financiële zaken hé hebt geen privacy..
    Ik ben er doodziek van en erg verdrietig!

  2. Aanvulling op bovenstaande:

    Op HuisartsVandaag schreef ik op 12 februari dit jaar het volgende als reactie op een artikel over het Eigen Risico met als titel: Vooral de hogere inkomens profiteren van een hoog eigen risico in de zorg.

    Reactie:
    Toen ik vele jaren geleden voor onze ziektekostenverzekeraars werkte had ik bij een van hen mijn particuliere ziektekostenverzekering. Met 1.000 gulden eigen risico. Daar kreeg ik volgens betreffend directielid 1.100 gulden premiekorting voor. Want dat scheelde hen 100 gulden aan afwikkelingskosten. Moet je nu kijken. Kun je 500 euro per jaar aan extra eigen risico nemen. En je betaalt per jaar 240 euro minder premie. Prettig zo’n subsidie van 260 euro voor de zorgverzekeraar!

    Mijn tweede punt is dat het eigen risico bedoeld is als ‘remgeld’. Als financiële drempel om te voorkomen dat onnodig zorg wordt geconsumeerd. Dat je alleen naar de dokter gaat als het echt moet. De vraag is echter hoe men binnen ons huidige stelsel onnodige zorg kan consumeren. Als men klachten heeft ga je eerst naar de huisarts. En die stuurt vervolgens het betreffend zorgtraject aan. In overleg met de patiënt. Maar de laatste heeft niet de mogelijkheid om op eigen initiatief stappen te zetten die als ‘onnodige zorg’ kunnen worden gedefinieerd. Dus wat nou ‘remgeld’?

    Mijn derde punt is dat het eigen risico en de eigen bijdrage vooral hen treft die het steeds vaker niet kunnen betalen. De verzekerden die de hoogste zorgconsumptie hebben: Ouderen en verzekerden met een lage SES. Mensen dus met vaak lage inkomens. ‘Zorgmijding’ is regelmatig het gevolg. Met mogelijk fors hogere zorgkosten in een later stadium. Heb zelf voor een vriendin in Nederland het eigen risico betaald omdat ze dat zelf niet kon. Zat in de bijstand. Moest echt naar het ziekenhuis. Te gek voor woorden dus.

    Conclusie: Het eigen risico is pervers wat betreft haar toepassingen. En niet overeenkomstig het uitgangspunt van het huidige zorgverzekeringstelsel: Onderlinge solidariteit. Mee ophouden dus.

  3. Dank voor uw genuanceerde artikel. U vergeet echter nog te melden dat zeker de helft van alle mensen in de Bijstand chronisch ziek en/of arbeidsongeschikt is en sowieso nooit meer zal kunnen werken.

  4. Buiten dit hele verhaal om, zitten er ook mensen in de bijstand die arbeidsbeperkingen hebben. Zelf ben ik 100% afgekeurd. Zit onder bijstandsniveau, maar krijg geen bijstand meer omdat ze mijn 16 jaar oude auto als vermogen zien en de wagen die ik hiervoor had nog steeds bij het vermogen optellen. Ik zit dus boven de vermogensgrens en val overal buiten. Bij de voedselbank helpen ze niet want ik heb geen schulden.
    Ik kan niet deelnemen aan de collectieve zorgverzekering van de gemeente waardoor ik veel geld kwijt ben en niet de juiste zorg kan afnemen. Ik kan een noodzakelijke operatie niet eens betalen vanwege het eigen risico.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *