COLUMN De nieuwe doorzetters

Monique Kremer blikt terug op haar jeugd, waarin ze als studente uit Zwolle kennismaakte met het intellectuele leven van de grote stad.  Ze ziet bij de huidige generatie migrantenkinderen een zelfde gretigheid om te stijgen op de sociale lader. Alleen is het krijgen van een baan voor hen niet zo vanzelfsprekend en dat is een enorm gemis.

In de jaren zeventig en tachtig was sociale stijging nog heel gewoon. Ook bij ons thuis. De stacaravan in de bossen van Ermelo werd ingeruild voor een vliegvakantie naar Mallorca. Ons arbeidershuisje in de Bloemstraat werd verkocht voor een nieuwbouwwoning in Zwolle-Zuid. Een rotsvast geloof in onderwijs hoorde daarbij; door diploma’s deuren openen. Ik zie mijn vader, die op zijn zestiende in de bouw ging werken, ’s avonds nog blokken aan onze keukentafel. Mijn moeder, die op haar veertiende van school werd gehaald om voor een zieke tante te zorgen, hamerde als geen ander op school. Al kon ze me allang niet meer helpen met mijn huiswerk, ‘Je moet wel je best doen!’ Met een diploma op zak heb je je leven in de hand.

De pijn van het klimmen

Na de havo was het mijn aardrijkskundeleraar die me naar het atheneum duwde: ‘Als je het kan, moet je het verdorie doen!’ Ik herinner me een enorme nieuwsgierigheid, een gretigheid zelfs. Als we een uitstapje maakten naar Amsterdam, gingen mijn ouders en mijn zusje winkelen in de Kalverstraat, ik ging naar het Rijksmuseum – een overweldigende ervaring. En al die eerste keren: de eerste keer een toneelstuk zien (Shakespeare), een dichtbundel lezen (J.C. Bloem), klassieke muziek horen (Chopin).

Als eerste van de familie ging ik naar de universiteit, met dank aan de rustgevende steun van de verzorgingsstaat. De basisbeurs gaf het financiële fundament om te kunnen klimmen. Maar met iedere stap omhoog, verlies je wel iets of iemand − de pijn van het klimmen: vrienden van de lagere school, de dagelijkse vanzelfsprekende relatie met familie, mijn Zwolse accent. Met de oude wereld voel je afstand, maar de nieuwe wereld is je ook vreemd: het vanzelfsprekende zelfvertrouwen, de sociale codes, het getut over goede wijn. Wie dat herkent: lees het prachtige proefschrift van Mick Matthys, Doorzetters.

Migrantenkinderen willen ook stijgen

Inmiddels is sociaal stijgen helemaal niet meer gewoon. Mijn kinderen kunnen niet verder omhoog dan hun ouders, ze kunnen enkel nog dalen. In Amsterdam willen ze liever naar de Kalverstraat, maar ik trek ze mee naar het Rijksmuseum, waar ze achter me aan sjokken. Met hun huiswerk kan ik ze uitstekend helpen, maar dat hoeft niet: een vijf komma zes is ruim voldoende. Ze hebben veel opties, maar weinig ambities. De gretige klasse heeft een verveelde klasse gebaard.

Toch is er nog wel één groep die de sociale ladder beklimt: de kinderen van migranten. Tergend traag verkleuren hbo’s en universiteiten. Maar anders dan bij mij wordt het hun niet makkelijk gemaakt. Mijn bedje was relatief gespreid; migrantenkinderen belanden op een spijkerbed van leraren met vooroordelen, schotten tussen scholen, en hoge studieschulden. Je moet zelf heel wat obstakels overwinnen; ‘jezelf invechten’, zeggen ze in Den Haag. Hun klimpartij is een hordebaan.

Deuren gaan niet vanzelf meer open

En de prijs die deze doorzettende klasse moet betalen, is vaak hoger dan in mijn tijd: afstand tot familie, vrienden in de wijk, verlies van geloof of hoop. Die klimmerspijn heeft de Nederlandse literatuur wel verrijkt met verhalen van Murat Isik en Lale Gül.

Diploma’s van deze stijgers zouden op de arbeidsmarkt minstens dubbel zoveel waard moeten zijn. Maar het omgekeerde is waar: eenmaal van school, hebben zij veel minder kans op een baan en werken ze vaker onder hun niveau vergeleken met kinderen ‘zonder een migratie-achtergrond’. Dat is de verbroken belofte van het onderwijs; de deuren gaan met diploma’s niet vanzelf meer open. Dat is niet alleen onrechtvaardig gezien al die doorzetters; het vormt een enorm gemis voor onze samenleving. In plaats van verveeldheid hebben we hun gretigheid hard nodig. Het zullen toch verdorie niet de sociale stijgers van weleer zijn die zo ondankbaar en hardvochtig de deur dichthouden?

Monique Kremer is hoogleraar Actief Burgerschap en voorzitter van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ). 

 

Foto: Monstera via Pexels