COLUMN De oude markt en de nieuwe buurt: de Albert Cuyp en De Pijp

De traditionele Amsterdamse markten zijn zorgenkinderen, de Albert Cuyp in De Pijp- buurt is er een van. De markt veranderde langzamer dan de buurt. Overeenstemming over hoe het verder moet met de markt is vooralsnog ver te zoeken.

Stadsdeel Zuid heeft een nieuw inrichtingsplan voor de Albert Cuypmarkt ontworpen. Het behelst een waslijst aan gevarieerde maatregelen, zoals maximalisering van het aantal kramen met souvenirs en stroopwafels, een vergunning van drie jaar voor vier terrasjes, het reserveren van een marktplaats als afhaalpunt. Tussen 2 november en 19 december 2021 is er een inspraakperiode. Waar komen de problemen vandaan en hoe zijn ze op te lossen?

Continuïteit en verandering op de markt

De groenmarkt en de vismarkt, de kaasmarkt, turfmarkt, bloemenmarkt en vlooienmarkt – zulke gespecialiseerde markten hebben een lange geschiedenis die teruggaat tot het begin van stadsvorming. De gemengde markten van tegenwoordig bestaan ruim een eeuw. Ze ontstonden ten tijde van de industrialisatie, in het kielzog van de stadsuitbreidingen aan het eind van de negentiende eeuw. In de nieuwe buurten woonden arbeiders met grote gezinnen en weinig geld, met moeders die op zoek waren naar koopjes. De straathandel werd er zo druk, dat de gemeente regels ging stellen en speciale plaatsen voor handel ging bestemmen.

Op de Albert Cuypmarkt in Amsterdam zijn nog steeds kooplieden te vinden met voorouders die vroeger ook groenten, vis of kaas verkochten. Van de generatie van na de Tweede Wereldoorlog hield een aantal er met corona mee op, en dat was voor mij de aanleiding om hun familiegeschiedenis op te schrijven. Het werd een boekje met familieportretten: Families op de markt. De Albert Cuyp. Op de voorkant staat een foto van vader en zoon Tol met hun viskraam uit Volendam, nog steeds op dezelfde plaats waar grootvader en betovergrootvader Tol hun vis verkochten. Zij staan in hun visserskostuum op de achterkant van het boek, op een schilderij uit de jaren dertig, het afstudeerwerkstuk van een leerling van de Academie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Dat schilderij laat vooral continuïteit zien, maar dat is misleidend omdat er op en om de Albert Cuyp heel veel is veranderd. Families op de markt gaat ook over die veranderingen en over de vraag hoe het verder moet met de markt.

Buurt en markt sluiten niet meer op elkaar aan

De markt is destijds organisch ontstaan. De buurt en de markt sloten precies op elkaar aan, maar juist daar is het misgegaan. De buurt is sneller veranderd dan de markt, en de veranderingen zijn veelomvattend. Waar moet je beginnen? Arbeiders trokken naar steden zoals Purmerend, in hun plaats kwamen eerst studenten en later expats, en toeristen die de markt een aantrekkelijk uitje vinden. De buurt raakte veel dunner bevolkt. Gezinnen kregen minder kinderen, vrouwen gingen buitenshuis werken, en de markt afstruinen was er niet meer bij.

Bij het winkelen draait het tegenwoordig minder om geld dan om tijd, mensen leiden een druk leven en ze willen hun boodschappen zo snel mogelijk doen. Ze gooien hun boodschappenkarretje vol, laden alles in de auto en rijden gauw weer naar huis. Daarnaast kwamen er steeds meer supermarkten met openingstijden waartegen niet viel op te boksen. En er waren tijdelijke problemen, zoals de moeilijke bereikbaarheid door de aanleg van de metro en door onderhoud aan straten en bruggen.

Kooplui en koopwaar veranderden ook

Ook in de marktfamilies deden zich veranderingen voor. De kinderen van de kooplieden kregen kansen in het onderwijs die hun vaders en moeders nooit hadden gehad. Veel van die kinderen gingen studeren. Soms staan ze een dagje in de week in de familiestal, maar de meesten zien daar geen toekomst voor zichzelf weggelegd. Ze worden dokter, manager, journalist, en hun ouders begrijpen dat wel. Het is zwaar werk en de verdiensten zijn laag. De markt blijft overigens een aantrekkingskracht houden. Sommige kooplieden wilden als kind weg van de markt en zijn toch weer op de markt terechtgekomen.

Vroeger moest je alle dagen ‘staan’ om je vergunning te behouden, maar met corona is die regel losgelaten. Dat betekent dat sommigen alleen nog op de wat drukkere dagen in de week komen, zo vanaf de woensdag. Anderen laten het weer meetellen. Regen, wind en kou zijn slecht voor de verkoop. Collega’s klagen over de lege plekken op de markt. ‘Zo kan je geen klantenkring opbouwen.’

Al deze veranderingen hebben hun weerslag op de handel. Het meest in het oog springend is de verandering in aanbod. De markt heeft zich steeds meer aangepast aan de toeristen. Kramen met souvenirs, sapjes en stroopwafels, in alle soorten en maten. Ook staan er handelaars met artikelen uit het Middellandse Zeegebied, met olijven en Turkse pannenkoeken, met Vietnamese Loempia’s. Wie gewoon op de markt boodschappen doet krijgt steeds minder keuze, maar sommige kooplieden zijn er altijd, bij tij en ontij.

Oude klachten bij nieuwe maatregelen blijven

Om deze problemen op de markt op te lossen zouden de gemeente en de kooplieden de handen ineen moeten slaan, maar hun onderlinge verhouding is en blijft gespannen. De gemeente vindt de kooplieden te weinig innovatief, de kooplieden zijn wantrouwend en verwijten de gemeente ‘een volledige desinteresse in het product markt’. De gemeente zal dat zeker ontkennen, maar als je de kooplieden spreekt krijg je ook bij de nieuwe maatregelen de oude klachten: ‘er is te weinig overleg geweest’, ‘wij zijn onvoldoende gehoord’, ‘ondernemers willen alleen maar prettig ondernemen’. En verder beluister je vooral vermoeidheid: ‘Ik sluit me ervoor af. Ik word er doodmoe van.’

Het lijkt een patstelling en er is een balanceeract voor nodig om de impasse te doorbreken. Om alle, vaak tegengestelde belangen in het oog te houden, om het onderlinge wantrouwen te doen verdwijnen en tot een echt overleg te komen. Misschien valt er nog iets te leren van andermans succes, van de boerenmarkten of van de korte-keten-initiatieven met groente die rechtstreeks van het land komt.

Rineke van Daalen is socioloog en werkte aan de Universiteit van Amsterdam. Zij publiceerde onlangs ‘Families op de markt. De Albert Cuyp’. ISBN 9789464188370.

 

Foto: Franklin Heijnen (Flickr Creative Commons) + Rineke van Daalen