COLUMN Nog meer schulden, goed voor onze kinderen?

Onlangs lekte uit dat het kabinet op Prinsjesdag bekend zal maken dat de regering vele miljarden extra wil lenen om de problemen van de toekomst op te lossen. Maar zijn hoge schulden niet een probleem erbij? En hebben we dat geld wel nodig?

Beste Loes,

Je kunt deze brief nu zelf nog niet lezen, want je bent pas een paar weken geleden geboren. Maar ik heb ook een boodschap aan je ouders, en aan alle ouders van kinderen zoals jij, en daarom schrijf ik hem toch maar.

Straks ben je oud genoeg om hem zelf te lezen, en ik ben bang dat je dan wel eens heel boos op ons zou kunnen worden. Namens de grote mensen van 2019 wil ik je daarom nu al onze welgemeende excuses aanbieden. En je ervoor bedanken dat we jouw geld hebben mogen gebruiken om te zorgen dat wij onze problemen niet hoefden op te lossen.

In augustus 2019 hadden we een regering met mensen die zichzelf christelijk, liberaal of sociaal-liberaal noemden. Ze mochten leiding geven aan een land waar honderdduizenden Nederlanders een tweede huis hebben. Een land waar je een vliegvakantie ‘echt wel had verdiend’ omdat het al twee weken had geregend. Een land waar caravans airconditioning hadden.

Miljoenen mensen verdienden hun brood met zaken waarvan je je ernstig kon afvragen welk belang daar precies mee werd gediend. Omdat veel van die mensen niet in de buurt van hun werk gingen wonen, en hun bazen ze niet vertrouwden als ze vanuit huis werkten, moesten al die werkers aanschuiven in de file. Als vier mannen of vrouwen van A naar B moesten, namen ze daar vier auto’s voor, want carpoolen gaf toch wel veel gedoe.

Sommigen kochten daarvoor dan een elektrische auto (de accu’s gevuld met slavenbloed) omdat ze voor het milieu, en tegen klimaatverandering waren. Daarmee bedoelden ze niet het klimaat waarin besluiten werden genomen: dat was gunstig voor de mensen die het goed hadden, en tamelijk beroerd voor de mensen die nog geen huis, geen baan of geen toekomst hadden.

Terwijl we in hoog tempo de laatste fossiele brandstoffen uit onze planeet oppompten en de daarbij vrijgekomen ruimte in de grond opvulden met kernafval en CO2, gingen onze politieke leiders zich ineens zorgen maken over jouw toekomst. Veel van hen hadden Economie gestudeerd en meenden zich daarvan te herinneren dat we jouw toekomst konden redden door nu Economische Impulsen te geven. Dat het precies dat soort impulsen waren die ons op de rand van de afgrond had gebracht was geen onderwerp van gesprek.

Topeconomen bij banken (nog maar vijf jaar na de crisis vroegen we ze weer om advies) babbelden over ‘het dak repareren als de zon schijnt’. Volgens de bankiers zouden we ‘een dief van onze eigen portemonnee’ zijn als we geen geld leenden nu de rente zo laag stond. Ze praatten er natuurlijk niet over dat je geleend geld ooit terug moet betalen of dat rente kan stijgen. Dat hadden ze ook nog nooit verteld aan mensen die zich in de schulden staken voor een koopwoning (waarvan er later heel wat in de problemen kwamen); dus waarom zouden ze het zeggen tegen regeringsleiders die zo hun redenen hadden om de grote jongen uit te hangen met het geld van een ander?

Om precies te zijn, met jouw geld, Loes, en dat van allen die over twintig jaar twintig worden, of dertig, of veertig. Waarom zou je een dief van je eigen portemonnee zijn als je ook die van je kinderen kan leegroven?

Als je iets ouder bent, ga je leren dat ‘lenen’ alleen lenen mag heten als je het eerst gevraagd hebt. Lenen zonder het te vragen noemen we stelen … . Omdat niemand het aan jou gevraagd heeft, vraag ik het maar eens aan je ouders: weten we zeker dat we de portemonnee van Loes en Faas en Maas en al die anderen willen vullen met nog meer schuldpapier, omdat dat goed zou zijn voor hun toekomst?

Als je de economische theorieën over ‘groei’ en ‘arbeidsproductiviteit’ maar voor de helft leest kan je denken dat geleend geld goed is voor de economie. Dat leerden we van economen die zelf nooit een antwoord hadden op de vraag wat schulden betekenen voor de generaties na ons. Toen ze Keynes ernaar vroegen, was zijn antwoord: ‘In the end, we are all dead’. Jonge Grieken hebben inmiddels begrepen dat hij had moeten zeggen: in the end, we are all Chinese.

Schulden zijn veel gevaarlijker dan de voorstanders ervan vertellen, of in elk geval geven ze veel meer onzekerheid dan optimisten durven te erkennen. Zeker als het gaat om schulden die over twintig of dertig jaar moeten worden ingelost is er een grote kans, Loes, dat jouw generatie veel meer vrijheid moet inleveren voor het aflossen van onze schulden dan wij ons nu realiseren.

Maar zelfs Keynes bedoelde niet dat je geld moet lenen in tijden van hoogconjunctuur. Je moet het dak repareren als je er geld voor hebt – je eigen geld – zodat je in barre tijden minder afhankelijk bent van de welwillendheid van anderen. Dat verhogen van de staatschuld ‘goed voor onze kinderen’ zou zijn, dat was natuurlijk een grote smoes. Dat een brede coalitie de handen op elkaar kreeg voor het heropenen van de leenkraan was niet omdat wij of jullie een tekort aan iets hadden.

Eigenlijk is het precies andersom. Op papier hadden we 300.000 woningen tekort, maar tegelijkertijd konden Nederlanders in 2019 beschikken over 60 m2 woonruimte per persoon. Wonen op een vakantiepark was verboden, maar honderdduizenden hadden wel een tweede huis in het bos, en dat mocht wel. De smoes was dat we dat deden uit natuurbehoud. Dankzij zulke smoezen kon de regering ons wijsmaken dat we jouw geld nodig hadden voor ‘een impuls in de woningbouw’.

Hetzelfde is te vertellen over het verkeer, het onderwijs, de arbeidsmarkt. Tekorten werden veroorzaakt doordat sommigen veel te veel van iets hadden en het niet wilden delen. Politici werden niet gekozen als ze riepen dat mensen best met iets minder vakantie toe zouden kunnen, of als ze zeiden dat er twee mensen in één auto pasten. Ze mochten niet hardop zeggen dat onderwijsvakbonden vasthielden aan een hopeloos verouderd curriculum waarin miljarden werden verspild. Dat toegeven, was politieke zelfmoord. Dus riepen politici dat de rente laag genoeg was om van alles nog meer te hebben.

Dank je wel, Loes, dat jouw geld ons geholpen heeft om ongemakkelijke waarheden voor ons uit te schuiven. En sorry, dat wij onze problemen probeerden op te lossen met meer, heel veel meer, van hetzelfde. We hopen dat je begrip hebt voor onze leugens over het dak dat gerepareerd moest worden: we hebben je niet gevraagd wat voor dak jij later nodig hebt, maar hoopten dat dat van ons nog jaren meekon dankzij jouw gulle giften.

Ik hoop dat je ouders zich hebben georganiseerd om naar de rechter te stappen om deze vorm van diefstal te laten verbieden. Ik hoop dat de rechter inziet dat deze leningen niet nodig zijn om jou een betere wereld te geven, maar een sluiproute om die van onszelf te redden. Op zijn minst zou de rechter kunnen aandringen op een serieuze verkenning van jouw toekomst, zodat we zeker weten dat we het goede scenario aan het uitvoeren zijn.

Beste Loes, als je oud genoeg bent om ernaar te vragen zullen we je moeten antwoorden dat we echt wel wisten dat onze argumenten voor nieuwe leningen niet klopten. Er was nooit een goede reden om jouw geld te gebruiken om onze vorm van welvaart te kunnen vasthouden.

Ik hoop dat de prijs die jij daarvoor moet betalen niet te hoog is.

Klaas Mulder, een collega van je moeder