We moeten het weer over zorgzame buurten hebben, want de ontwikkelingen gaan weliswaar gestaag, maar niet hard genoeg. Wat je vaak ziet is het volgende patroon. Initiatieven beginnen klein, soms met voorzorgcirkels. Het enthousiasme neemt toe, het leger vrijwilligers wordt uitgebreid, de activiteiten groeien en het burgerinitiatief speelt een steeds belangrijkere rol in de buurt. Dan komt er een moment dat een initiatief aan zichzelf ten onder kan gaan zonder adequate ondersteuning.
Dat vergt zoveel tijd en aandacht dat maar weinig vrijwilligers dit willen en kunnen opbrengen
Met het toenemen van de activiteiten en de belangrijker wordende rol nemen ook de verantwoordelijkheid en complexiteit toe. Daarmee omgaan vergt zoveel tijd en aandacht dat maar weinig vrijwilligers dit willen en kunnen opbrengen. Er ontstaat dus behoefte aan een betaalde kracht, die zorgt voor de coördinatie en continuïteit, anders loopt het de vrijwilligers over de schoenen. Nou, krijg dat maar eens geregeld.
Betalers niet bashen
Het blijkt superingewikkeld om gemeenten of andere betalers zo ver te krijgen de professionele kracht structureel te financieren. Terwijl ze zelf zwaar profiteren door minder uitgaven op tal van beleidsterreinen.
Zorgkantoren eten gezellig mee doordat mensen minder snel in een verpleeghuis belanden
In het vaak genoemde voorbeeld van Austerlitz bespaart de gemeente tonnen op de Wmo, en dan laat ik andere posten op de gemeentelijke begroting nog buiten beschouwing. Zorgverzekeraars profiteren ook door lagere zorguitgaven. Zorgkantoren eten gezellig mee doordat mensen minder snel in een verpleeghuis belanden.
Argumenten om niet te betalen snijden lang niet allemaal hout en frustraties bij vrijwilligers kunnen oplopen
Het is verleidelijk de betalers nu eens stevig te gaan bashen, want de argumenten die worden aangedragen om niet te betalen snijden lang niet allemaal hout en de frustraties bij goedwillende vrijwilligers kunnen behoorlijk oplopen. Maar dat ga ik niet doen. Met een loket probeer ik juist zorgverzekeraars en gemeenten te helpen om iets dat kennelijk complex is, simpeler te maken. Om dat te doen moet je eerst snappen waarom het complex is.
Complex 1: schotten
De kracht van zorgzame buurten is een ‘moeiteloze mix’ aan activiteiten met impact dwars door alle levensdomeinen heen. Financiers hebben te maken met schotten die niet willen vlotten. Er is al veel over dit probleem geschreven. Zoals een wethouder het verwoordde: ‘Waarom zou ik investeren als de zorgverzekeraar incasseert?’ Zelfs binnen gemeenten bestaan schotten tussen de verschillende onderdelen en dat maakt het allemaal niet simpeler.
Wees pragmatisch, ga praten met de zorgverzekeraar en zorg voor een revolverend fonds
Je hoort mij niet beweren dat het probleem van de wethouder een simpele oplossing heeft, maar er zijn er toch wel minimaal drie. Ten eerste: wees pragmatisch als gemeente. Het zal best kunnen dat andere partijen profiteren, maar je profiteert ook zelf stevig, dus waarom niet investeren? Als je zelf twee euro terugkrijgt voor je ingelegde euro is het niet erg als je buurman ook een euro krijgt.
Ten tweede: ga praten met de zorgverzekeraar. Die begint langzaam maar zeker ook in te zien dat IZA (Integraal Zorgakkoord) niet de wijsheid in pacht heeft en wil misschien wel co-financieren. Ten derde – toekomstmuziek, toegegeven: zorg voor een revolverend fonds op basis van maatschappelijke uitkomsten waar alle partijen die profiteren geld in storten. Bij zo’n fonds wordt geld beschikbaar gesteld dat met rente terugbetaald moet worden.
Het kan helpen de baten in kaart te brengen
Om te beoordelen welke oplossing het meest geschikt is, kan het helpen de baten in kaart te brengen. Wat is de orde van grootte, waar slaan ze neer en wanneer? Vandaar dat ik nu samen met Nederland Zorgt Voor Elkaar, Vita Valley en Vilans bezig ben met een SROI (social return on investment) van Sociaal Centrum in Eijsden. Het doel is om van deze casus ook te leren over soortgelijke initiatieven elders in het land.
Complex 2: vele doelen
Als ik mij probeer te verplaatsen in gemeenten dan kan het perspectief veranderen. Er komt een zorgzaam buurtinitiatief op je af, je hebt je geld voor dat jaar al vergeven, het komt uit een buurt binnen je gemeente waar dingen al relatief goed gaan (dat is namelijk vaak zo) en ze willen geld. Geld waar je, zeker op het eerste gezicht, geen natuurlijke pot voor hebt. Voor een deel van de activiteiten die het initiatief van plan is te gaan doen met het geld lopen ook talrijke andere initiatieven die ook om aandacht en middelen vragen. Best ingewikkeld, toch?
Begin bij de burger, zie wat daar kan en ga dan pas shoppen bij professionals
Een oplossing kan hier bestaan in een voorstel dat ik in een vorige column deed. Gemeente, begin bij de burger, zie wat daar kan en ga dan pas shoppen bij professionals. Er is geen wet die dat in de weg zit. Het kan morgen worden ingevoerd. Een oplossing voor het buurtenprobleem is om van de successen in één buurt te leren en die te gebruiken voor de buurten die nog wat achterlopen. Zo kunnen investeringen in één buurt veel breder renderen.
Complex 3: cultuur
Het denken in termen van kansen voor de burger vereist een stevige omslag in cultuur, en echt niet alleen bij gemeenten of zorgverzekeraars. Ook bij burgers zelf. Burgers hebben groot gelijk als ze een meewerkende overheid verwachten. Tegelijk zijn we als land verwend geraakt dat alle problemen die bij het leven horen door de zorg of de overheid worden opgelost. Dat vereist ook een omslag bij burgers.
Een behulpzame cultuur betekent denken in termen van oplossingen
Een behulpzame cultuur betekent denken in termen van oplossingen, denken wat iets oplevert, niet alleen wat iets kost, en breed denken: niet alleen aandacht voor de eigen toko. Wat helpt is om in informele netwerken aan oplossingen te denken met partijen met verschillende belangen, zonder agenda of financieel gedoe.
Structurele financiering organiseren voor burgerinitiatieven vereist moed en creativiteit van medewerkers
En wat helemaal helpt is als alle betrokken organisaties het medewerkers makkelijker maken op ‘groene knoppen’ te drukken. Hoe je het ook wendt of keert, structurele financiering organiseren voor burgerinitiatieven vereist van alle partijen moed en creativiteit van medewerkers; vaardigheden die niet altijd de waardering krijgen die ze verdienen.
Omdenken
Laten we omdenken. We beginnen niet met een ‘bedelvraag’ voor structurele financiering voor een burgerinitiatief. We beginnen met wat we als buurt maatschappelijk het liefst willen in de breedste zin des woords. Wat zijn de behoeften? Waar liggen knelpunten? Wat kan de buurt zelf? Wat levert het op als dat goed is georganiseerd?
Pas als we dat weten, gaan we kijken hoe we dat als maatschappij het best kunnen organiseren. Is dat met een structurele financiering voor een professionele buurtondersteuning? Zou zo maar de uitkomst kunnen zijn.
Marcel Canoy is hoogleraar gezondheidseconomie en dementie aan de VU. Hij is daarnaast adviseur van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) en werkzaam bij Vilans.