COLUMN Tjerk Gualthérie van Weezel: Laat de rijkaards lekker in de binnenstad wonen

De inkt van het nieuwe regeerakkoord was nog maar amper droog of de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties congresseerde er al over. Corporatiebobo’s, vertegenwoordigers van huurders, welzijnsinstellingen en lokale politici zaten als konijnen met grote ogen in de koplampen naar de nieuwe kabinetsplannen te kijken. ‘Wat gebeurt ons nu?’

Belangrijkste veranderingen: De overheid gaat bij de corporaties voor 2 miljard euro per jaar ‘verhuurdersheffing’ afromen en wil de huren ‘marktconform’ maken. Voor Amsterdam allebei problematisch. Huren zouden ten eerste zeer scherp omhoog gaan. Daardoor dreigt de hoofdstad, met name de populaire wijken binnen de ring, onbetaalbaar te worden voor mensen met een laag inkomen. Ander punt van zorg: door de heffing kunnen de woningcorporaties niet meer investeren. Dikke streep door nieuwbouw- de stadsvernieuwingsplannen die de verhuurders de komende jaren op stapel hadden staan.

Na afloop van de conferentie was er onder de lokale PvdA-politici, die in Amsterdam de dienst uitmaken, één groot schrikbeeld: ‘de ongedeelde stad dreigt te verdwijnen’. De ongedeelde stad is een oud sociaaldemocratisch ideaal in de hoofdstad. Arm en rijk moeten in Amsterdam (emancipatie van de arbeider) naast elkaar leven. In alle stadsdelen is daarom vastgelegd dat minimaal een derde van alle huizen uit sociale huurwoningen moet bestaan.

Als de huren ‘marktconform’ worden is het afgelopen met de ongedeelde stad, vreesden veel PvdA‘ers. De binnenstad wordt dan voor lage inkomens onbetaalbaar, net als populaire buurten als De Pijp en Oud-Zuid. Bovendien hadden verhuurders als mogelijke oplossing voor hun geldgebrek gesuggereerd dat zij hun huizen in de binnenstad wel wilden verkopen. ‘De stad wordt zo doormidden gekliefd in een deel waar wonen betaalbaar is en een deel dat ontoegankelijk wordt voor grote delen van haar inwoners’, schreef wethouder Freek Ossel bezorgd over die plannen in Het Parool.

Het idee van gemengde buurten is natuurlijk nobel - over nut en noodzaak daarvan is er op deze site al veel geschreven. Maar laten we wel even vaststellen dat de ongedeelde stad in de het huidige Amsterdam een tekentafelwerkelijkheid is. De sociale huurwoningen in het centrum en Amsterdam-Zuid worden vooral bevolkt door mensen die er al heel lang inzitten, weinig huur betalen en inmiddels relatief goed verdienen. Daarnaast tiert juist in die buurten de illegale onderhuur welig, en wordt er dus al veel meer voor betaald dan de schappelijke huren op basis van de wet toestaat.

Gemengde buurten zijn het ook niet omdat de gezinnen uit de middenklasse er niet meer tussen komen. Die verdienen te veel om een sociale huurwoningen te kunnen bemachtigen en een koophuis is er onbetaalbaar. Zo krijg je dus hele buurten waar alleen de rijken en armen welkom zijn. Is dat nou ongedeeld?

Natuurlijk sta je als PvdA’er niet te juichen als populaire stadswijken definitief worden overgelaten aan de hoogste bieder. Maar het lijkt nu toch veel belangrijker om een andere monocultuur te bestrijden: die van wijken waar de armoede zich dreigt op te stapelen. Dat is natuurlijk ook het wezenlijke idee achter de ‘ongedeelde stad’: voorkomen dat er getto’s ontstaan. Daarnaast lijkt ook de woningnood in Amsterdam een kwestie van grotere importantie dan het in stand houden van een ideaal dat niet eens bestaat.

Het lijkt in dat licht veel zorgelijker dat door de nieuwe regeringsplannen alle stadsvernieuwingsprojecten in de buitenwijken op losse schroeven staan. Waarom is dat niet de grootste zorg van de lokale sociaaldemocraten? Waarom vinden zij een gemengde binnenstad belangrijker dan gemengde buitenwijken? En de behoeften van de grote massa die dolgraag een koop- of huurhuis in de hoofdstad zou willen?

Dankzij het verkopen of duur verhuren van sociale huurwoningen in de binnenstad en Amsterdam-Zuid is er mogelijk genoeg geld om elders in de stad toch nieuwe woningen te bouwen, buitenwijken te blijven mengen en verbeteren. Wijken waar mensen met lage inkomens een fijn corporatiehuis kunnen huren, waar studenten thuis zijn, en waar leraren en verplegers iets kunnen kopen of huren in de vrije sector. Dan laten we de rijkaards lekker in de binnenstad tussen de toeristen wonen.

Tjerk Gualthérie van Weezel is economieredacteur van de Volkskrant.