COLUMN Asha ten Broeke: Waar komt het overgewichtstigma nou écht vandaan?

‘Het moet maar eens afgelopen zijn met al dat gevreet.’ Dat zei MAMA-hoofdredacteur Phaedra Werkhoven op het tv-programma Debat op 2. Onderwerp van de uitzending was overgewicht: wiens verantwoordelijkheid is het en wat kan eraan gedaan worden? Eerder had tv-kok Pierre Wind een man van meer dan tweehonderd kilo toegeroepen dat hij ‘Loco loco loco!’ oftewel ‘gek gek gek!’ was dat hij het zover had laten komen.

Deze toon hoor ik vaker in het overgewichtdebat. Wie te dik is heeft schuld, is de gedachte, dus iemand van tweehonderd kilo verdient alles wat hij krijgt. En meer, want hij verpest het niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de hele samenleving: wie te zwaar is, is ongezond en daarmee duur in de zorgkosten. Wie zo denkt, komt al snel tot dezelfde conclusie als een lezer van mijn column in Trouw: ‘Zwaarlijvigheid kan wat mij betreft niet genoeg gestigmatiseerd en ontmoedigd worden.’

Als iemand die zelf haar hele leven lang te dik is, maakt zo’n houding me verdrietig. Mensen vergeten hoe groot de impact is van de omgeving waar je op elke straathoek eten kunt kopen. Mensen vergeten dat het verschil tussen een dun en een dik iemand voor het grootste deel wordt gemaakt door genen. Ik heb er nooit voor gekozen om dik te worden: ik ben het gewoon.

Als journalist maakt die stigmatiserende houding ten opzichte van overgewicht me echter ook nieuwsgierig. Waar komt dat stigma eigenlijk vandaan? Wanneer ik (dunne) mensen ernaar vraag, vertellen ze me vaak dat ze moeite hebben met overgewicht omdat het dure gezondheidsproblemen oplevert. Artsen zeggen iets vergelijkbaars: hun bezorgdheid over obesitas komt voort uit de medische risico’s die zwaarlijvigheid met zich meebrengt.

In mijn nieuwe boek ‘Eet mij’ (geschreven met coauteur Ronald Veldhuizen) besteedde ik een hoofdstuk aan het stigmatiseringsvraagstuk. Tijdens het researchen stuitte ik op een historische analyse van obesitas, gemaakt door de Amerikaanse geschiedenishoogleraar Peter Stearns. In die analyse maakt hij iets duidelijk wat voor mij een grote eye-opener was: het stigma was er veel eerder dan de zorgen over de gezondheidsgevolgen van overgewicht.

In feite begon de opwinding over overgewicht als een modeprobleem. In Frankrijk was aan het eind van de 19e eeuw tengerheid in de mode geraakt, en aangezien dat land toentertijd toonaangevend was op dat gebied, wilden in heel Europa en de VS de vrouwen uit de hogere klassen aan dit ideaal voldoen. Mager was het helemaal.

Lijnen was echter – ook toen al – een notoir lastige aangelegenheid. Omdat de nu amodieuze kilo’s er niet vanzelf afvlogen, zagen kwakzalvers – eveneens: ook toen al – hun kans schoon om allerlei afslankproducten aan de man te brengen. Advertenties in kranten en tijdschriften zetten de toon die we vandaag de dag nog steeds zo goed kennen uit het overgewichtdebat. Een voorbeeld uit een Amerikaans tijdschrift uit het begin van de 20ste eeuw: ‘Gebruik NU Rengo. Wacht niet tot u een walgelijke verschrikking bent’. Nog één: ‘Vet is gevaarlijk. Het is onooglijk, oncomfortabel, ruïneert uw figuur, veroorzaakt rimpels, kwabberigheid en verlies aan kracht. Laat me u mijn bewezen behandeling voor niets toesturen; u kunt veilig uw vet verminderen met een pond per dag.’ Tijdschriftredacties lieten deze trend natuurlijk niet aan zich voorbij gaan. Ook zij schreven artikelen over de gruwelen van dik zijn. Daarmee raakte de middenklasse betrokken bij de nieuwe mode.

Omdat Rengo en de andere kwakzalfmiddeltjes natuurlijk niet werkten, kwamen mollige mensen met een slankheidswens uiteindelijk bij hun arts terecht. Die stuurden deze mensen in eerste instantie naar huis, omdat zij overgewicht niet als medisch probleem zagen. Dokter Woods Hutchinson schreef in 1910 in de Cosmopolitan dat het meeste vet onschadelijk was, en dat het probleem dat mensen ermee hadden vooral met schoonheidsoverwegingen te maken had. De meeste dikke mensen waren, in zijn woorden, ‘energieke, efficiënte en succesvolle individuen die gelukkige, gezonde en nuttige levens leidden.’

Die houding veranderde na verloop van tijd. Ondanks hun eerdere onwil raakten artsen via hun patiënten betrokken bij de overgewichtkwestie. Dat had een interessant bijgevolg: waar ze eerst nuchter waren geweest over vetzucht, raakten ze nu gealarmeerd. Rond 1920 hadden de meeste dokters het standpunt ingenomen dat overgewicht onwenselijk was en dat het aantal overtollige kilo’s moest worden teruggebracht. Een uitspraak van een arts uit die tijd onderstreept dat dit nog steeds niets met gezondheid of voortschrijdende medische kennis te maken had, maar alles met cosmetische redenen: ‘Het lichaamsgewicht moet worden teruggebracht zodra een teveel aan vet het oog onwelgevallig is of de harmonie van het lichaam ontsiert.’

Deze enorme kentering in het culturele denken over overgewicht – van ‘geen probleem’ naar ‘weg ermee’ – zien we tot op de dag van vandaag terug. Achter de artikelen, televisie-uitzendingen en overheidsrapporten die zich keurig richten op de gezondheidsrisico’s van overgewicht en obesitas, sluimert in onze samenleving een soort ‘vetisme’ dat zijn wortels vindt in het begin van de vorige eeuw. Onderzoek naar stigmatisering laat duidelijk zien dat het ‘ontsierende vet’ en de ‘walgelijke verschrikking’ nog springlevende denkbeelden zijn.Kinderen in de basisschoolleeftijd blijken bijvoorbeeld niet te willen drinken van een drankje dat is klaargemaakt door een dik kind: dat roept teveel walging bij ze op. Een geneeskundestudent vertelde in een vakbladpublicatie dat ze vindt dat obesitas ‘iemands eigen fout is, want ze hebben moeten eten om zo te worden. Je kijkt ze vol walging aan, zo van “jij kunt niet voor jezelf zorgen, en nu moet ik allerlei mensen gaan vragen om me te helpen je te behandelen en waarschijnlijk ga je daarna nog steeds niet voor jezelf zorgen”.’ Verpleegkundigen gaven in een vragenlijstonderzoek aan dat ze liever niet voor obese mensen zorgen omdat ze dit weerzinwekkend vinden. Uit een andere studie blijkt dat de meerderheid van de huisartsen mensen met obesitas zien als lui en waardeloos. Hierin echoot het gedachtegoed uit het begin van de vorige eeuw luid en duidelijk.

Natuurlijk lopen mensen met overgewicht – zeker als ze er ook een passieve levensstijl op nahouden – wat meer kans op allerlei medische narigheid als diabetes, hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten. Maar die risico’s staan in geen verhouding tot de felheid – ‘Loco loco loco!’ – waarmee dikke mensen in onze samenleving gestigmatiseerd worden. Dat is geen wonder, want de hatelijkheden waarmee de zwaarlijvigen zich geconfronteerd zien, hebben niets te maken met gezondheidszorgen. Ze hebben te maken met dat eeuwoude idee: vet is lelijk, en wie niet afvalt is lui en verkeerd. Het enige verschil met toen is dat het nu niet meer modieus is om dat hardop te zeggen.

Willen we de stigmatisering van dikke mensen tegengaan, dan is het belangrijk om dat te onderkennen. Nu praten we te weinig over dogma’s en denkbeelden, en te veel over gezondheidszaken als de precieze gevolgen van overgewicht, de exacte kosten. Allemaal erg interessant, maar dat is nauwelijks de reden dat er met zoveel felheid en alarmisme over dit onderwerp wordt gesproken. Laten we onszelf niet meer wijsmaken dat een opmerking als ‘het moet maar eens afgelopen zijn met al dat gevreet’ voorkomt uit medische bezorgdheid. Daar knapt het overgewichtdebat ongetwijfeld van op.

Deze post hoort bij de blogtour van Eet mij: de psychologie van eten, dieten en te veel eten. De auteurs, Asha ten Broeke en Ronald Veldhuizen, laten elke dag een nieuwe post los op een ander blog. Eergisteren schreef Asha een open brief aan minister Schippers op Joop.nl. Morgen (28-11) schrijft Asha over geniepige voedingsreclames op etenschappelijk.nl. Virtuele groupies zijn uiteraard van harte welkom, laat dan vooral ook via de reacties even weten dat je hier bent geweest.

Het volledige tourschema kun je hier vinden.

Dit artikel is 3296 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (4)

  1. Asha,

    net als roken 50 jaar geleden geen probleem was, zijn we tot een ander inzicht gekomen. Obesitas is sociaal onwenselijk juist omdat het tot hogere zorgkosten leidt. Juist omdat we in het vliegtuig niet naast een zwetende kwab willen zitten, die half over onze stoel heenhangt, zodat we klem zitten. Juist omdat het kijken naar mensen die voortdurend pijn aan rug en knieën hebben vanwege dat extra gewicht ons zorginstinct aanwakkert. Juist omdat kinderen van 8 er niet voor gekozen om een leven te leiden van pijn, afwijzing en minderwaardigheidsgevoel. Juist omdat mensen zoals jij de schuld bij anderen leggen, en niet bij jezelf.

  2. Eindelijk komt er wat tegengewicht (pun intended) tegen de magerheid-hysterie. De ‘hypocrisie’ dient aan de kaak gesteld te worden, het krom-denken en de krom-speak dienen ontmaskerd te worden. Het wordt tijd om de meer dan 100-jarige clichés overboord te gooien.

    Er gaat veel meer ziekteverzekering-geld naar mensen die bezeten zijn van’fitness’. Een initiatief zoals ‘Start to run’ veroorzaakte een golf van (knie)gewrichtsontstekingen en blessures. Om maar één voorbeeld te noemen. Neen ‘sport’ is niet gezond.

    Spijtig genoeg is bedrog en kwakzalverij van alle tijden, en de mensen vergeten dat de ’trends’, zowel qua lifestyle als gezondheid, in de eerste plaats dienen om aandeelhouders-waarde te creëren, en in de tweede plaats om mensen ‘dwaas’ te houden en narcistisch.

    Laat de mensen zich bezighouden met zichzelf, verkoop ze hun eigen ‘problemen’, en ze hebben niet de moed noch de tijd meer om zich te engageren en om zich bezig te houden met de ‘gemeenschap’, en met de ‘echte’ maatschappelijke en ‘echte’ politieke problemen.

    Geen last meer van kritische filosofen en dissidente wetenschappers, immers ieder wordt geleerd om naar de eigen navel staren, wanend en in de hoop dat de ‘meridiaan van Greenwich’ ooit de weg naar die zelfde eigen navel zal vinden..

    Dank u Asha ten Broecke en dank u Ronald Veldhuizen, jullie boodschap kan niet veelvuldig genoeg verspreid te worden..
    .

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *