‘Dat is toch niet te doen… als een spook leven’

Hoe voelt het om uitgesloten te worden? In haar boek ‘Verborgen Verhalen' schrijft vluchteling en politiek filosoof Tina Rahimy over het leven als een spook. Ook geeft ze aan hoe onderwijs een uitweg kan bieden. Een fragment.

Sommige leraren ontmoet je alleen in boeken, sommigen in volle zalen, sommigen zijn passanten en sommigen zijn simpelweg je studenten. Na een jaar geen baan te hebben gevonden werd ik uiteindelijk door een vriend gevraagd om de toekomstige generatie sociaal werkers les te geven.

Vooroordelen over hbo-onderwijs bevestigd

Laat ik een aantal vooroordelen over het onderwijs op het hbo bevestigen. De klaslokalen zijn te vol en de kinderen doen hun huiswerk meestal niet. Ze zijn luidruchtig en zijn vaak druk aan het spelen met hun mobiel. In eerste instantie lijken ze een grote uitdaging voor een leraar die gewend is om les te geven aan welgemanierde filosofiestudenten.

Niettemin, het waren juist deze studenten die me iets gaven dat ik niet kon leren als leerling en leraar op de universiteit. Het was niet op een abstract niveau of conceptueel niveau. Ze hebben meestal een hekel aan onaardse concepten. Hun taal is van een ander niveau, op het niveau van het leven.

Ze communiceren met een eenzame oudere, een thuisloze, een crimineel, het straatjong, het misbruikte kind, een geslagen echtgenoot. Ze hebben mijn vocabulaire niet nodig om te zien wat een samenleving vergeten is te zien. De gemarginaliseerden. Wat ze me leerden was een les op een ander niveau. Ze leerden mij wat het betekent om werkelijk toe te geven aan het begeren van de wijsheid, niet de kundigheid maar de samenspraak die de wijsgeer moet leren te implementeren.

(…) Daar zitten ze dan. Een volle klas. Studenten die studeren bij sociaal werk. Les ethiek. We hebben het over rechten en plichten. Over wat het betekent om een burger te zijn en wat het betekent om geen burger te zijn. We bespreken de termen rechtszekerheid, rechtsgelijkheid en openbaarheid. Ik vraag ze of ze erachter staan. Of ze de meerwaarde ervan weten. Eerst willen ze natuurlijk weten wat de termen betekenen.

Strijden voor principes?

Ik voorzie ze van normatieve definities. Dat je het recht hebt om een beroep te doen op een wetsysteem, het recht hebt om degene die je onderdrukt aan te spreken en voor de rechter te slepen. Dat je als burger het vertrouwen moet hebben dat het voor het rechtssysteem niet uitmaakt wie iemand is, wat iemand gelooft of welke ideologie iemand heeft, of welke sociaaleconomische status. Het objectieve recht, de onafhankelijke rechtspraak zal neutraal blijven ten opzichte van verschillen en ieder in een gelijke situatie op een gelijke wijze behandelen. Rechtstaat beroept zich op het recht om het recht op te eisen, op transparantie en op openheid, zonder een onderscheid te maken tussen mensen.

Ik laat zoals meneer K. een stilte vallen, want als ik om hun mening vraag dan moet ik ook de ruimte geven om deze mening te vormen, en ik vraag ze weer maar dan langzamer: ‘Vinden jullie deze principes van rechtszekerheid, rechtsgelijkheid en openbaarheid belangrijke principes? Willen jullie hiervoor staan, willen jullie voor deze principes vechten en strijden?’

Eenstemmig knikken ze ja, ja ze gaan ervoor. Ik stel dan de fatale vraag die de sfeer zal laten omkeren: Waarom? Ze aarzelen nog niet, zeker van hun zaak menen deze jonge zielen letterlijk dat elk mens het recht heeft om zijn rechten op te eisen, dat ieder individu gelijk is aan elk andere. ‘Ja, we moeten het doen!’ Zeggen ze. ‘Want anders worden we onbeschaafd. Dat is toch logisch, vanzelfsprekend …. Het is toch gewoon normaal.’

Rechtsgelijkheid is niet vanzelfsprekend

De discussie lijkt afgelopen te zijn. De klas lijkt er unaniem over eens te zijn wat normaal is. Maar als docent draag je de ondraaglijke last om de studenten te laten zien dat de wereld anders werkt. Meneer K. moest ons leren dat wijsheid nooit gegeven is, en ik moet hun leren dat rechtsgelijkheid geen vanzelfsprekend gegeven is. Dat het vanzelfsprekende vaak niet vanzelfsprekend is. Dat de normale beschaafde omgang vaak ook zeldzaam is. Meneer K. moest echter lachen om onze naïviteit, ik voel meestal wanhoop die tot irritatie leidt. Ergens wil ik dat zij weten wat ik weet, ergens ben ik wanhopig dat ze het nooit zullen begrijpen. Mijn irritatie lijkt nog beheerst en didactisch verantwoord.

‘Jullie zeggen mensen en niet burgers. Dus jullie vinden dat alle mensen hier recht op hebben?’

Ja… knikken ze bevestigend. Er is nog steeds geen aarzeling.

‘En als je naar de wereld kijkt, hebben alle mensen het recht, het vermogen en de veiligheid om op een transparante wijze hun recht op te eisen? Krijgt iedereen de kans?’

‘U weet wat het is om een spook te zijn’

Aan hun stilte merk ik al dat het optimisme al wat gedaald is. Nee. Nee. Niet iedereen heeft dat. Wie niet? Vraag ik hen. Ze lezen hun apps, hun korte berichtjes. Al snel weten ze wie het recht niet heeft om zijn rechten op te eisen.

‘Vluchtelingen mevrouw. Vluchtelingen. Illegalen, illegalen kunnen het niet eisen.’

Ze kijken elkaar aan.

‘Die bestaan dan niet.’ Zegt er één.

‘Wat bedoel je?’ Zegt een ander.

‘Nou dat ze voor de wet niet bestaan, niemand weet waar ze zijn en wat ze doen. Ze lijken wel spoken … geesten.’

En ze kijken mij aan. Want daar hopen ze dan het antwoord te vinden.

‘Dat is toch niet te doen mevrouw. Dat is toch niet te doen… als een spook leven.’

Ze kennen geen beleidsnota’s, ze gebruiken geen juridische woorden. Toch, hun verontwaardiging is meer dan een persoonlijk gevoel, het beroept zich op een visie die ze hebben op een mensenleven. Van wat het inhoudt om te leven als een mens. Plotseling komt er een vraag die ik niet hebt verwacht.

‘U weet wat het betekent mevrouw. U weet wat het is om een spook te zijn.’ (…)

Ze blijven aandringen en ik laat me na een lange tijd weer gaan. Even stuurloos, even niet een docent, maar van medemens tot andere medemensen. De woede suist omhoog en laat mijn stem trillen. Het verhaal laat niet meer op zich wachten.

Tina Rahimy vluchtte met haar ouders uit Iran. Ze is politiek filosoof en lector Sociaal Werk aan de Hogeschool Rotterdam. Dit artikel is een fragment uit haar boek ‘Verborgen verhalen, over leermeesters en inspiratoren’, verschenen bij uitgeverij Ten Have, ISBN 9789025906726.

Foto: Lead Beyond (Flickr Creative Commons)