De conservatieve reflex van millenials

Vanzelfsprekende waarden en normen waar Nederland internationaal bekend om staat, zijn steeds vaker onderwerp van discussie. Zijn we de afgelopen tijd anders gaan denken over kernwaarden als vrijheid, gelijkheid, en solidariteit?

De Nederlandse samenleving lijkt de afgelopen jaren grote veranderingen te hebben ondergaan die ook hun weerklank hebben in het politieke en maatschappelijke debat. De economische crisis, de onvrede over het zorgsysteem en de vluchtelingencrisis, om er maar enkele te noemen, zorgen voor verharde discussies. Niet in het minst op sociale media.

Waarden en opvattingen die voorheen als vanzelfsprekend werden beschouwd, worden ter discussie gesteld. Pippa Norris en Ronald Inglehart spreken in dit opzicht zelfs van een zogeheten ‘culturele backlash’, waarbij samenlevingen een conservatievere reflex vertonen als antwoord op de toegenomen progressiviteit. De vraag is of dit ook in Nederland het geval is. Zijn we anders gaan denken over kernwaarden als vrijheid, gelijkheid en solidariteit? En welke groepen zorgen dan voor deze veranderingen?

In het Mens en Maatschappij-themanummer, dat vandaag verschijnt, onderzoeken we samen met een aantal gastauteurs hoe Nederlanders, jong en oud, de afgelopen decennia zijn veranderd in hun opvattingen over religie, moraliteit, tolerantie en solidariteit. We gebruiken hiervoor de gecombineerde Nederlandse data van de European Values Study (EVS), een grootschalig, landenvergelijkend onderzoek naar waarden in Europa, dat bijna veertig jaar (1981-2017), meer dan een hele generatie, bestrijkt. Door zo’n lange periode in kaart te brengen, kunnen we veranderingen in waarden en cohortverschillen (niet leeftijdgebonden verschillen tussen generaties) goed bestuderen.

Een stille culturele revolutie

Als theoretisch uitgangspunt gebruiken we daarbij de moderniseringstheorie. Deze stelt dat samenlevingen een stille culturele revolutie ondergaan onder invloed van economische welvaart. Door blootstelling aan materiële welvaart gaan jongeren meer progressieve waarden ontwikkelen in vergelijking met de ouderen die in economisch meer onzekere omstandigheden zijn opgegroeid.

De verwachting is dan dat we Nederland gradueel progressiever zien worden door een generationele vervanging van oudere, meer conservatieve cohorten, door jongere, meer progressieve cohorten. Dit model toetsen we in vier kerndomeinen: religiositeit, moraliteit, distantie tegenover minderheden, en sociale solidariteit. Op alle vier domeinen zien we gelijkaardige trends, waarbij nuance belangrijk is, die we hier ook bespreken.

Een persoonlijke God

Allereerst laten Pepijn van Houwelingen en Joep de Hart zien dat Nederlanders minder traditioneel religieus zijn geworden: het aantal mensen dat lid is van een kerkgenootschap, regelmatig naar de kerk gaat, of gelooft in een persoonlijke God is in de periode 1981-2017 gedaald. Daar staat tegenover dat het geloof in een soort levensgeest of kracht en het geloof in re-incarnatie de laatste decennia juist is toegenomen.

Deze veranderingen zijn voor een groot deel een cohorteffect, toe te schrijven aan de babyboomers (de generatie geboren tussen 1940 en 1960). Opmerkelijk is dat de jongste geboortecohorten, geboren na 1980, weer wat traditioneler religieus zijn dan de generatie voor hen. Onderstaande grafiek laat bijvoorbeeld zien dat deze zogenoemde millenials weer wat vaker regelmatig naar de kerk gaan.

Percentage Nederlanders dat minstens maandelijks een relgieuze dienst bezoekt

Bron: EVS 1981-2017, gewogen gegevens

Abortus, echtscheiding, euthanasie

Quita Muis, Inge Sieben, Tim Reeskens en Loek Halman laten vervolgens zien dat alle Nederlanders, jong en oud, beduidend toleranter zijn geworden tegenover seksueel-ethische aspecten van het leven (homoseksualiteit, abortus, echtscheiding, euthanasie en zelfdoding). In onderstaande figuur ligt de lijn van 2017 voor ieder geboortecohort immers hoger dan die van 2008 en de andere jaren, terwijl de lijn van 1981 de laagste scores laat zien.

Ongeveer een derde van deze trend kan aan verschillen tussen cohorten worden toegeschreven: de jongere, meer tolerante cohorten nemen langzaamaan de plaats in van oudere en minder tolerante cohorten. Opnieuw blijkt het jongste cohort een uitzonderlijke positie in te nemen: de millenials zijn wat minder tolerant dan de babyboomers.

Morele tolerantie op een schaal van 1 (nooit te rechtvaardigen) tot 10 (atijd te rechtvaardigen)

Bron: EVS 1981-2017, gewogen gegevens

Geen moslim als buur

Uit de bijdrage van Marcel Lubbers en Peer Scheepers blijkt dat de vaak geroemde verdraagzaamheid van Nederlanders voor nieuwkomers is afgenomen. De sociale distantie voor ‘outgroups’, gemeten door te kijken naar het percentage Nederlanders dat migranten en moslims niet als buur zou willen, is de afgelopen decennia enomen.

Onderstaande figuren laten zien dat juist de millennials, die het meest zijn opgegroeid met de aanwezigheid van migranten en moslims, het meest intolerant tegenover deze groepen zijn. Opvallend is verder dat de sociale distantie tegenover ‘zigeuners’, zoals de Roma en Sinti in de volksmond vaak genoemd worden, voor alle geboortecohorten gestegen is. Zij zijn daarmee de meest uitgesloten ‘outgroup’ in Nederland.

Sociale distantie: percentage Nederlanders dat migranten en moslims niet als buur wenst

Bron: EVS 1981-2017, gewogen gegevens

Betrokkenheid bij gehandicapten en werklozen

We zien dus dat Nederlanders de afgelopen decennia anders zijn gaan denken over religie, moraliteit en tolerantie. Alleen wat solidariteit met behoeftige sociale groepen in de samenleving betreft, is er sprake van stabiliteit. Femke Roosma laat met onderstaande figuur zien dat de betrokkenheid met de leefomstandigheden van ouderen, zieken en gehandicapten, werklozen en immigranten in de periode 1999-2017 over het algemeen niet is afgenomen. Cohorteffecten spelen hierbij ook geen grote rol. Wel zijn de millenials iets minder betrokken bij de leefomstandigheden van ouderen, zieken en gehandicapten, werklozen en immigranten dan de generaties voor hen.

Solidariteit met de leefomstandigheden van behoeftige sociale groepen op een schaal van 1 (helemaal niet betrokken) tot 5 (heel erg betrokken)

Bron: EVS 1981-2017, gewogen gegevens

Verschuivend waardenklimaat

Al met al zien we dus dat het Nederlandse waardenklimaat verschuift. De oudere cohorten, die meer traditioneel religieus en minder tolerant zijn, worden langzaamaan vervangen door jongere cohorten, die juist minder religieus en meer tolerant zijn.

Opvallend hierbij is dat deze veranderingen bij de millennials, geboren na 1980, lijken te stabiliseren. Deze groep is weer wat traditioneler religieus dan de voorgaande generatie, zij lijken minder affiniteit te hebben met ‘spiritualiteit’, zijn wat minder tolerant ten aanzien van seksueel-ethische aspecten van het leven, minder tolerant tegenover ‘outgroups’ als migranten en moslims, en ook minder betrokken bij de leefomstandigheden van behoeftige groepen.

Toekomstig onderzoek moet uitwijzen of deze jongste generatie traditioneler en conservatiever in hun waarden blijft, en of dit ook voor nieuwere generaties geldt. In dat geval zou er wel sprake kunnen zijn van een culturele backlash, de conservatievere reflex waar we het in het begin over hadden.

Opmerkelijk genoeg zijn het in Nederland dan niet zozeer de oudere cohorten, en daarbinnen dan voornamelijk de oudere witte mannen die hun macht zagen tanen en daardoor boos en verbitterd zijn geworden, die deze culturele backlash veroorzaken, zoals Norris en Inglehart in hun gelijknamige boek uit 2019 betogen, maar juist de jongere generatie.

Wellicht voelen zij zich geconfronteerd met een toenemende maatschappelijke onzekerheid, bijvoorbeeld omdat globalisering en technologische innovaties zorgen voor een meer onzekere (toekomstige) arbeidsmarkt. Nader onderzoek zal moet uitwijzen of deze onzekerheid zorgt voor een conservatievere reflex bij de millenials, of dat er andere oorzaken zijn.

Inge Sieben is universitair docent bij het Departement Sociologie van Tilburg University en binnen het Nederlandse EVS-team verantwoordelijk voor valorisatie en impact.

Tim Reeskens is universitair hoofddocent bij het Departement Sociologie van Tilburg University en nationaal programmadirecteur van de European Values Study Nederland.

Loek Halman is universitair hoofddocent bij het Departement Sociologie van Tilburg University, voorzitter van het Executive Committee van de European Values Study en lid van de EVS-theoriegroep.

De dataverzameling van de European Values Study 2017 Nederland is mede mogelijk gemaakt door een toelage in het kader van ODISSEI door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

 

Foto: Bas Bogers (Straatfotografie.com)