De digitale heilstaat van Maurice De Hond

Volgens Maurice de Hond is de digitale revolutie onvermijdelijk. Zelfs de school dient zich te voegen naar deze internet-utopie, constateert Hans Schnitzler. Hij ziet een parallel met het verfoeide 'nieuwe leren' waarbij men zich ook liet leiden door de waan van de dag.  

Het cliché wil dat de Grote Verhalen ten einde zijn. Na de ‘dood van God’, het fascisme en het communisme, zouden we in postmoderne tijden leven. Tijden waarin niemand de Hoogste Wijsheid in pacht heeft of zich zou kunnen aanmatigen het Laatste Woord te spreken. Heel even leek het neoliberale marktdenken zich als alternatieve betekenishorizon aan te dienen. Maar als de tekenen niet bedriegen, gaat ook dit Grote Verhaal aan zijn eigen succes ten onder.

Bijna onopgemerkt dringt zich echter een postpostmodern Groot Verhaal op dat ons met de onvermijdelijkheid van een natuurkracht een nieuwe waarheid in het vooruitzicht stelt. Internetcentrisme noemt Evgeny Morozov deze uit Silicon Valley overgewaaide ideologie in zijn boek To Save Everything Click Here.

Morozov beschrijft een eigentijds verlossingsgeloof dat ons een aards paradijs voorspiegelt waarin iedereen participeert, waarin alle kennis vrij toegankelijk is en waarin milieuproblemen, politieke onverschilligheid, ongezonde levensstijlen en zelfs morele dilemma’s als sneeuw voor de digitale zon verdwijnen. Internetwaarden als transparantie, gemak en participatie zullen een frictieloze techno-utopie verwezenlijken en ons verlossen van het grillige karakter van de werkelijkheid. Voor het bereiken van de digitale heilstaat hoeft er volgens de discipelen van deze beweging slechts aan één opdracht voldaan te worden: het modelleren van de werkelijkheid volgens de wetten van de digitale wereld.

Het huidige schoolsysteem zou de aansluiting hebben verloren

Exemplarisch voor deze ideologie is het door opiniepeiler Maurice de Hond geïnitieerde onderwijsexperiment dat volgend schooljaar onder het veelzeggende acroniem O4NT (Onderwijs voor een Nieuwe Tijd) van start gaat. Tien zogenaamde iPadscholen openen dan hun deuren. Volgens De Hond is dit initiatief noodzakelijk omdat de school van nu ‘een soort museum is’ die ‘leerlingen voorbereid op het verleden.’ Het huidige schoolsysteem (‘analoog en saai’) zou de aansluiting met de werkelijkheid (‘digitaal en spannend’) hebben verloren.

Dus verandert de leraar in een ‘coach’, de klas in een ‘unit’en de school in een ‘community’. De ‘fysieke component’ – het schoolgebouw – gaat deels virtueel en ‘serious gaming’ wordt breed ingezet. Leidmotief: als een kind iets leuk vindt, dan zal het makkelijker leren. In het schoolconcept wordt het aldus verwoord: ‘We beloven je dat jij zelf mag kiezen wat en wanneer je iets gaat doen’. En omdat kennis in het digitale tijdperk snel zou verouderen, worden de leerlingen getraind in 21st century skills, zoals: blind typen.

Is leren niet vooral een oefening in geduld?

Maar wat is nu eigenlijk de aard van die zogenaamde digitale revolutie en welke kennis raakt er precies door verouderd? De stelling van Pythagoras? Onze taal- en spellingsregels misschien? Het categorisch imperatief van Kant wellicht of de natuurlijke getallen? En hoe zit het met het inzicht dat resultaten slechts waarde hebben wanneer ze zijn verworven? Is leren niet vooral een oefening in het uitstellen van verlangens en overwinnen van weerstanden, een oefening in geduld kortom? Hoe verhoudt zich dat tot de door De Hond gepropageerde ‘gamificatie’ van het onderwijs en zijn ‘vind ik leuk!’-pedagogiek?

Nog een vraag: zijn de digididactici bekend met het fenomeen internetpathologieën? Stoornissen als concentratieverlies en hyperactiviteit ten gevolge van overmatig surf-, swipe-, en doorklikgedrag van de multitaskende internetmens? En wat te denken van onderzoeken die uitwijzen dat teksten gelezen vanaf het scherm of teksten verrijkt met hyperlinks slecht beklijven? Heeft men het boek Digitale dementie van de psychiater Manfred Spitzer al aangeschaft?

Digifundamentalisten vinden digitale heilstaat onvermijdelijk

Wie het even ontluisterende als hilarische boek van Morozov leest, begrijpt dat het internetcentrisme zich niet met dergelijke vragen inlaat. Voor digifundamentalisten is de vestiging van de digitale heilstaat namelijk even onvermijdelijk als de socialistische heilstaat dat ooit voor communisten was. Men gelooft dat de digitale revolutie alle oude, analoge waarheden op het kerkhof van de geschiedenis zal dumpen. De kans een eigen handschrift te ontwikkelen, het verhaal dat een schoolleven vertelt, inclusief de verveling en verwondering: voor de internetcentristen behoort die ervaring tot het verleden. De toekomst is aan cyberspace, virtueel en vloeibaar, en de school dient daarmee gelijkgeschakeld te worden.

Morozov laat zien dat de Silicon Valley-ideologen – en De Hond behoort tot de voorhoede ervan – zich in hun innovatiedrang nauwelijks bekommeren om de vraag: ‘Voor welk probleem zoeken wij een oplossing? En stelt men die vraag wel, dan blijkt de probleemanalyse meer dan eens gebrekkig of misleidend, verblind als men is door digitale waarden als efficiency, gebruikersgemak en openheid. Bovendien zijn veel vernieuwingen die de revolutionaire digigeesten in gang zetten, een stuk minder revolutionair dan zij op het eerste gezicht lijken.

iPadschool is hypergedigitaliseerde versie van het vermaledijde ‘nieuwe leren’

Dat laatste geldt ook voor de iPadschool, een hypergedigitaliseerde versie van dat vermaledijde ‘nieuwe leren’ uit de jaren ‘90 van de vorige eeuw. Ook destijds zag men in ict de oplossing voor slecht gedefinieerde problemen, kwam de leerling centraal te staan, werd kennis vervangen door vaardigheden, veranderde de meester in ‘Jan’ en moest, in de veronderstelling dat kennis snel verouderde, de leerinhoud plaatsmaken voor de heilige graal van het leerproces. En wat concludeerde het parlementaire onderzoek uit 2008 naar deze onderwijsvernieuwing? De wetenschappelijke onderbouwing schoot tekort en de verantwoordelijke bewindslieden leden aan tunnelvisie.

Marx stelde dat de geschiedenis altijd twee keer langskomt: eerst als tragedie, dan als klucht. Volgens een inventarisatie van de Volkskrant is de Tweede Kamer, met uitzondering van de PVV-fractie, enthousiast over De Honds plannen. Dat onze volksvertegenwoordigers zo kort van memorie zijn, doet inderdaad vermoeden dat we met een parlementaire klucht van doen hebben. Minder koddig is het feit dat men de digitale heilstaat van De Hond zo kritiekloos omarmt. Misschien moeten we concluderen dat internetcentrisme, het nieuwe Grote Verhaal van onze tijd, de realiteitszin vertroebelt. Of dat een klucht of tragedie is, zal de toekomst moeten uitwijzen.

Hans Schnitzler is filosoof en publicist. Hij heeft een wekelijkse column in de Volkskrant. Begin volgend jaar verschijnt van hem ‘Het nieuwe proletariaat’ bij de Bezige Bij.  Dit artikel verscheen eerder in Nrc Next.

Dit artikel is 2952 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. Misschien is Schnitzel het type filosoof dat vindt dat je voor oplossingen niet bij de filosofie moet zijn (en dat het voldoende is om die van anderen neer te sabelen met argumenten die zonder uitzondering op nostalgie en angst voor het nieuwe zijn gebaseerd), maar het wordt wel een beetje dun als filosofen niet eens meer moeite doen om het ‘probleem’ helder te krijgen. In zijn eigen woorden: ‘Voor welk probleem zoeken wij een oplossing?
    De Hond heeft op zijn minst een paar problemen waar hij – misschien iets te vol van zijn eigen oplossing – aan wil werken: de hopeloze inefficientie van klassikaal onderwijs, het onvermogen van ons onderwijs om eigentijdse stof aan te bieden (niet het Grieks, Latijn, Frans en Duits van de westerse filosofen, maar Chinees, Spaans, Hindi, Turks en Arabisch zijn de moderne wereldtalen), en vooral, het probleem van de vernietiging van nieuwsgierigheid bij jongeren door een systeem dat gedateerde en dubieuze vormingsidealen opdringt aan een generatie die wel wat anders aan zijn hoofd heeft.

    Ik denk inderdaad niet dat we dat probleem helemaal oplossen met digitalisering, maar maar volgens mij is daar met De Hond best over te praten.

  2. Leren die kinderen ook wat de NSA met hun activiteiten doet ?
    Maar los daarvan, Dwaan van de Dwemocrazy dus.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.