De polder zit vast: tijd voor wat smeerolie

Werkgevers en vakbonden verkeren in een impasse. En dat terwijl de Nederlandse arbeidsmarkt zo verandert. Het wordt tijd dat het sociale stelsel meegaat met die verandering. Zodat zelfstandigen en werknemers met een flexibel arbeidscontract gelijkwaardiger worden aan werknemers met een vast contract.

De polder zit muurvast. Afgelopen september liepen de onderhandelingen tussen de vakbonden en werkgeversorganisaties vast op de klassieke thema’s. Waar de vakbonden pleitten voor meer vaste banen, wilden werkgeversorganisaties juist versoepeling van het ontslagrecht om vaste banen minder vast te maken. Nu ook het regeerakkoord in de ogen van de vakbond wel erg werkgeversgezind is, is de maat voor hen vol. De deur tot verder onderhandelen zit potdicht en een nieuw sociaal akkoord lijkt ver weg.

Een onnodig gecompliceerd stelsel

De gevestigde orde slaagt er met zijn uitruil van standpunten niet in afspraken te maken en tot oplossingen te komen. Dat terwijl we zien dat de Nederlandse arbeidsmarkt steeds verder verandert. We hebben te maken met een recordaantal flexwerkers en steeds meer werkenden die kiezen voor het ondernemerschap.

Toch is ons systeem nog altijd gebaseerd op het vaste contract, waardoor steeds meer mensen buiten de boot vallen. Verandering is dus nodig. Wij, de jongeren die nog zo’n 40 á 50 jaar onder dit systeem aan de slag gaan op de arbeidsmarkt, willen ons daarom nu hard maken voor deze verandering.

De keuze uit het verleden om telkens voort te bouwen op het bestaande systeem heeft geleid tot een onnodig gecompliceerd stelsel. In plaats van pleisters te blijven plakken op een in de kern onhoudbaar stelsel, is het nu de tijd voor een systeemverandering. We moeten toe naar een gemeenschappelijke visie, met concrete stappen in die richting. Een stip aan de horizon waarin een gelijk speelveld voor zowel werkgevers als werkenden centraal staat. Het is tijd voor actie.

Flexibele arbeid is onmisbaar

De flexibilisering van de arbeidsmarkt is een feit. Ruim een derde van de werkenden bevindt zich in een flexibele arbeidsrelatie of werkt als zelfstandige. Toch constateren we dat de bestaanszekerheid van werkenden nog altijd verbonden is aan de vaste contractvorm. Zo maken werknemers met een vast contract aanspraak op een continu inkomen, inkomen tijdens ziekte, een werkloosheidsuitkering en een gedegen pensioen. Deze bestaanszekerheid is niet, of in mindere mate, weggelegd voor werkenden met een flexibel arbeidscontract en zelfstandigen.

Dit is echter geen pleidooi tegen flexwerk. Integendeel zelfs. Flexibele arbeid vervult een belangrijke rol binnen onze economie, omdat het inspeelt op piekmomenten, ziekte en de behoefte om op korte termijn een bepaalde expertise in huis te halen. Daarnaast is de flexibiliteit en vrijheid van flexwerk een uitkomst voor een grote groep werkenden die hier bewust voor kiest. Daartegenover staat dat deze behoefte aan flexibiliteit en vrijheid nooit ten koste zou mogen gaan van de basiszekerheden van ons sociale stelsel.

Een onoverzichtelijk speelveld

Pogingen om het stelsel aan te passen aan de nieuwe werkvormen hebben geleid tot een onoverzichtelijk speelveld waar zowel werkgevers als werknemers de dupe van zijn. Werkgevers zien zich genoodzaakt te concurreren op arbeidsvoorwaarden en kiezen zodoende steeds vaker voor een flexibele arbeidsrelatie om onder andere de risicokosten en verantwoordelijkheden te vermijden.

Wij hebben een nieuw sociaal stelsel voor ogen waarin alle werkenden, ongeacht hun arbeidsrelatie, kunnen meedoen. En laten we dit samen vormgeven. Samen met sociale partners, maar vooral ook samen met de werkenden en werkgevers waar het allemaal om draait. Dat zijn dus niet alleen de vaste medewerkers, maar ook de flexcontractanten, zelfstandigen en iedereen die daartussen valt. Niet alleen de multinational of het midden- en kleinbedrijf, maar vooral ook de fietsenmaker om de hoek.

En nu concreet

Een gelijk speelveld betekent voor ons dat de concurrentie op arbeidsvoorwaarden tot het verleden behoort. Het zou in de toekomst voor een opdrachtgever niet meer moeten uitmaken of hij ervoor kiest een werknemer in loondienst aan te nemen of als zelfstandige. Alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat werkenden weer een eerlijke kans maken en worden beoordeeld op basis van hun kwaliteiten en ervaring.

De eerste stappen die we hiertoe kunnen nemen, zijn als volgt. Allereerst pleiten wij ervoor dat het recht op zelfstandigenaftrek wordt gekoppeld aan het hebben van een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Op dit moment zien we dat veel zelfstandigen zich niet verzekeren, omdat zij in vrijheid willen ondernemen. Die vrijheid willen wij zeker behouden: ondernemen betekent risico’s durven aangaan. Toch vallen een aantal zaken buiten dit ondernemersrisico, zoals oud worden en ziek zijn. Dit overkomt immers iedereen en het heeft weinig te maken met het ondernemen zelf. Het koppelen van het recht op zelfstandigenaftrek aan het hebben van een arbeidsongeschiktheidsverzekering stimuleert enerzijds ondernemers zich te verzekeren. Anderzijds laat het de vrijheid om van een verzekering af te zien als mensen dit niet nodig vinden. Daarnaast verkleint deze maatregel het verschil in beschermingsniveau tussen werknemers en zelfstandigen.

Stimulering arbeidsmobiliteit

Ten tweede zien wij heil in de herinrichting van de transitievergoeding. In de huidige vorm krijgt een werknemer na ontslag een vrij inzetbare vergoeding. Deze vergoeding verzacht daarmee het leed van het verliezen van een baan, maar stimuleert niet de transitie naar een nieuwe baan. In de nieuwe vorm van de transitievergoeding moet het bedrag ingezet worden voor scholing, van-werk-naar-werk-trajecten of andere trajecten ten behoeve van de arbeidsmobiliteit. Door richting te geven aan de inzet van de vergoeding wordt de arbeidsmobiliteit van de werknemer gestimuleerd. Om ook de werkgever te stimuleren al tijdig na te denken over de toekomst van zijn werknemers, krijgt deze een deel van de transitievergoeding terug wanneer de ontslagen werknemer snel een nieuwe baan vindt.  Met deze herinrichting wordt zowel de werkgever als de werknemer geprikkeld al tijdig na te denken over de toekomst.

We nodigen u uit

Of deze eerste stappen perfect zijn? Zeker niet! Het zijn slechts eerste stappen richting ons ideaalbeeld van een nieuw sociaal stelsel. Ze behoeven zeker aanscherping om ook daadwerkelijk geïmplementeerd te kunnen worden. Wat deze ideeën wel doen, is de dialoog herstarten.

Een dialoog die nu nog op slot zit, maar die wij heel graag weer willen heropenen. We willen simpelweg niet ons hoofd de andere kant opdraaien, want het gaat hier om een ieders toekomst. Laten we daarom het gesprek weer aangaan met elkaar, zodat we gezamenlijk tot een visie kunnen komen voor ons sociaal stelsel. Wij nodigen u bij dezen van harte uit dat gesprek met ons aan te gaan.

Laura Dijkink en Jojanneke Hendriks zijn deelnemers van de Nationale DenkTank 2017. Hierin buigen twintig jonge en getalenteerde mensen uit diverse disciplines buigen zich gezamenlijk over een maatschappelijk probleem en bedenken hier praktische oplossingen voor.

Foto: Dave Ferguson (Flickr Creative Commons)