COLUMN De economie van diensten met lage maatschappelijke waarde

Een econoom die problemen heeft met het systeem van vraag en aanbod? Marcel Canoy is er zo een. Hij legt uit aan de hand van voorbeelden waarbij de prijs totaal niet klopt.

Ik ben geboren in Amsterdam, de stad waar zoals bekend iedereen als een levensmoede gek fietst. Zo ook ik. Zo’n gek die een stoplicht beschouwt als een vage indicatie wie er voorrang heeft. Van mijn zoon, die is opgegroeid in Haarlem waar alles braver is, mag ik niet voorop rijden als we samen fietsen. Maar zelfs voor mijn bedenkelijke standaarden zijn er nu nieuwe dimensies toegevoegd aan het fietsgekke Mokum. En dan heb ik het nog niet eens over appende vaders en moeders op elektrische bakfietsen.

Ik heb het over fietsduivels die hun spulletjes binnen tien minuten op de plaats van bestemming moeten krijgen. Wat is dit voor bezopen businessmodel?

Tien minuten

Vrijwel iedereen in Amsterdam woont op loopafstand van een fysieke supermarkt. Hoe vaak komt het in mijn leven voor dat ik er iets op win door een dienst van een flitsbezorger te bestellen? Ik kan me er weinig tot niets bij voorstellen. Maar goed, elk land krijgt de economie die het verdient, vandaar dat de flitsbezorgers met kekke namen als Gorillas, Flink of Zapp vrolijk rondrazen.

Markt vol verstoringen

Men kan de stelling verdedigen dat ik niet moet klagen als een geborneerde oude zeur. Het is allemaal een kwestie van vraag en aanbod en welke econoom kan daar nu een probleem mee hebben? Nou, deze econoom heeft daar problemen mee. Prijzen reflecteren alleen adequaat de schaarste als er geen verstoringen zijn en deze markt zit vol verstoringen.

Externe effecten

Terug naar het fietsen. De flitsbezorgers zorgen allereerst voor onveilige verkeerssituaties. Eén op de drie flitsbezorgers krijgt een ongeluk op het werk. Zelf krijg ik met enige regelmaat een hartverzakking als zo’n scheurtijger - als ware hij de magische Collectebus van Harry Potter – zijn capriolen uithaalt.

Opzouten met de onzindiensten

Alleen hebben flitsbezorgers geen toverstokje. Het is niet fijn voor de mensen die het slachtoffer worden van hun dadendrang, maar ook niet voor henzelf. Want denk niet dat deze mensen fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden met nette verzekeringen hebben. En het is niet fijn voor de ziekenhuizen die wat beters te doen hebben dan het helen van botbreuken ten gevolge van het nemen van excessieve risico’s.

Vraag en aanbod?

We zien een dienst met bijzonder lage toegevoegde maatschappelijke waarde en allerlei kosten die niet in de prijs zitten. Vraag en aanbod? Als de maatschappelijke kosten niet verwerkt zijn in de prijs, is de vraag groter dan wenselijk. Dat is een harde economische wet. Als de prijs voor deze dienst wel de schaarste zou reflecteren, is er geen businessmodel voor flitsbezorging. Opzouten met deze onzindiensten. Gelukkig is de gemeente Amsterdam zo slim om ‘dark stores’ te verbieden, een indirecte maar tamelijk effectieve maatregel.

Niet alleen flitsbezorgers

Lage toegevoegde waarde vinden we niet alleen bij flitsbezorgers. Denk aan ‘dropshipping’, een vrij droevig stemmende business waar mensen vaak vanuit thuis een webwinkel runnen om plastic rommel uit China door te verkopen.

Weer een kwestie van vraag en aanbod? Nope. Er ontstaan heel vaak problemen met deze tussenhandelaren die niet zelden over onvoldoende ondernemerskwaliteiten beschikken. Met als gevolg problemen met betalingen en leveringen, waardoor toezichthouders en de rechterlijke macht onnodig beziggehouden worden. Ook die kosten zitten niet in de prijs.

De lijst is lang

Wat te denken van telemarketing met talentloze acteurs op slappe tijden op de televisie? Of gesponsorde katernen met nepinhoud bij kranten die op zijn best de kattenbak kunnen vullen? Verwarmde terrassen die in een avond meer energie opslurpen dan een retourtje New York? Datamining van bitcoins en andere crypto ongein dat net zoveel energie kost als het land Ierland in een jaar verstookt? Voor 10 euro vliegen naar Barcelona? De uitstoot van broeikasgassen is wel de  grootste kostenpost die niet in de prijs is opgenomen.

Waar de grens van onzin of niet ligt, is misschien niet zo duidelijk, maar het zijn wel allemaal voorbeelden waarbij de prijs totaal niet klopt.

True pricing

Er is een beweging gaande waarbij de werkelijke kosten op milieu en sociaal vlak kunnen worden berekend. Dat is mooi, maar wat kunnen we met deze informatie? Behalve in uitzonderingen is er geen goed mechanisme voor handen om handelaren te verleiden of te dwingen de prijs te baseren op de werkelijke maatschappelijke waarde.

flitsbezorgers mogen hun kunstje in het circus vertonen

Deze true pricing kan daarom het beste worden gebruikt om overheden te laten zien waar gaten vallen, die met maatregelen soms wel effectief kunnen worden gedicht, zoals bij de flitsbezorgers. Minder brood zie ik in vrome pogingen consumenten bewust te maken. Mensen die zinloze rommel kopen zijn net zo verslaafd als rokers die naargeestige plaatjes van kapotte longen op sigarettenpakjes weten te negeren.

Rol overheid

Wat wel zou helpen is als het principe van true pricing consequent in de praktijk gebracht wordt. Dat gebeurt nu te weinig en vooral door sociale ondernemingen als True Price. Dat zet onvoldoende zoden aan de dijk.

Als de werkelijke maatschappelijke waarde en kosten bekend zijn, kunnen de overheden doen waarvoor we ze hebben ingehuurd. Dat zal de ene keer via subsidies lopen, de andere keer via belastingen, gedragsprikkels of beprijzing, al naar gelang de casus. In alle gevallen worden we dan verlost van businessmodellen waar niemand op zit te wachten.

Fietsen

Een wereld zonder onzindiensten en bullshitbanen lijkt op fietsen in Haarlem. Mensen stoppen voor stoplichten en gevaarlijk rijdende vaders worden kaltgestellt. Er gebeuren heus nog wel eens  ongelukken met scheuropa’s en dolgedraaide bakfietsmoeders, maar flitsbezorgers mogen hun kunstje in het circus vertonen.

Marcel Canoy is hoogleraar gezondheidseconomie en dementie aan de VU en adviseur van de Autoriteit Consument & Markt (ACM).

Dit artikel is 601 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. Hier ben ik het volkomen mee eens , waar zijn we mee bezig !
    De mens doet dit toch zelf !
    Vroeger had je zomer ,lekker op terras en Winter lekker binnen in ‘t café bij de kachel ! Heerlijk .
    Ik hoef niet al die onzinpunten weer te benoemen !

    Waarom zien niet meer mensen deze ontwikkeling met een ???

  2. “Prijzen reflecteren alleen adequaat de schaarste als er geen verstoringen zijn en deze markt zit vol verstoringen”

    Maar ook zaken en diensten met een hoge maatschappelijke waarde worden in de economie slecht bediend. Te denken valt aan de huizenmarkt en de gezondheidssector.
    De hypotheekrente aftrek en de huursubsidies zijn een teken van een markt vol met verstoringen.
    In de gezondheidszorg wordt het aanbod vooral bepaald door het bedrijfsmatige en economisch denken van de ziektekosten verzekeraars middels DBC’s (Diagnose Behandel Combinatie) waar de artsen zich aan dienen te houden.
    Als econoom wordt het tegenwoordig wel zwaar om nog in marktwerking te geloven aangezien markten helemaal niet (meer) werken en de oligopolie met overheids inmenging gemeengoed zijn geworden.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *