Een baan is geen wondermiddel voor integratie

Vaak wordt gedacht dat migranten met een hogere opleiding en een betaalde baan sneller integreren in de Nederlandse samenleving. Uit onderzoek blijkt echter dat zij zich gemiddeld genomen juist minder verbonden voelen met Nederland.

Recent stelde Wouter Koolmees, minister van Sociale Zaken, nog dat betaald werk voor vluchtelingen en migranten de snelste weg is naar integratie in de Nederlandse samenleving. Het hebben van een hoog opleidingsniveau, een baan met een hoge beroepsstatus of een hoog inkomen wordt aangeduid als ‘structurele integratie’ van een nieuwkomer.

In de afgelopen tien jaar hebben meerdere studies echter aangetoond dat een dergelijke hoge structurele positie niet alleen maar positieve gevolgen voor de verdere integratie heeft. Voortbouwend op deze studies ging ik na in hoeverre een hoge structurele positie – een hoge opleiding, een baan - gevolgen heeft voor de mate waarin recente migranten zich verbonden voelen met Nederland. Waar eerder onderzoek slechts de rol van opleidingsniveau hierbij beschouwde, keek ik tevens naar succes op de arbeidsmarkt.

Identificatie met Nederland

Specifiek onderzocht ik migranten uit Bulgarije, Polen, Spanje en Turkije, die hoogstens vijf jaar in Nederland wonen. Hun verbondenheid met Nederland bekeek ik allereerst aan de hand van hun houding tegenover Nederlanders. Uit mijn studie blijkt dat met name de migranten uit Spanje een positieve houding hebben over Nederlanders, terwijl dit in mindere mate het geval is voor de recente Bulgaarse en Turkse migranten.

Andere aspecten van verbondenheid met Nederland zijn het gevoel erbij te horen in Nederland, alsook het erkennen dat Nederland een onderdeel van je identiteit vormt. Dit blijkt onder recente Turkse en Spaanse migranten niet het geval, terwijl deze gevoelens wel in enige mate aanwezig zijn onder Poolse en Bulgaarse migranten.

De integratieparadox

Eerdere studies stelden al vast dat hoger opgeleide migranten vaker een negatievere houding hebben ten opzichte van Nederlanders dan lager opgeleide migranten. Deze onverwachte conclusie wordt ‘de integratieparadox’ genoemd. Mijn studie laat zien dat een dergelijke paradox wat betreft de houding over Nederlanders niet aanwezig is bij recente migranten.

Onder deze migranten vormt opleidingsniveau echter wel een hindernis voor het gevoel erbij te horen in Nederland. Dat geldt ook voor migranten die met succes de Nederlandse arbeidsmarkt hebben betreden: zij identificeren zich gemiddeld minder met Nederland.

Werken onder je niveau kan afstand nemen bevorderen

Hoe is deze paradox te verklaren? Een mogelijke verklaring blijkt de mate van ervaren groepsdiscriminatie en acceptatie. Met name migranten met een hoge structurele positie ervaren een achtergestelde positie van hun etnische groep.

Zo kan het volgen van een opleiding de kennis over bestaande discriminatie tegenover minderheden vergroten. Als gevolg van deze ervaren achterstand kunnen juist deze hoger opgeleide migranten zich eerder distantiëren van Nederland(ers). Waar eerder onderzoek aantoont dat deze verklaring geldt voor eerste en tweede generatie migranten, laat mijn studie zien dat dit in mindere mate speelt bij recente migranten.

Een andere verklaring betreft de mogelijkheid voor nieuwkomers om verwachtingen waar te maken, bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt. Zo zijn sommige migranten die werkten als ingenieur in het land van herkomst, in Nederland werkzaam in de schoonmaak. Werken onder niveau, of zelfs het niet kunnen werken, zou in de hand kunnen werken dat migranten eerder afstand nemen van de samenleving waarin ze wonen. Mijn onderzoek toont opnieuw aan dat deze verklaring niet van toepassing is op recente migranten, maar kan wellicht wel een rol spelen bij migranten die al langer in Nederland verblijven.

Een baan kan verbondenheid verlagen

Het is dus te simpel om te stellen dat succes op de arbeidsmarkt verdere integratie wel zal bevorderen, aangezien juist blijkt dat een baan de verbondenheid met Nederland kan verlagen. Voorstellen voor het stimuleren van arbeidsmarktparticipatie onder nieuwkomers zoals die van minister Koolmees zijn erbij gebaat zich hiervan bewust te zijn.

Zonder hier op te anticiperen zijn deze migranten weliswaar succesvol geïntegreerd op de arbeidsmarkt, maar nemen zij op een andere manier afstand van de Nederlandse samenleving.

Nella Geurts doet promotieonderzoek aan de afdeling sociologie van de Radboud Universiteit naar de integratieparadox bij migranten.

Foto: Bram Naus op Unsplash