Een Eigen Kracht-conferentie is een bijeenkomst van mensen uit het sociaal netwerk rond een kind of gezin dat concrete oplossingen probeert te zoeken voor gerezen problemen. Uitgangspunt hierbij is dat elke burger eerst zelf oplossingen mag zoeken voor de problemen in zijn gezin, alvorens de overheid via de jeugdhulpverlening besluit tot ingrijpen. De oplossing die de EK-c aandraagt sluit idealiter aan bij de vraag en de behoefte van het specifieke gezin en is gericht op participatie, zelfredzaamheid, eigen regie, minder professionele zorg, betere ontwikkelingskansen voor en veiligheid van het kind en minder en kortere uithuisplaatsingen.
Plannen van Eigen Kracht-conferentie moeten veilig en wettelijk zijn
Voor een Eigen Kracht-conferentie komen alle mensen bij elkaar die voor een gezin belangrijk zijn. Een onafhankelijke Eigen Kracht-coördinator helpt het gezin de conferentie te organiseren. De coördinator en het gezin bepalen gezamenlijk welke mensen worden uitgenodigd; hoe de conferentie eruit komt te zien en waar die gehouden wordt. Vervolgens stelt de conferentie, gezin en netwerk gezamenlijk, een plan tot aanpak op, met concrete activiteiten en oplossingen. De uitvoering daarvan kan in handen liggen van het sociaal netwerk, maar kan ook inschakeling van professionele hulp omvatten. Dat laatste is afhankelijk van de problematiek. Een EK-c wordt ingezet bij gezinnen met een problematiek die kan variëren van ouders met psychiatrische en verslavingsproblematiek; echtscheidingsproblemen; kinderen met gedragsproblemen; gezinsleden met een verstandelijke beperking; pedagogische onmacht; ernstige ziekte of het overlijden van een gezinslid en huiselijk geweld.
Een Eigen Kracht-conferentie bestaat altijd uit drie fasen. In de eerste fase vertellen de professionals aan het gezin en zijn netwerk wat hun kijk is op de problemen en welke hulp en ondersteuning zij desgevraagd kunnen bieden. In het geval van een Ondertoezichtstelling (OTS) stelt de gezinsvoogd overigens het kader waaraan het plan moet voldoen. In een daaropvolgende fase bespreken gezin en netwerk op een besloten bijeenkomst hoe zij de situatie beoordelen en stellen ze een oplossingsgericht plan van aanpak op. In dat plan maken ze tevens een taakverdeling en besluiten ze of en welke professionele ondersteuning nodig is. Dat plan wordt voorgelegd aan de coördinator en in het geval van een OTS (ook) aan de gezinsvoogd. In de regel wordt het plan altijd geaccepteerd, mits het veilig en wettelijk is.
Gezinnen zijn tevreden, maar effect is nog niet aangetoond
Vanaf het begin zijn er van de Eigen Kracht-conferenties registratiegegevens bijgehouden en evaluatieonderzoeken uitgevoerd. Die verzamelde informatie laat zien dat wanneer er een EK-c georganiseerd wordt, er veelal een breed gedragen plan tot stand komt. De tevredenheid van gezinnen en netwerk over deze aanpak is dan ook groot. Evaluaties laten overigens ook zien dat in niet alle gevallen de gemaakte plannen daadwerkelijk worden uitgevoerd.
Pi Research heeft onderzoek uitgevoerd naar de uitkomsten van Eigen Kracht-conferenties in de jeugdbescherming. Daaruit blijkt dat de zorgen over de veiligheid van kinderen in gezinnen sneller afnemen dan in gezinnen waar geen Eigen Kracht-conferentie is geweest. Gezinnen waar een Eigen Kracht-conferentie is georganiseerd, ervaren meer steun van hun netwerk, maar kregen niet per se meer regie over hun eigen leven, ingezette hulp of ondersteuning.
Gideon de Jong en Gert Schout wijzen er in hun artikel al op; in het buitenland, in het bijzonder in de Verenigde Staten en Zweden, is veel evaluatieonderzoek uitgevoerd. Dat laat vergelijkbare resultaten zien wat betreft totstandkoming van plannen en tevredenheid van gezinnen over de ontvangen hulp. Er is echter nog maar weinig onderzoek gedaan naar de effecten van Eigen Kracht-conferenties.
In hun recente systematische review vonden Shlonsky en Saini (2011) slechts 6 goed gecontroleerde onderzoeken, ofwel onderzoeken die ten minste een voor- en nameting bevatten, een controlegroep die geen of een andere behandeling kreeg en valide meetinstrumenten gebruikten. Goed gecontroleerd buitenlands onderzoek laat zien dat Eigen Kracht-conferenties leiden tot een toename van kindermishandeling, meer en langere uithuisplaatsingen en meer professionele zorg (Shlonsky & Saini, 2011; Sundell & Vinnerljung, 2004). De vraag is in hoeverre dit buitenlandse onderzoek, waaraan De Jong en Schout aan refereren, maatgevend is voor resultaten van Eigen Kracht-conferenties in Nederland. Tevredenheid van gezinnen over de aanpak, wil ook nog niet zeggen dat dit de meest effectieve manier is om eigen kracht te versterken.
Het gelijk van Stams en Van der Helm
Het is daarom zaak gedegen onderzoek te doen, bij voorkeur in klinisch onderzoek waarbij de cliënten willekeurig over twee of meer groepen worden verdeeld en vervolgens blootgesteld aan verschillende proefomstandigheden. Daarbij bestaat de noodzaak om – zoals ook Stams en Van der Helm schrijven – na te gaan of de EK-c afgestemd is op de risico’s, behoeften en ontvankelijkheid van gezinnen. Dit is des te belangrijker aangezien een kwalitatieve analyse van als mislukt aangemerkte Eigen Kracht-conferenties laat zien dat dit gebeurde in situaties waarin de problemen complex zijn en er weinig hulpbronnen of veel conflicten in het netwerk zijn. Dat burgers het recht hebben om eerst zelf te beslissen hoe zij hun problemen willen aanpakken, betekent nog niet dat een EK-c ook voor elk gezin het beste middel is om dat voor elkaar te krijgen.
Zolang er nog geen goed onderzoek naar de effecten is gedaan, is het vrijwel onmogelijk om goed onderbouwde uitspraken te doen over kosten en baten of kosteneffectiviteit van de EK-c. Stams en Van der Helm hebben daarin gelijk.