Er moet meer oog komen voor de lusten van zelfstandig ondernemerschap

Zelfstandig ondernemers worstelen met het combineren van werk en gezinsleven. Daar moet meer balans in komen.

In de afgelopen twintig jaar is het aantal bedrijven in Nederland fors gestegen. Vooral het aantal zelfstandig ondernemers zonder personeel - 75 procent van de 1,4 miljoen bedrijven in 2015 - is gegroeid. En de verwachting is dat die groei de komende jaren nog verder zal toenemen.

De reden voor de toename van het aantal ondernemers, zo blijkt uit Europees onderzoek, is tweeledig. Enerzijds is ze gebaseerd op een combinatie van ‘push and pull’ factoren en anderzijds op de wens om een persoonlijke leefstijl te ontwikkelen.

Zelfstandig ondernemen uit behoefte of noodzaak

Vaak wordt aangenomen dat mensen tijdens een economische crisis overstappen op zelfstandig ondernemerschap omdat ze geen andere optie hebben. Bosma en Amorós hebben echter aangetoond dat 77 procent van de zelfstandigen in de leeftijdscategorie van 35 tot 64 veeleer worden gemotiveerd door de mogelijkheden van zelfstandig ondernemerschap en de behoefte aan flexibiliteit en autonomie.

Zelfstandig ondernemen lijkt op het eerste gezicht een goede strategie om meer autonomie te creëren in vergelijking met tot het werken in loondienst. Flexibiliteit en controle over werk worden immers geassocieerd met een hogere tevredenheid met werk-privé balans. De vraag is of die associatie altijd terecht is. Ofwel, is zelfstandig ondernemerschap wel het wondermiddel waarvoor het vaak wordt gehouden?

Uit ons onderzoek blijkt dat zelfstandig ondernemers meer tevreden zijn met de balans tussen werk en welzijn dan mensen die in loondienst werken. Dat geldt echter vooral voor mensen die het zelfstandig ondernemerschap hebben omarmd uit de behoefte naar meer autonomie, en veel minder voor mensen die uit noodzaak ondernemer zijn geworden.

Maar, zelfs als de keuze voor het ondernemerschap een vrijwillige is, wegen de lusten niet altijd op tegen de lasten. De lusten van meer autonomie moeten nog al eens het onderspit delven tegen de verantwoordelijkheden en onzekerheden van het zelfstandig ondernemerschap, zoals relatief hoge werkeisen, werkdruk, lange werktijden en (financiële) onzekerheid. En het maakt natuurlijk wel een verschil of je als goed betaalde professional actief bent in de gezondheidszorg of financiële dienstverlening of als laagbetaalde kracht in hospitality, cultuur, sport en recreatie.

Autonomie versus druk om te presteren en leveren

Hoe dan ook, voor beide categorieën kan zelfstandig ondernemerschap een tweesnijdend zwaard  zijn als de verantwoordelijkheid voor de eigen onderneming leidt tot grote druk en de autonomie van de ondernemer om zelf te bepalen waar en wanneer hij of zij wil werken in mindere of meerdere mate aantast.

Analyse van data uit de European Social Survey (2004 en 2010) over 9,755 zelfstandig ondernemers uit 31 Europese landen toont overigens aan dat onderwijs, sociaal vertrouwen en een systeem van sociale uitkeringen dat negatieve effect voor een deel kunnen verzachten. Ook de sociale steun van partner, familie en niet-werk gerelateerde vrienden kan verlichting bieden. Voor zelfstandige ondernemers zonder personeel (zzp) - de snelst groeiende groep ondernemers in Europa -  is die steun extra belangrijk, omdat zij geen collega’s hebben die hen kunnen corrigeren als ze het al te bont maken en privé volkomen ondergeschikt maken aan werk. In vraaggesprekken met zzp’ers uit Zweden, Spanje en Nederland die wij voor ons onderzoek hebben gevoerd, wordt die rol van familie en vrienden nog eens bevestigd.

Economisch beleid van grote invloed

De mate waarin de sociale steun van partner, familie en niet-werk gerelateerde vrienden effect sorteren voor de ervaren balans tussen werk en privé wordt overigens voor een groot deel bepaald door zogenaamde conversiefactoren: de institutionele, sociale en individuele context die de ruimte bepalen waarin de zelfstandig ondernemer opereert.

Institutioneel is vooral het economisch beleid van grote invloed. Overheidsmaatregelen ter ondersteuning van ondernemers kunnen gevoelens van (financiële) onzekerheid - tot op zekere hoogte - beteugelen en daarmee het subjectief welzijn van de ondernemer bevorderen. Ook de sociale context kan via een systeem van werkloosheid en arbeidsongeschiktheid-uitkeringen enige mate van zekerheid bieden. In de individuele context spelen naast de steun van partner, familie en vrienden, ook de aard van het werk en het bedrijf een rol. Denk daarbij aan ‘job demands’ - zoals het aantal werkuren, overwerken, financiële onzekerheid - en aan de klantgerichtheid van een bedrijfstak.

Gezamenlijk oefenen de institutionele, sociale én individuele context grote invloed uit op de keuzemogelijkheden voor de zelfstandig ondernemer en daarmee op de ervaren balans  van werk en privé.

Wat kan de overheid doen?

Vanzelfsprekend is de verhouding tussen privé en werk in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de zelfstandig ondernemer zelf. Hij is het aan zichzelf, klanten, familie en vrienden verplicht om te reflecteren op zijn  werkomstandigheden en indien nodig zijn werkomstandigheden te herzien of te besluiten om (weer) in loondienst te gaan werken. Dat neemt echter niet weg dat ook de nationale overheid een taak heeft om in de institutionele en sociale sferen maatregelen te nemen die het ondernemingsklimaat verbeteren. Maatregen die onder meer het sociale zekerheidssysteem voor zelfstandig ondernemers verbeteren. Vooral de afdekking van ziekte en invaliditeitsrisico’s voor zelfstandigen zonder personeel lijkt voor verbetering vatbaar, lees: zou voor zelfstandig ondernemers  betaalbaar moeten worden gemaakt.

Gewenst is ook dat lokale overheden in de ontwikkeling van nieuw beleid meer rekening houden met de variatie in typen zelfstandig ondernemers. Daarnaast is het belangrijk dat lokale overheden aan zelfstandig ondernemers laten merken dat ze hen begrijpen en vertrouwen. Ook kunnen zij leningen verstrekken en onderwijs aanbieden om het zelfstandig ondernemers te ondersteunen in tijden van financiële onzekerheid. Immers, zowel ondernemer als overheid en samenleving hebben er uiteindelijk baat bij dat de lasten en lusten van het ondernemen net als de balans tussen werk en privé in evenwicht zijn. Te meer daar het aantal ondernemers, en dan vooral zzp’ers, de komende jaren nog verder zal toenemen

Anne Annink is bestuurskundige en lid van de FNV ZZP denktank en de Global Entrepreneurship Monitor (GEM). Zij is onlangs aan de Erasmus Universiteit Rotterdam gepromoveerd op haar onderzoek naar de balans tussen werk-privé van zelfstandig ondernemers, ‘Busyness around the Business’.

Foto: Liam Matthews (Flickr Creative Commons)