Gamma’s moeten antwoorden zoeken op vragen waarvoor geen formules bestaan

Sociale wetenschappers hebben het niet gemakkelijk. Hun onderwerpen zijn ingewikkeld. Van een goede faculteit sociale wetenschappen mag je hopen dat mensen die er vanaf komen antwoorden zoeken op vraagstukken waarvoor geen formules bestaan.

Eigenlijk hebben bètawetenschappers het maar gemakkelijk. Ze moeten weliswaar keihard werken aan proeven die eerst honderd keer mislukken. Maar het is heldere wetenschap die, als het een beetje meezit, een overzichtelijk artikel oplevert: zo zit het. En dan zijn hun vindingen vaak nog ‘nuttig’ ook, een belangrijke stap naar een nieuw medicijn of een doorbraak richting een nog snellere computer.

Nee, dan de sociale wetenschappers. De onderwerpen waarover zij iets willen zeggen, zijn eigenlijk te ingewikkeld. Waarom radicaliseren jongeren? Hoe kan het dat mensen zich op sommige pleinen wel veilig voelen en op andere niet? Ga er maar aan staan.

Bezetting Maagdenhuis was een opstand van de ‘logen’

Laatst mocht ik samen met een collega voor de krant een stuk schrijven dat terugkeek op de Maagdenhuis-bezetting, nu een jaar geleden. De actie begon als een protest tegen bezuinigingen aan de faculteit geesteswetenschappen, maar richtte zich al snel tegen het ‘rendementsdenken’ op de Universiteit van Amsterdam in den brede. Bezetters eisten ook meer ‘democratie’ bij de alma mater.

Maar terugkijkend begreep ik dat het vooral een opstand was van sociale wetenschappers, tegen de bèta’s. Antropologen, filosofen, politicologen, sociologen en zo nog wat ‘logen’ waren het zat dat de bestuurders op het Maagdenhuis hun prestaties beoordelen langs de meetlat die zij ook voor de bèta’s gebruiken.
Onderzoekers worden afgerekend op het aantal artikelen dat zij publiceren in vooraanstaande tijdschriften, maar een goed boek telt amper mee. Het aantal studenten dat nominaal het jaar afrondt, levert punten op, maar met studenten samen een symposium over vluchtelingen organiseren, levert niets op.

Een harde wetenschap werd het nooit

Voor het artikel sprak ik hoogleraar wetenschapsantropologie Amade M’charek. Een van de UvA-docenten die actief betrokken zijn bij de opstand der gamma’s. De bezetting van het Maagdenhuis was voor haar een geweldig experiment geweest, vertelde ze, waarbij de stad de universiteit binnenkwam. ‘Er waren debatten, gastcolleges, yoga-workshops en er was kunst – het was een geweldig experiment hoe de universiteit zou kunnen zijn.’

Ik kan M’charek goed begrijpen. Zelf studeerde ik vijftien jaar geleden aan de UvA, een jaartje natuurkunde en daarna politicologie. Tussen de bèta’s zat je uren te rekenen aan de speciale relativiteitstheorie. Bij politicologie wilde een enkele kiesonderzoeker nog weleens uitpakken met een paar formules, maar echt harde wetenschap werd het nooit.

Politicologie was vooral een zeer goed geïnformeerd debat

De studie politicologie heb ik vooral ervaren als een zeer goed geïnformeerd debat. Er zijn geen natuurwetten over macht, maar wel veel beschouwingen die de moeite waard zijn. Er is geen formule om goed beleid te maken of een oorlog te voorkomen, toch is het goed om af te pellen hoe het in het verleden vaak is misgegaan.

We hadden Werner de Haan, een oude marxist die een gastcollege kwam geven over het communisme. Hij hield een lange monoloog, waarbij je je al snel afvroeg wie er eigenlijk een groter denker was, Werner of Karl. Inhoudelijk kan ik mij er weinig van herinneren, behalve dan dat Werner op een gegeven ogenblik een kleine anekdote vertelde: ‘Laatst vroeg iemand mij: “Werner, waarom heb je altijd zo veel mooie vrouwen om je heen?” Ik antwoordde hem met een wedervraag. Ik zei: “Waarom zie jij altijd mooie vrouwen, waar ik mooie mensen zie?”’

Iets anders staat me ook nog bij van die werkgroep. Dat mijn hersenen aan het kraken waren. Wat klopt er niet aan deze redenering, dacht ik. Hij daagde me uit.

Bildung vinden gamma’s een stuk belangrijker

Een statisticus die ik sprak voor het artikel over de Maagdenhuis-bezetting gebruikte het woord Bildung, ‘dat vinden de gamma’s een stuk belangrijker dan de bèta’s’. En dat is terecht ook. Van een goede faculteit sociale wetenschappen mag je hopen dat mensen die ervanaf komen in hun studiejaren de vrijheid en de inspiratie hebben gevonden om zich te ontwikkelen. Dat zij er denkkracht, bagage en vaardigheden verwerven die ze later zullen inzetten om antwoorden te zoeken op maatschappelijke vraagstukken. Het soort vraagstukken waarvoor nou eenmaal geen formules bestaan.

Tjerk Gualthérie van Weezel is redacteur bij de Volkskrant.
Dit artikel verschijnt als column in het nieuwe Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.

Afbeeldingsbron: Edward T. Laauwen (Flickr Creative Commons)