Gedwongen terugkeerbeleid is wreed en werkt niet

Westerse liberale landen doen hun uiterste best om migranten te weren. Ze voeren daarvoor een streng, inhumaan en niet effectief uitzettingsbeleid. Waarom tolereren we dit?

Stel je voor dat een speciale politie-eenheid midden in de nacht je huis binnendringt. Nadat ze je geïdentificeerd hebben als de persoon die ze zoeken, trekken ze je je bed uit ten overstaan van je doodsbange gezin dat niet bij je in de buurt mag komen. Ze doen je handboeien om en leiden je de trap af naar een gereedstaand politiebusje waarmee ze je op hoge snelheid naar een speciaal detentiecentrum brengen. Daar zal je de komende maanden van je leven doorbrengen.

De persoon in deze scène is een ‘geïllegaliseerde migrant’.1 Volgens staatswetten zijn geïllegaliseerde migranten mensen die geen wettelijke status wisten te regelen in het land waar zij verblijven. Dit kan het gevolg zijn van allerlei administratieve processen, bijvoorbeeld het niet verlengen van een toeristen- of studentenvisum; geen asielstatus krijgen; een vluchtelingenstatus die ingetrokken wordt; scheiden van je autochtone partner of ontslagen worden op het werk waarvoor je formeel werd gerekruteerd.

Geïllegaliseerde migranten zijn geen criminelen

In de meeste westerse liberale landen heeft het worden of zijn van geïllegaliseerde migrant niets te maken met criminaliteit. Geïllegaliseerde migranten hebben meestal van de autoriteiten de opdracht gekregen om het land binnen een bepaalde periode (vaak vier weken) te verlaten. Dit niet doen, resulteert in een administratieve onregelmatigheid die kan leiden tot langdurige detentie (tot achttien maanden in landen als Nederland en Denemarken) en gedwongen uitzetting.

Ook al zijn geïllegaliseerde migranten geen criminelen, toch beweren politici dat zij economische schade veroorzaken en een bedreiging vormen voor de veiligheid in onze samenleving. De overgrote meerderheid van de geïllegaliseerde migranten is echter gezagsgetrouw, werkt hard en is nooit betrokken bij veiligheidsvraagstukken.

Uitzetting is big business

Dit roept de vraag op waarom westerse landen miljarden euro’s investeren in het bestrijden van geïllegaliseerde migranten en er een enorme politiemacht aan wijden, alsof het hier om topcriminelen gaat die ons allen in acuut gevaar brengen met hun aanwezigheid. Er zijn twee antwoorden op deze vraag. Beide zijn op zichzelf al verontrustend, maar samen zijn ze nog verontrustender omdat ze nauw met elkaar verbonden zijn.

Het eerste antwoord hangt samen met hebzucht naar geld en macht. De gewelddadige behandeling van geïllegaliseerde migranten is big business voor overheden en particuliere bedrijven. Zo gaat in de VS meer geld naar de federale immigratiehandhaving dan naar alle andere federale strafrechtelijke wetshandhavingsinstanties bij elkaar, waaronder de FBI, de CIA en de US Marshals Service. De EU gaat dezelfde richting op, bijvoorbeeld door het verhogen van de begroting van de Europese Border and Coastguard Agency (Frontex) met meer dan 5300 procent sinds haar oprichting in 2005.

Precies nu, op het moment van sterke globalisering, vinden landen het nodig om hun politieke relevantie opnieuw te bevestigen en hun veiligheidsapparaat te versterken door te strijden tegen een zwakke ‘vijand’ in de figuur van de zogenoemde ´illegale migrant´. Veel particuliere bedrijven zien hun bedrijf groeien, omdat ze landen voorzien van detentiefaciliteiten, grensschermen en surveillance-technologieën. Onnodig te zeggen dat al deze duizelingwekkende investeringen in de strijd tegen geïllegaliseerde migranten worden betaald met publiek belastinggeld.

Dit brengt me op het tweede antwoord: angst. De enorme uitgaven voor een uitzettingssysteem onttrekken zich aan felle publieke kritiek omdat ze verondersteld worden hét antwoord te zijn op de angsten van het publiek voor de aanwezigheid van geïllegaliseerde migranten in hun land.

Toch daalt het aantal geïllegaliseerde migranten niet

Een pijnlijke bevestiging voor mijn claim dat uitzettingssystemen worden uitgebreid in het belang van grote bedrijven en op basis van ongegronde angst is het simpele feit dat zij niet helpen het vermeende probleem op te lossen dat zij zouden moeten aanpakken. Uitzettingssystemen zijn ingesteld om te garanderen dat alle geïllegaliseerde migranten het land verlaten of uitgezet worden. Ondanks de groeiende investeringen in uitzettingsbeleid is hun aantal in de meeste westerse landen de afgelopen twee decennia niet afgenomen. In feite is het aantal soms zelfs toegenomen.

Verschillende factoren spelen een rol bij de ondoelmatigheid van het huidige beleid. In tegenstelling tot wat politici beweren, hebben de uitzettingssystemen weinig of geen invloed op de vastberadenheid van migranten en vluchtelingen om veiliger plaatsen te bereiken. Werkgevers in westerse landen hebben geïllegaliseerde migranten nodig als goedkope en onbeschermde arbeidskrachten (denk aan de agrarische sector) en trekken juist werknemers zonder papieren aan en ´beschermen´ hen tegen de overheid.

Een ander punt is dat landen voornamelijk investeren in de versterking van de grenzen om illegale binnenkomst te voorkomen, terwijl de meeste geïllegaliseerde migranten legaal via de internationale luchthavens binnenkomen als toeristen met een geldig visum. Daarnaast is uitzetting ook nog eens een extreem dure en gecompliceerde operatie die nooit op grote schaal kan worden toegepast zonder inzet van autoritaire methoden – denk aan de onmenselijke en criminele scheiding van kinderen van hun ouders bij de Amerikaans-Mexicaanse grens.

Een radicaal ander debat is nodig

We hebben daarom een eerlijk publiek debat nodig over de onmenselijke behandeling van geïllegaliseerde migranten in onze ‘liberale’ westerse samenlevingen. Een debat met een radicaal ander vertrekpunt waarbij we onze structurele behoefte aan arbeidskrachten erkennen, evenals de ondoelmatigheid van het uitzettingsbeleid en de onevenredigheid tussen de onmenselijke maatregelen (anderhalf jaar in detentie, familiescheiding, gewelddadige uitzetting) en de administratieve onregelmatigheden die geïllegaliseerde migranten begaan.

Bovendien moeten we het werkelijke doel van uitzettingssystemen onderkennen. Het gaat hier mijns inziens om het voeden van grote bedrijven door staten die zich op deze manier als ‘beschermende’ naties presenteren, over de ruggen van zwakke, uitgebuite en gemarginaliseerde migranten.

Uitvoerbare oplossingen vinden

De echte problemen gaan over menselijke mobiliteit, veroorzaakt door een verbijsterend ongelijke verdeling van welvaart in de wereld en door klimaatverandering. Uitvoerbare oplossingen zijn te vinden in het legaliseren van migratie; circulaire migratieprogramma's waarbij migranten de mogelijkheid hebben om landen relatief makkelijk in en uit te gaan; minder door westerse landen aangedreven gewapende conflicten; en het stoppen met uitbuitende grondstofwinning op het zuidelijk halfrond.

Hierover moet het publieke debat gaan. Als we daar niet in slagen, glijden we verder omlaag op het pad van de gemanipuleerde zondebok en de haat tegen de kwetsbaarsten in onze samenleving, tegen degenen die valselijk verweten wordt de bron te zijn van onze angsten en de motivering voor de bouw van dure, wrede en zinloze uitzettingssystemen.

Barak Kalir is antropoloog en werkt bij de Universiteit van Amsterdam. Hij was hoofdonderzoeker bij het pas afgeronde project ‘Social life of State deportation regimes’. Zie hier een korte animatievideo bij het project over gedwongen terugkeerbeleid.

 

Noot

  1. Ik gebruik ‘geïllegaliseerde migrant’ om het proces te benadrukken waarin overheden bepaalde mensen categoriseren en behandelen als ‘illegaal’. Tot deze categorie behoren mensen zonder papieren, mensen die blijven nadat hun visum is verlopen en zogenaamde ‘mislukte en nep- asielzoekers’.

 

Foto: Bas Bogers (Straatfotografie.com)