Van Os pleit ervoor om in de ggz meer uit te gaan van herstel, en om een beweging te maken weg van het biomedische model en medicalisering. Voor het eerst hoor ik Van Os zelfs expliciet zeggen wat de Herstelbeweging al veel langer bepleit: zet de mens voorop. Kennelijk is Van Os er ook van overtuigd geraakt dat zorg om de mens moet draaien en niet om het in standhouden van systemen.
Hij vindt ook dat de Regionale Instellingen voor Beschermend en Begeleid wonen (RIBW) ‘niet zelden ellendige plekken zijn waar mensen verpieteren’. Van Os heeft gelijk. Er is inderdaad niets zo deprimerend als een RIBW: een veelal hopeloze omgeving waar mensen langdurig worden opgeborgen en het eigenaarschap over hun leven kwijt zijn.
Geen medicalisering, maar zelfhulp en ondersteuning
Met afschaffing van de RIBW’s – waarvoor Van Os zich onomwonden uitspreekt – ben je er echter niet. Als je goed kijkt naar hun werkwijze dan kom je er namelijk achter dat dat een kopie is van die van de grote instellingen in bos of duin die we de afgelopen decennia gesloten hebben. Hun werkwijze is simpelweg met de RIBW’s naar huizen in de wijk verplaatst. Aan het traditionele zorgconcept veranderde helemaal niets. Bij Fact-teams gebeurt hetzelfde: ook daar is het biomedische model één op één geëxporteerd naar de huiskamer.
Maar in plaats dat Van Os de bijl aan de wortel van het biomedische model zet, pleit hij ervoor om de ggz via co-creatie, meer professionele samenwerking en betere afstemming aan te passen en meer naar de wijk te brengen. Dat is juist waar de samenleving géén behoefte aan heeft. We moeten geen mensen medicaliseren als ze op enig moment psychische problemen hebben. In plaats daarvan zouden we veel meer moeten inzetten op zelfhulp en ondersteuning door naasten.
De ggz is niet meer dan een laatste redmiddel, in te zetten als de boel over dreigt te koken, niet eerder en zelfs dan nog heel prudent. En ze moet er vooral zijn voor de 600 mensen die vanwege hun psychiatrische problematiek permanent behoefte aan zorg hebben.
Meer zorg is de oplossing niet
Je kunt wel wat doen voor het overgrote deel van de mensen die nu in RIBW’s zitten en geen idee hebben van ‘waar de reis naar toe gaat’. Mensen die jarenlang worden betutteld, terwijl ze eigenlijk houvast in de buurt nodig hebben, psychotherapie, een geestelijk leidsman of (pleeg-) ouders.
De roep om meer zorg – in de wijk of daarbuiten – is een mantra: met meer en betere zorg zouden we de problemen op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg op kunnen lossen. Het functioneren van de RIBW’s vormt een goed voorbeeld van de onjuistheid van deze continue recitatie: meer zorg helpt mensen alleen maar van de regen in de drup. Ze ontkracht mensen en maakt ze afhankelijk. En dat kost de samenleving 65 duizend euro per persoon per jaar. Een leuk verdienmodel zeker als je laag opgeleide mensen inhuurt.
Te hoge verwachtingen van techniek
De ggz is, met haar focus op rationaliteit, de mens en zijn betekenisgeving uit het oog verloren. Het modeldenken overheerst. En hoewel Van Os zegt van de onpersoonlijke en technische aanpak in de ggz af te willen, komt hij met een technologische oplossing op de proppen voor ‘alle psychische vraagstukken die niet ernstig zijn, samenhangen met zingevingsvraagstukken, of een signaal vormen dat er iets moet veranderen in iemands leven’: eCommunities.
Vooropgesteld, eCommunities kúnnen een prima middel zijn voor mensen om met elkaar in contact te komen. En de inzet ervan kán bij bepaalde therapieën goed van pas komen, maar voor bijvoorbeeld traumaverwerking heb je er weinig aan. Dan gaat het namelijk over je lijf, je gevoel, en over iets aan- en afleren. Aan eCommunities heb je weinig bij problemen die buiten de cognitie vallen. Bij het verdrietig zijn bijvoorbeeld, zonder er iets mee te moeten.
Van Os onderkent onvoldoende het risico dat eCommunities een glazen wand tussen mensen kunnen gaan vormen. En dat terwijl nabijheid – ook fysiek – het uitgangspunt van herstel is. Immers, wat binnen relaties kapot is gegaan, kan alleen in relaties genezen. En daarvoor moet je elkaar gewoon fysiek ontmoeten.
Hans van Eeken is als ervaringswerker actief in het sociaal domein en de ggz.
Foto: Priscilla du Preez via Unsplash.com