Anne Gouweloos schreef hier onlangs een uitdagend betoog over de initiatiefwet ‘voltooid leven’. Haar conclusie was dat dat het wetsvoorstel niet in stemming hoeft te worden gebracht in de Tweede Kamer en de prullenbak in kan. Bijzonder dat je meent argumenten te hebben om een ingewikkelde maatschappelijke debat buiten elke vorm van parlementaire discussie te houden.
Hard en zacht paternalisme
Wat mij hielp dit te begrijpen, zijn de begrippen zacht en hard paternalisme. Een aanhanger van het zachte paternalisme zal betrokken personen scherp ondervragen op de zwaarwegende beslissingen die zij willen maken (betrokken tolerantie). Over zaken als trouwen en kinderen krijgen, een relatie met iemand van het zelfde geslacht aangaan, abortus of een gewenst levenseinde. Zolang er geen onderzoek is gedaan, rechtvaardigt dit uitstel van de beslissing. Is er een weloverwogen beslissing, dan rechtvaardigt dit de keuze op basis van het recht op zelfbeschikking. Een harde paternalist zal deze keuze verhinderen, en zo nodig bestraffen omdat hij meent dat dit schade aan de persoon toebrengt (kille intolerantie).
Gouweloos is een harde paternalist. Zij weet het beter dan jijzelf. Zij vult het voor jou in. Een levenseinde-wens van een gezond iemand is een lichte depressie; een roep om hulp, egoïsme naar nabestaanden en vluchten voor tegenslagen. Harde paternalisten zijn niet oprecht nieuwsgierig naar anderen en kaderen alles wat zij horen zonder goed te luisteren.
Ze had het helemaal zelf gedaan
Een vriend van me heeft een paar jaar geleden zijn twee-en-negentigjarige moeder begraven. Op nieuwjaarsdag had ze haar drie kinderen bij zich uitgenodigd. Toen iedereen rond de tafel zat, zei ze: ‘Ik neem nu mijn laatste oliebol. Dan stop ik met eten en drinken en hoop ik snel dood te gaan.’
Zes dagen later overleed ze. Ze was gezond en helder van geest. Tot op hoge leeftijd had ze gesport. Inmiddels was ze twintig jaar weduwe. Haar leven was voltooid. Bijna al haar vrienden hadden zich bij Petrus gemeld en het werd eenzaam op aarde. Ze wilde niet wachten op een verlossende longontsteking of een fatale hersenbloeding. Nee, ze wilde zelf haar lot bepalen.
De pil van Drion lag niet in haar nachtkastje en daarom had ze dit besluit genomen. Dit is ongelooflijk moedig. Zoiets vraagt kracht. Kracht om dit pad op te gaan. Kracht om het aan je kinderen te vertellen. Ik was op de begrafenis. Daar stond mijn vriend samen met zijn beide zussen. Ze waren apetrots op hun moeder. Dat klonk in alles door.
Ze had het helemaal zelf gedaan en was niemand tot last geweest. Ze had geen dokter gevraagd om haar dood te maken. Ze had geen treinmachinist de schrik van zijn leven bezorgd. Ze had geen vriendin medeplichtig gemaakt door haar iets toe te laten dienen. Ze had het helemaal zelf gedaan. Haar kinderen hadden haar gesteund en waren niet van haar zijde geweken. Ze hadden geen sonde of infuus laten aanrukken. Samen hebben ze met haar de weg naar het einde afgelegd.
Ik snap werkelijk niet dat iemand in Nederland hier tegen kan zijn. Dat mensen zo’n moedige vrouw willen belemmeren in de uitvoering van haar beslissing. Een prachtig einde na 92 prachtige jaren. En, als die pil van Drion in haar nachtkastje had gelegen, was het einde nóg menselijker geweest. Een menselijk levenseinde gunnen we toch iedereen?
Kwaliteit van leven betekent ook kwaliteit van sterven
De gedachte dat iedereen straks een ‘laatstewilmiddel’ thuis in zijn nachtkastje heeft liggen, is voor velen beangstigend. Zelfs als zo’n 60 procent van de Nederlanders oprecht meent zelf de regie te moeten kunnen hebben over hun levenseinde. Die angst is heel begrijpelijk. Zo waren mensen ook bang voor abortus en euthanasie. Zo was er ook angst voor homohuwelijken en al helemaal als daar ook kinderen zouden komen. Heel begrijpelijk, maar die angsten hebben we overwonnen.
Dat is gelukt omdat we het zelfbeschikkingsrecht van mensen respecteren, elkaar helpen vorm te geven aan de betekenis daarvan en in de praktijk ontdekken dat het best wel kan. Dat geldt ook voor het zelfgekozen levenseinde. Dat introduceren in onze samenleving vraagt om emancipatie van dit vraagstuk. En emancipatie kunnen we alleen bereiken door met elkaar respectvol in gesprek te gaan.
Dat gesprek is best eng. Er komen vragen aan de orde waarvan je nooit had gedacht dat je ze kon stellen. Zo’n vraag is bijvoorbeeld: ‘Hoe wil jij later dood gaan?’ De dood hoort onlosmakelijk bij het leven. Kwaliteit van leven betekent ook kwaliteit van sterven. Een menselijk levenseinde is iets dat we allemaal willen. Het is aan een ieder daar voor zichzelf gedachten over te vormen en zich af te vragen of je daar zelf invulling aan wilt geven. Praat er over met jezelf en daarna met anderen.
Veroordeel ze niet tot levensstraf
Wat niet helpt, is om tevoren al voor anderen in te vullen hoe het zit. Gouweloos doet dat wel. Hulp bij zelfdoding zou een alternatief zijn voor voldoende maatschappelijke hulp. Misschien is voor sommigen hulp bij zelfdoding wel een vorm van maatschappelijke hulp. Iemand die dood wil, wil een ander leven, volgens Gouweloos. Dat het leven voor sommigen gewoon voltooid kan zijn, wil er bij haar niet in. Dat is jammer, want deze groep bestaat echt.
Ga met ze aan de praat, probeer hen te begrijpen en veroordeel ze niet tot levensstraf. Verdiep je in het verschil tussen euthanasie en de autonome route. Onze euthanasiewet voorziet in situaties waarin een arts een beslissing moet nemen. Waaronder ook het dilemma om niet kunnen genezen en niet kunnen laten lijden van een patiënt.
Mooi leven verdient mooi einde
De autonome route voorziet in situaties waarin mensen zelf de mogelijkheid willen hebben om hun leven te beëindigen zonder daarbij aangewezen te zijn op een oordeel of hulp van anderen. Hun mooie leven verdient een mooi einde. De opvatting ‘Er zijn geen gezonde ouderen die nú dood willen’ is apert onjuist. Het zijn er vele tienduizenden, en laten we wel zijn, dat is ook volstrekt normaal. Het ontkennen, negeren of bagatelliseren van deze groep is onacceptabel. Zet ze niet weg als slecht opgeleide vrouwen uit een lage sociale klasse die hulp nodig hebben, zoals Els van Wijngaarden ten onrechte doet in haar onderzoek.
Enige vorm van zacht paternalisme is niet verkeerd. Maar wat we zeker niet moeten doen, is op voorhand denken dat we wel begrijpen wat de ander beweegt. Laat je verrassen. Geen hard paternalisme dus: luisteren en respecteren.
Het wetsvoorstel ‘voltooid leven’ verdient parlementaire discussie. Laat de conclusie zijn dat we er met dit wetsvoorstel niet zijn, dat we geen levenseindebegeleider en leeftijdsgrens nodig hebben, maar echte zelfbeschikking. Dat vraagt geen wet, maar mentale ruimte.
Marc J.M. Petit is verbonden aan de Coöperatie Laatste Wil. Een organisatie die zich sterk maakt voor ruimte om in eigen regie een menselijk levenseinde te kunnen realiseren.
Foto: Michael Eickelmann (Flickr Creative Commons)