Wees niet te paternalistisch over mensen voor wie het leven voltooid is

In haar reactie op de initiatiefwet ‘voltooid leven’ van D66 suggereert Anne Gouweloos dat zij beter weet dan mensen zelf wat goed voor hen is. Hard paternalisme is echter het laatste waaraan het debat over voltooid leven behoefte heeft, stelt Marc Petit van de Coöperatie Laatste Wil daar tegenover.

Anne Gouweloos schreef hier onlangs een uitdagend betoog over de initiatiefwet ‘voltooid leven’. Haar conclusie was dat dat het wetsvoorstel niet in stemming hoeft te worden gebracht in de Tweede Kamer en de prullenbak in kan. Bijzonder dat je meent argumenten te hebben om een ingewikkelde maatschappelijke debat buiten elke vorm van parlementaire discussie te houden.

Hard en zacht paternalisme

Wat mij hielp dit te begrijpen, zijn de begrippen zacht en hard paternalisme. Een aanhanger van het zachte paternalisme zal betrokken personen scherp ondervragen op de zwaarwegende beslissingen die zij willen maken (betrokken tolerantie). Over zaken als trouwen en kinderen krijgen, een relatie met iemand van het zelfde geslacht aangaan, abortus of een gewenst levenseinde. Zolang er geen onderzoek is gedaan, rechtvaardigt dit uitstel van de beslissing. Is er een weloverwogen beslissing, dan rechtvaardigt dit de keuze op basis van het recht op zelfbeschikking. Een harde paternalist zal deze keuze verhinderen, en zo nodig bestraffen omdat hij meent dat dit schade aan de persoon toebrengt (kille intolerantie).

Gouweloos is een harde paternalist. Zij weet het beter dan jijzelf. Zij vult het voor jou in. Een levenseinde-wens van een gezond iemand is een lichte depressie; een roep om hulp, egoïsme naar nabestaanden en vluchten voor tegenslagen. Harde paternalisten zijn niet oprecht nieuwsgierig naar anderen en kaderen alles wat zij horen zonder goed te luisteren.

Ze had het helemaal zelf gedaan

Een vriend van me heeft een paar jaar geleden zijn twee-en-negentigjarige moeder begraven. Op nieuwjaarsdag had ze haar drie kinderen bij zich uitgenodigd. Toen iedereen rond de tafel zat, zei ze: ‘Ik neem nu mijn laatste oliebol. Dan stop ik met eten en drinken en hoop ik snel dood te gaan.’

Zes dagen later overleed ze. Ze was gezond en helder van geest. Tot op hoge leeftijd had ze gesport. Inmiddels was ze twintig jaar weduwe. Haar leven was voltooid. Bijna al haar vrienden hadden zich bij Petrus gemeld en het werd eenzaam op aarde. Ze wilde niet wachten op een verlossende longontsteking of een fatale hersenbloeding. Nee, ze wilde zelf haar lot bepalen.

De pil van Drion lag niet in haar nachtkastje en daarom had ze dit besluit genomen. Dit is ongelooflijk moedig. Zoiets vraagt kracht. Kracht om dit pad op te gaan. Kracht om het aan je kinderen te vertellen. Ik was op de begrafenis. Daar stond mijn vriend samen met zijn beide zussen. Ze waren apetrots op hun moeder. Dat klonk in alles door.

Ze had het helemaal zelf gedaan en was niemand tot last geweest. Ze had geen dokter gevraagd om haar dood te maken. Ze had geen treinmachinist de schrik van zijn leven bezorgd. Ze had geen vriendin medeplichtig gemaakt door haar iets toe te laten dienen. Ze had het helemaal zelf gedaan. Haar kinderen hadden haar gesteund en waren niet van haar zijde geweken. Ze hadden geen sonde of infuus laten aanrukken. Samen hebben ze met haar de weg naar het einde afgelegd.

Ik snap werkelijk niet dat iemand in Nederland hier tegen kan zijn. Dat mensen zo’n moedige vrouw willen belemmeren in de uitvoering van haar beslissing. Een prachtig einde na 92 prachtige jaren. En, als die pil van Drion in haar nachtkastje had gelegen, was het einde nóg menselijker geweest. Een menselijk levenseinde gunnen we toch iedereen?

Kwaliteit van leven betekent ook kwaliteit van sterven

De gedachte dat iedereen straks een ‘laatstewilmiddel’ thuis in zijn nachtkastje heeft liggen, is voor velen beangstigend. Zelfs als zo’n 60 procent van de Nederlanders oprecht meent zelf de regie te moeten kunnen hebben over hun levenseinde. Die angst is heel begrijpelijk. Zo waren mensen ook bang voor abortus en euthanasie. Zo was er ook angst voor homohuwelijken en al helemaal als daar ook kinderen zouden komen. Heel begrijpelijk, maar die angsten hebben we overwonnen.

Dat is gelukt omdat we het zelfbeschikkingsrecht van mensen respecteren, elkaar helpen vorm te geven aan de betekenis daarvan en in de praktijk ontdekken dat het best wel kan. Dat geldt ook voor het zelfgekozen levenseinde. Dat introduceren in onze samenleving vraagt om emancipatie van dit vraagstuk. En emancipatie kunnen we alleen bereiken door met elkaar respectvol in gesprek te gaan.

Dat gesprek is best eng. Er komen vragen aan de orde waarvan je nooit had gedacht dat je ze kon stellen. Zo’n vraag is bijvoorbeeld: ‘Hoe wil jij later dood gaan?’ De dood hoort onlosmakelijk bij het leven. Kwaliteit van leven betekent ook kwaliteit van sterven. Een menselijk levenseinde is iets dat we allemaal willen. Het is aan een ieder daar voor zichzelf gedachten over te vormen en zich af te vragen of je daar zelf invulling aan wilt geven. Praat er over met jezelf en daarna met anderen.

Veroordeel ze niet tot levensstraf

Wat niet helpt, is om tevoren al voor anderen in te vullen hoe het zit. Gouweloos doet dat wel. Hulp bij zelfdoding zou een alternatief zijn voor voldoende maatschappelijke hulp. Misschien is voor sommigen hulp bij zelfdoding wel een vorm van maatschappelijke hulp. Iemand die dood wil, wil een ander leven, volgens Gouweloos. Dat het leven voor sommigen gewoon voltooid kan zijn, wil er bij haar niet in. Dat is jammer, want deze groep bestaat echt.

Ga met ze aan de praat, probeer hen te begrijpen en veroordeel ze niet tot levensstraf. Verdiep je in het verschil tussen euthanasie en de autonome route. Onze euthanasiewet voorziet in situaties waarin een arts een beslissing moet nemen. Waaronder ook het dilemma om niet kunnen genezen en niet kunnen laten lijden van een patiënt.

Mooi leven verdient mooi einde

De autonome route voorziet in situaties waarin mensen zelf de mogelijkheid willen hebben om hun leven te beëindigen zonder daarbij aangewezen te zijn op een oordeel of hulp van anderen. Hun mooie leven verdient een mooi einde. De opvatting ‘Er zijn geen gezonde ouderen die nú dood willen’ is apert onjuist. Het zijn er vele tienduizenden, en laten we wel zijn, dat is ook volstrekt normaal. Het ontkennen, negeren of bagatelliseren van deze groep is onacceptabel. Zet ze niet weg als slecht opgeleide vrouwen uit een lage sociale klasse die hulp nodig hebben, zoals Els van Wijngaarden ten onrechte doet in haar onderzoek.

Enige vorm van zacht paternalisme is niet verkeerd. Maar wat we zeker niet moeten doen, is op voorhand denken dat we wel begrijpen wat de ander beweegt. Laat je verrassen. Geen hard paternalisme dus: luisteren en respecteren.

Het wetsvoorstel ‘voltooid leven’ verdient parlementaire discussie. Laat de conclusie zijn dat we er met dit wetsvoorstel niet zijn, dat we geen levenseindebegeleider en leeftijdsgrens nodig hebben, maar echte zelfbeschikking. Dat vraagt geen wet, maar mentale ruimte.

Marc J.M. Petit is verbonden aan de Coöperatie Laatste Wil. Een organisatie die zich sterk maakt voor ruimte om in eigen regie een menselijk levenseinde te kunnen realiseren.

 

Foto: Michael Eickelmann (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 3262 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. Voor levensvragen heb ik geen ‘geschikte’ mensen in mijn bestaan. In de Nederlandse cultuur ligt het accent in het onderwijs nog steeds op het ontwikkelen van je IQ. Dan komt er wat onderwijs en educatie als het gaat om het EQ en als het dan nog kan, is er belangstelling voor het SQ. Maar dat laatste is een uitzondering. Vrije scholen geven dat type onderwijs vaak wel. De verschraling die dat geeft, zien we in de hele samenleving terug. Als Ierse zie ik dat wel in de Ierse cultuur. Kinderen leren daar nog zingen en dansen. Voor het bevorderen van je fantasie, improvisatie, verandering en humor. Jezelf durven te laten ‘zien’. Dat geeft zelfvertrouwen. Wie ben je vandaag?

    In mijn jeugd begonnen we nog iedere dag met een bijbelverhaal. Zingen leerde ik in de kerk vanzelf, dat doe ik nog steeds. De psychomotorische wetenschap van dans en beweging, met als accent emotie en expressie, komt nog steeds niet voor in het wetenschappelijk onderwijs in dit land. Er zijn wel dansopleidingen, maar nog niet als vakgebied in het sociale domein. De Vijf Ritmes en Open Floor behoren tot de internationale psychomotorische wetenschap van dans en beweging. Ze zijn er voor de ‘creativiteit’ om met het leven om te gaan. Dansen bevordert de sensomotorische ontwikkeling, waardoor ook het SQ op een speelse manier geoefend wordt.

  2. Vier jaar geleden schreef ik iets, waarvan ik vond dat ik het al veel eerder had moeten schrijven en waar ik nu nog steeds achter sta.

    Het vrijwillige levenseinde.

    Terecht wordt door velen gesteld dat iemand met een onvervulde doodswens geestelijk of lichamelijk lijdt. Wordt de doodswens niet vervuld dan laat men iemand onnodig lijden. Dit is wreed, mensonterend en onmenselijk. Iemand lichamelijk of geestelijk leed of ongemak toebrengen noemt men kwellen, martelen (VanDale’s woordenboeken).
    Artikel 5 van de Universele rechten van de mens stelt: Niemand zal onderworpen worden aan folteringen, noch aan een wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing.
    Toch zijn er in dit land stromingen die op basis van een geloof, om politieke redenen of louter op basis van hun eigen idee over ‘naastenliefde’, mensen langer laten lijden dan nodig is en hun het recht op een waardig levenseinde ontnemen. Dat het alleen hun eigen visie is, die ze als een excuus voor deze martelingen aanvoeren schijnt hen niet te deren. De opvattingen van het persoon in kwestie, die toch de hoofdrolspeler in dit drama is, telt blijkbaar niet! Is dit niet wreed en inhumaan?

    Het zoeken naar een vrijwillig levenseinde.

    Is het, gelet op het hiervoor gestelde, een wonder dat mensen dan maar zelf een uitweg zoeken?
    Er ontbreekt helaas duidelijkheid over het precieze aantal mensen dat plannen maakt om voortijdig uit het leven te kunnen stappen. Ook het exacte aantal mensen dat jaarlijks daadwerkelijk voor een vrijwillig levenseinde kiest is helaas niet precies bekend. De meeste bronnen spreken echter over circa 100.000 mensen die een serieuze poging doen afscheid van het leven te nemen.
    Dit zijn niet allemaal oude mensen! Integendeel in de leeftijdsgroep 20-29 overlijdt meer dan 20% door eigen toedoen. In de groep 20-25 jarigen is het doodsoorzaak nummer 1.

    Jaarlijks overlijden er ca. 7400 mensen omdat ze daar zelf voor gekozen hebben. Daarbij zijn niet meegerekend de circa 25.000 personen die geen levensverlengende behandeling (meer) willen. Er zijn er echter nog velen die dood niet ‘gegund’ wordt!
    Het ‘lot’ voorkomt dat bijna 98.000 zelfmoordpogingen slagen. Een derde tot een vijfde van dit aantal mensen probeert het, ondanks de begeleiding die ze dan vaak wel krijgen, opnieuw. Totaal komt men dus op ca. 130.000 mensen met een doodswens.

    Naar het schijnt worden jaarlijks ongeveer 5000 mensen opgesloten omdat men bang is, dat ze zich zelf iets aan zullen doen. Dit zijn niet allen volledig geestelijk gestoorden. (Al denken sommigen daar misschien anders over.) Onder deze psychiatrisch patiënten, die dus geestelijke ondersteuning krijgen, verzoeken er jaarlijks nog zo’n 500 om euthanasie. Een vijftigtal maakt veelal op gruwelijke wijze, een einde aan hun leven, omdat ook hen een beschaafd levenseinde klaarblijkelijk geweigerd werd!

    Artsen krijgen jaarlijks ongeveer 14.000 verzoeken tot euthanasie (Het blijkt erg lastig te zijn concrete cijfers te vinden). In ongeveer 4050 gevallen (cijfer 2015) leidt dit werkelijk tot euthanasie. Dat is slechts 29% van het totaal aantal dat uitdrukkelijk om euthanasie gevraagd heeft. Een aantal mensen sterft voordat het verzoek tot euthanasie ingewilligd kan worden, maar nog altijd worden er zo rond de 9.000 mensen een menswaardige dood geweigerd. Zelfs bij de Levenseinde kliniek werden in 2015 nog zo’n 869 personen van in totaal 1234 mensen (ca. 70%) niet uit hun lijden verlost! Is het een wonder dat dan meer dan 1800 mensen zelfmoord plegen?

    Overheid

    De overheid eigent zich in deze kwestie macht toe, die ze feitelijk niet heeft en ook niet mag hebben.

    1.
    Ons leven is ons eigen goed. Alleen wij zelf hebben daarover te beslissen. Daarom ook is het de overheid niet toegestaan tegen onze wil in een eind aan ons leven te maken.
    Zou deze zelfde overheid dan wel het recht hebben ons leven zo lang op te rekken als hen dat belieft?

    De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens bepaalt dat eenieder recht heeft op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon.
    De wet kan mensen dus niet verplichten te blijven leven. Evenmin mag de wetgever een burger de vrijheid ontnemen zijn of haar leven op een door hem gekozen wijze te beëindigen. Toch verbied de wet de verkoop van betrouwbare middelen tot zelfdoding. Dezelfde regering staat echter wel de verkoop van vuurwapens toe!

    2.
    Een norm die tegenwoordig bij het toestaan van euthanasie gehanteerd wordt, is dat er sprake moet zijn van ondraaglijk lijden. Maar wie anders dan degene die lijdt, bepaalt wat ondraaglijk is? Noch de overheid, noch een zogenaamde deskundige, kan voor ons bepalen waar de grens tussen draaglijk en ondraaglijk ligt. Die grens stelt ieder persoon voor zich zelf vast. Een ander kan niet voelen wat het slachtoffer voelt!

    Ook het begrip ‘voltooid leven’ is iets dat een ieder voor zich bepaalt. Een ander heeft daar geen inzicht in en heeft er dus ook niets mee te maken!

    3.
    De overheid en anderen menen dat wij tegen ons zelf beschermd moeten worden, zonder ONS te vragen of we wel beschermd willen worden! Dit is een inmenging in ons privéleven. Men vergeet: de overledene kan geen spijt van zijn daad hebben! Alleen van elke dag dat men langer leeft, kan men spijt hebben.

    De maatregelen lijken uitsluitend de toekomstige nabestaanden of de publieke opinie in plaats van het persoon in kwestie te dienen. Het belang van het slachtoffer wordt volledig ondergeschikt gemaakt aan de belangen van bepaalde stromingen in de samenleving!

    4.
    Een overheid die ons alle middelen tot een aangenaam levenseinde wilt onthouden en die alle wegen om tot dat doel te geraken tracht te blokkeren, veroorzaakt onnodig menselijk lijden. Ze maakt zich schuldig aan, of is tenminste medeverantwoordelijk voor, het onnodig lijden, het kwellen, het martelen van personen. Dit is niet iemand beschermen, dit komt er op neer dat men wanhopige mensen een gruwelijke dood injaagt!

    Wie stelt dat de wet voldoende mogelijkheden tot een vrijwillig levenseinde biedt, moet eens naar de cijfers inzake zelfmoorden kijken. Zelfs onder ouderen zijn er nog velen die naar dit laatste redmiddel moeten grijpen, maar het zijn vooral jonge mensen die men geen zachte dood gunt, waardoor het aantal zelfmoorden in die groep groot is!

    Hoe denkt men dat dat voor de ouders of de omgeving is?

    Resumé

    Niemand anders dan het persoon zelf beslist of hij/zij lijdt en hoe erg hij/zij lijdt. Niemand anders dan het persoon zelf beslist wanneer zijn of haar tijd gekomen is.

    Een ieder die een persoon met een doodswens bewust tegenwerkt, negeert de grondrechten van dat persoon en maakt zich direct of indirect schuldig aan het onnodig kwellen, martelen van dat persoon.

    Wie een persoon geen zachte menswaardige dood gunt, kan medeschuldig zijn aan het veroorzaken van een gewelddadige dood waarbij niet alleen het slachtoffer maar ook ook de omgeving of nabestaanden ernstige negatieve gevolgen kunnen ondervinden.

    Tot zover, Pieter

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *