Gezonde leefstijl hangt meer af van gevoel dan van verstand

Risicogevoelens blijken een sterkere invloed te hebben op gezondheidsgedrag dan verstand. Mensen zeggen vaak wel te weten dat ze risico lopen op ziekte, maar dat ze het gevoel hebben dat het allemaal wel meevalt. Alle reden dus om gezondheidsvoorlichting meer op deze risicogevoelens te richten.

Kanker is de doodsoorzaak nummer één in Nederland en jaarlijks sterven meer dan 40.000 Nederlanders aan de gevolgen van deze ziekte. Uit onderzoek blijkt dat naar schatting 35 à 50 procent van alle kanker te voorkomen is door gezond te leven. Mensen motiveren om bijvoorbeeld gezond te eten, verstandig te zonnen en niet te roken kan dus een groot verschil maken. Maar om mensen effectief aan te zetten tot gezond gedrag moeten we wel weten welke factoren bepalend zijn voor hun gezondheidsgedrag.

Eén van de belangrijke factoren in de keuze om een bepaald gezond gedrag wel of niet te vertonen is de risicoperceptie. Risicoperceptie is een inschatting die mensen maken van hun eigen kans op een bepaald gezondheidsprobleem. Deze inschatting is zo belangrijk omdat mensen die zich niet bewust zijn van hun risico op een bepaalde ziekte meestal ook niet de noodzaak zullen zien om hun ongezonde gedrag te veranderen. Vaak is de risicoperceptie dus een van de factoren die het gehele gedragsveranderingsproces in gang zet. Zo zullen bijvoorbeeld mensen die zich bewust worden van hun verhoogde risico op het krijgen van darmkanker door het eten van te veel rood vlees, eerder de noodzaak zien en geneigd zijn om minder biefstukken en varkenskarbonades te eten. En dit zou uiteindelijk weer kunnen leiden tot een vermindering van het aantal darmkankerpatiënten. Door middel van het verstrekken van informatie over risico’s proberen gezondheidsvoorlichtingsorganisaties een dergelijk risicobewustzijn te creëren.

Hun gevoel zegt dat het allemaal wel meevalt

Weten dat je risico loopt is echter niet voldoende. Het besluit om gezonder te gaan leven hangt namelijk niet alleen af van wat het verstand zegt over het risico om ziek te worden, maar ook van wat het gevoel hierover zegt. Je hoort mensen in het dagelijks leven vaak genoeg zeggen dat ze wel weten dat ze een bepaald risico lopen, maar dat hun gevoel zegt dat het allemaal wel meevalt en vice versa. In de gezondheidsvoorlichting en het wetenschappelijk onderzoek is veel aandacht geweest voor de rationele risico-inschatting van mensen, de gevoelsmatige risico-inschatting is daarentegen lange tijd onderbelicht gebleven. Er is dan ook weinig bekend over de invloed van deze risicogevoelens in de verklaring van gezondheidsgedrag en hoe we met deze gevoelens rekening kunnen houden in de voorlichting. Aangezien afgaan op je gevoel sneller, gemakkelijker en efficiënter is dan een analytische beredenering van een risico is het niet gek om te denken dat deze gevoelens een krachtige invloed kunnen hebben op de beslissingen die we nemen. Zeker gezien de grote hoeveelheid informatie waaraan we dagelijks worden blootgesteld en de veelheid aan keuzes die we moeten maken.

In ons onderzoek hebben we daarom ingezoomd op die gevoelsmatige component van risicoperceptie. De bevindingen laten zien dat het gevoel het sterkst samenhangt met gezondheidsgedrag van mensen. De gezondheidsvoorlichting moet daar dus rekening mee houden.

Ervaringsverhalen spreken meer tot de verbeelding

Onze bevindingen laten zien dat persoonlijke ervaringsverhalen mogelijk effectiever zijn om de risicogevoelens aan te spreken dan de veelal rationele insteek van de huidige voorlichtingsboodschappen. De reden hiervoor is dat deze informatie meer tot de verbeelding spreekt. Mensen kunnen zich door persoonlijke verhalen waarin anderen vertellen over zichzelf en wat hen is overkomen een betere voorstelling maken van een bepaalde situatie. Hierdoor komt de informatie ook op gevoelsniveau sterker bij hen binnen. Zo bleek bijvoorbeeld uit onze studie dat zonnebankgebruikers die een verhaal van een ex-huidkankerpatiënt te horen kregen, een hogere gevoelsmatige risicoschatting hadden dan zonnebankgebruikers die de reguliere feitelijke informatie hadden gelezen. En dit effect werd inderdaad veroorzaakt doordat deze mensen zich beter konden voorstellen dat ze zelf ooit huidkanker zouden krijgen. Dus: gezondheidsvoorlichtingsboodschappen moeten uitgebreid worden met elementen die de gevoelens van mensen aanspreken ter vergroting van hun effectiviteit in de strijd tegen ongezond gedrag.

Eva Janssen is als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan de Faculteit Health, Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht. Dit artikel is gebaseerd op haar proefschrift ‘Feelings of cancer risk; Moving beyond the traditional cognitive approach’ , Maastricht, 2014.