Hoe neem je de voedingsbodem voor extremisme weg?

Het klinkt vertrouwd: opstootjes in de Haagse Schilderswijk. Ruim dertig jaar geleden vormde de verloedering van de wijk de inzet voor menig protest, de afgelopen weken was dat de ‘jihadisering’. Oud-wethouder Adri Duivesteijn stelt dat elke oplossing ook nu weer begint met wederzijds respect en dialoog.

Ruim 30 jaar geleden verkeerde de Schilderswijk in een erbarmelijke staat, feitelijk was deze Haagse volkswijk onleefbaar geworden. Hoewel de situatie meermaals onderwerp was van heftige discussies tussen bewoners en gemeentebestuur, leek de noodzaak van een vernieuwing van de Schilderswijk, maar niet ten volle tot het stadsbestuur door te dringen. Om mijn argumenten – als actieve bewoner én als gemeenteraadslid voor de PvdA – kracht bij te zetten, begon ik een dagboek bij te houden waarin ik gedetailleerd beschreef wat wij als bewoners van een heuse krottenwijk allemaal moesten verduren; hoe abnormaal ons dagelijks leven eigenlijk was.

Schilderswijk toen: vervallen, vervuild en zonder waardigheid

Omdat woorden niet altijd genoeg zijn, heb ik mijn directe woon- en leefomgeving ook gefotografeerd. Mijn dagboek moest niet alleen in woord maar ook in beeld een onweerlegbaar bewijs bieden van de chaos waarin een groot deel van de Schilderswijk op dat moment was terechtgekomen. Een wijk waar de verpaupering alom zichtbaar was in de vorm van dichtgespijkerde panden en braakliggende terreinen waar allerhande vuil werd gestort. Op enkele bomen op het binnenterrein van het fameuze Oranjeplein na, was groen geen onderdeel van de publieke ruimte. De Schilderswijk was vervallen, vervuild en vooral zonder waardigheid.

De cumulatie van fysieke problemen leidde vaak tot protesten en soms tot ongeleide uitbarstingen van onvrede. De nieuwjaarsrellen in de Schilderswijk waren berucht in Nederland. Een andere uitbarsting vond plaats in 1969, toen de KRO op 11 mei de film Mensen van goede wil uitzond. Documentairemaker Hans Koekoek had het dagelijks leven gefilmd van een gezin van zeven kinderen, dat op een kleine driekamerverdieping woonde. Hij had het vertrouwen gewonnen van de bewoners die hem – en daarmee heel Nederland – het onvervalste en rauwe leven van binnenuit lieten zien. De film veroorzaakte een enorme rel. Direct na de uitzending stroomde de straat waar het gezin woonde vol, en werd het gezin met pek en veren de wijk uit gedreven. De bewoners voelden zich voor schut gezet en pikten dat niet. Wat klein begon – verweer tegen één gezin – mondde uit in een grootschalig protest over de werkelijke oorzaken van de misstanden. En die lagen niet zozeer in of bij de mensen zelf, maar primair bij de woonomstandigheden in de wijk.

Net in de maand dat ik mijn dagboek zou publiceren, trad de zittende wethouder Ruimtelijke Ordening en Stadsvernieuwing, Michiel Hardon, af. Na jaren van actie en kritiek was het de beurt aan ‘zij die voortdurend kritiek hadden. Die moesten het nu maar doen.’ Tot mijn verrassing werd ik op 3 november tot wethouder gekozen. Vanaf dat moment stond mijn leven volledig in het teken van de strijd tegen de verloedering in de oude Haagse wijken, en maakte ik een begin met het herstel van de binnenstad, die na de Tweede Wereldoorlog door planologisch wanbeleid onvoorstelbaar was beschadigd. Bijna tien jaar lang mocht ik mijn stempel drukken op het beleid, totdat een intern PvdA-conflict over de bouw van het Stadhuis in 1989 een einde maakte aan mijn wethouderschap. Het was een bijzondere tijd waarin ik deel uitmaakte van een generatie wethouders, vaak van PvdA-huize, die ‘schwung’ gaf aan de vernieuwing van onze steden. De grootschalige stadsvernieuwing stond voor rehabilitatie van de oude wijken en voor het herstel van de waardigheid van wijkbewoners – vaak mensen die in een kwetsbare positie verkeerden. Niet alles is geslaagd en het had op plekken (veel) beter gekund, maar feit is dat het eergevoel van de mensen van goede wil werd teruggewonnen.

Opnieuw in de nationale schijnwerpers

In de afgelopen weken kwam de Schilderswijk opnieuw in de nationale schijnwerpers terecht. En opnieuw ging het over een geraakt eergevoel. Dit keer van de (vaak in Nederland geboren) islamitische wijkbewoner met een Iraakse, Syrische of Koerdische achtergrond die met lede ogen de ontwikkelingen in zijn ‘moederland’ moet aanzien en daaraan ook publieke uiting geeft. In de golf van publiciteit die over die demonstraties en de protesten daartegen losbarstte, werd door de meeste media alles op één hoop gegooid. Natuurlijk waren de islamitische jongeren onderwerp van gesprek, maar het fenomeen Schilderswijk gaf een diepere lading aan het protest. Plotseling kwam de hele film weer voorbij. Recente demonstraties werden verbonden met vroegere rellen en protesten en met de achterstandssituatie van toen. Maar is dat een juiste analyse? Is er een relatie tussen de vroegere Schilderswijk en de wijk die het nu is? Is het de sociale structuur, de werkloosheid of gaat het om iets dat buíten de Schilderswijk staat, en misschien wel van veel algemenere aard is?

Hoe belangrijk het is om de werkelijke oorzaken van onrust te analyseren, werd mij indringend duidelijk toen ik - juist ook onlangs – mijn fotoarchief digitaliseerde. Ineens was ik terug in november 1980, het moment waarop ik mijn dagboek over de (on)leefbaarheid van de Schilderswijk wilde publiceren. Ik zag de tientallen zwart/wit foto’s, die samen een keihard beeld geven van wat en hoe deze wijk ooit was. En hoewel ik alles van dichtbij heb meegemaakt en dacht het in mijn geheugen te hebben opgeslagen, schrok ik zó van de door mij gemaakte foto’s dat ik besloot om deze alsnog te publiceren.

Schilderswijk als startpunt van sociale vernieuwing?

Van de stadsvernieuwing hebben we geleerd dat wij een groot vraagstuk gezamenlijk te lijf kunnen gaan en daadwerkelijk onder controle kunnen krijgen. Nu gaat het niet om tastbare, fysieke maatregelen, maar om een beleid dat het maatschappelijk, sociaal en cultureel welbevinden van de samenleving positief beïnvloedt en mensen, hoe verschillend verder ook, in staat stelt om samen te leven. Dat beleid begint met respect en de bereidheid om met elkaar in gesprek te gaan. De dialoog is te slotte het beste en meest vreedzame wapen dat wij kunnen inzetten om conflicten te bestrijden. Door dat te doen, nemen we in ons eigen land in ieder geval de voedingsbodem voor onvrede of extremisme weg. Misschien kunnen we beginnen in de Schilderswijk, zoals we dat eerder, bij de fysieke stadsvernieuwing, hebben gedaan.

Adri Duivesteijn is senator voor de PvdA en was lid van de Tweede kamer, wethouder in Den Haag en in Almere. De volledige tekst van artikel verscheen hier .