Iedereen flexibel? Nou, eerder hybride!

Aukje Nauta bepleitte op deze plek om met z’n allen meer flexibel te worden op de arbeidsmarkt. Daar zit wat in, maar flexibiliteit is niet overal het antwoord op. Zeker niet in een kenniseconomie.

Flexibiliteit op de werkvloer kan bijvoorbeeld door te rouleren tussen afdelingen, de functie-inhoud aan te passen maar ook door te wisselen van werkgever. Daar zit natuurlijk wat in. We bevinden ons volgens velen op een transitionele arbeidsmarkt, waarbij dynamische leef- en werkpatronen de regel zijn. Toenemende internationale concurrentie en technologische vooruitgang vragen om flexibel ingestelde werknemers die vooruit willen. Stilstand is achteruitgang. Op dit moment werkt ongeveer een kwart van alle werkenden al via een flexibel dienstverband en meer dan de helft wordt jaarlijks breed ingezet binnen het bedrijf waar ze werkzaam is (zie: De Beer, 2011; Wilthagen et al., 2006). Ook de notie van ‘employability’ (het vermogen om op veranderingen op de arbeidsmarkt te reageren) sluit hierbij aan. Door mobiel te zijn neemt de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt toe en de kans op toekomstige werkloosheid af. Een lange arbeidsduur bij dezelfde werkgever is voor de dommen.

Vraagt een kenniseconomie niet juist om loyaal gedrag?

Het is echter de vraag of meer flexibiliteit gewenst is in een kenniseconomie. Technologische vernieuwing verlangt complexe cognitieve vaardigheden van de beroepsbevolking. Het is vanuit een werkgever gedacht maar de vraag of flexkrachten bijdragen aan het duurzaam opbouwen van dit type kapitaal binnen een onderneming. Econoom Alfred Kleinknecht heeft al eens laten zien dat het gebruik van flexibele krachten nadelig is voor het innovatief vermogen van bedrijven en zelfs kan leiden tot opportunistisch gedrag van werknemers, zoals het lekken van bedrijfsgeheimen.

Ook op basis van eigen onderzoek in de game-industrie komen we dit geluid tegen. In deze kennisintensieve en conjunctuurgevoelige bedrijfstak ligt een strategie voor de hand waarbij ondernemingen gebruik maken van contractflexibiliteit. Op basis van een rondgang langs 33 bedrijven komen we dit echter maar in beperkte mate tegen. Er is weliswaar een substantieel aantal eenpersoonsbedrijven in deze bedrijfstak werkzaam, maar zodra bedrijven groeien wordt er vooral gewerkt met vaste arbeidskrachten. We zijn twee mechanismen tegengekomen die het relatief lagere gebruik van flexibel personeel kunnen verklaren. Allereerst kan de ontwikkeltijd van een complexe game (een jaar is geen uitzondering) vragen om personeel dat langer aan een bedrijf verbonden is.  Daarnaast geven onze gesprekspartners duidelijk aan dat de kwaliteit van het werk zich in de hoofden van de werkenden bevindt en voor een organisatie is het simpelweg belangrijk om deze kennis aan zich te binden. Moet de conclusie nu zijn: terug naar een minder flexibele arbeidsmarkt? Nou, nee.

Op weg naar hybride arbeidspatronen

De mantra van zowel de vakbeweging (‘minder flexibiliteit’) als bedrijfsleven (‘meer flexibiliteit’) is in het huidige debat te kort door de bocht. We hebben gezien dat een kennisintensieve economie vraagt om een dosis loyaliteit en continuïteit in de arbeidsrelatie, maar we weten ook dat flexwerk voor kwetsbare werknemers een opstap kan betekenen op de arbeidsmarkt. Bovendien kan het bijdragen aan een betere afstemming van werk- en zorgtaken binnen huishoudens.

In plaats van door te discussiëren over eventuele aanpassing van het ontslagrecht moeten we dus op zoek gaan naar een mix van vast en flexibel. Het is mooi om te zien dat deze beweging zich al lijkt in te zetten. Steeds meer hogeropgeleide werknemers trachten de behoeften die ze hebben aan (financiële) stabiliteit en zekerheid te combineren met de wens tot individuele ontplooiing en persoonlijke ontwikkeling. We hebben het dan over hybride arbeidsrelaties, waarvan er nu al zo’n 180.000 bestaan. Met een steeds verdere stijging van het opleidingsniveau is het niet ondenkbaar dat juist de hybride werkende zich tot de dominante groep gaat ontwikkelen.

Niet iedereen flexibel dus, maar ook niet vast: eerder hybride.

Fabian Dekker is als onderzoeker verbonden aan het Verwey-Jonker Instituut en promoveerde vorig jaar op het onderwerp flexibele arbeid aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Op dit moment werkt hij aan een nieuw boek over de arbeidspositie van zzp’ers.