‘O, jullie willen iemand die in de toekomst kan kijken.' Dannenberg glimlacht. De vraag was of het sociaal domein wel voorbereid is op een toestroom van mensen naar de bijstand als gevolg van de coronacrisis. Maar de Divosa-voorzitter heeft de toekomst niet nodig om bezorgd te zijn. 'Zelfs in een economie die tot voor kort draaide als een tierelier zaten er meer dan 400 duizend mensen in de bijstand en vele anderen in arbeidsongeschiktheidsregelingen. Tel daarbij de mensen op met een persoonsgebonden budget, of de een of andere vorm dagbesteding, en je komt uit op een onmogelijk hoog aantal economisch inactieven.'
Hij begrijpt de kritische analyse van de bijstand door Kremer en Van der Meer op deze site. Zij stellen onder meer vast dat de helft van de mensen in de bijstand als ‘onbemiddelbaar’ geen aandacht krijgen terwijl ze juist véél aandacht nodig hebben.
Dannenberg: 'We maken er ons al heel lang zorgen over. Bij de vorige crisis is enorm bezuinigd op de begeleiding naar werk. Slechts een derde van het toenmalige budget bleef over. Bij de recente evaluatie van de Participatiewet herkenden we veel in de kritiek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Maar je kunt het ook omdraaien: het is verbazingwekkend hoeveel er nog goed gaat met dat drastisch verlaagde budget.’
Ook de politieke lading speelt Participatiewet parten
Maar budget is niet het enige. Dannenberg wijst op de politieke lading rond de Participatiewet. ‘Een 17-jarige met een psychose moet een passende behandeling krijgen en voor ouderen moet er aangepast vervoer en aangepaste woningen zijn, daar is iedereen het over eens. Maar bij werk en inkomen wordt het ineens ongelooflijk ideologisch en leveren coalitiebesprekingen steevast dichtgetimmerde verhalen op die gemeenten weinig ruimte bieden om maatwerk te leveren. Dit terwijl je de ene mens met de mattenklopper achterna moet zitten en de ander met een verbandtrommeltje.’
'Ongeveer 140 duizend Nederlanders zitten langdurig in de bijstand. Deze soms zwaar beschadigde mensen worden wel eens het “granieten bestand” genoemd en zijn moeilijk bemiddelbaar. Vanuit Den Haag hoor je dat iedereen aan het werk moet, maar soms mag je al blij zijn als iemand weer een praatje met de mens naast hem maakt of zijn bordje terugbrengt naar de balie.’
We moeten reëel zijn in onze verwachtingen, zegt Dannenberg. ‘Dat betekent overigens ook dat we altijd oog moeten hebben voor iemands talenten en mogelijkheden.’ Hij geeft het voorbeeld van een jonge vrouw in Zeeland die zo traag is dat de organisatie die haar naar werk moest begeleiden, het in arren moede bijna opgaf. ‘Totdat iemand op het idee kwam om haar inertie niet te beschouwen als beperking, maar als competentie. Op een gesloten afdeling van ouderen met dementie bleek de jonge vrouw prima om te kunnen gaan met het trage tempo van ouderen in de laatste fase van hun leven. Haar traagheid is daar een pré gebleken.’
Een realistische kijk op de cliënt
Dat klinkt als een inspirerend voorbeeld, is dit de manier waarop mensen uit het granieten bestand naar de arbeidsmarkt moeten worden geleid?
Dannenberg: ‘Waar het om gaat, is dat professionals een realistische kijk ontwikkelen op de cliënt en zijn mogelijkheden, dat ze zijn vertrouwen weten te winnen en perspectief bieden’. Dat is niet vanzelfsprekend, als gevolg van de politieke sturing van de bijstand. 'Het accent bij sociale diensten ligt al jaren vooral op rechtmatigheid, op de vraag of de cliënt recht op een uitkering heeft en of hij zich aan de regels houdt.’
Dat moet anders. Hij pleit ervoor het accent te verleggen, naar doelmatigheid. ‘Om het effect van interventies op het leven van individuele burgers te vergroten, heb je drie dingen nodig: maatwerk, medewerkers met een brede blik, en nauwe samenwerking van Werk & Inkomen met de wijkteams.’
Dannenberg geeft opnieuw een voorbeeld: voor werkgevers is loonbeslag vaak reden om iemand na zijn proeftijd de laan uit te sturen, omdat zo iemand vaker ziek is. Doelmatig is dan dat een gemeente de schulden overneemt zodat de schuldenaar zijn baan behoudt. Met het inkomen uit werk kan hij ten slotte zijn schulden afbetalen. De voorzitter van Divosa stelt verheugd vast dat ‘steeds meer gemeenten begrijpen dat ze de volledige ruimte van het sociaal domein moeten benutten om problemen te herkennen en oplossingen te vinden.' Met andere woorden, niet alleen vanuit het perspectief van de Participatiewet kijken maar ook door de bril van schulden of gezondheid.
En dan nog een pijnpunt: ‘Doe iets aan de gekmakende complexiteit van de wet- en regelgeving in het sociaal domein. Je kunt van mensen met een IQ van 70 of minder niet vragen om hun weg te vinden in een systeem van 27 inkomensondersteunende maatregelen en acht verschillende partner- en inkomensdefinities. Dit stelsel is onveilig voor mensen, daarmee krijg je ze nooit uit de bijstand.’
Doelmatig werken vraagt vaklui
Doelmatig werken vraagt om vaklui - Dannenberg: 'Hebben we wel voldoende professionals om al het werk te doen dat op het sociaal domein afkomt?’ - en budget. Hij vindt dat het Rijk in de lijn met de aanbevelingen van de commissie Borstlap de gemeenten meer geld moet geven om mensen van bijstand naar werk, betaald of vrijwillig, te geleiden. Daartoe moet het reïntegratiebudget voortaan met het bijstandsbestand meebewegen. 'Nu krijgen gemeenten een vast bedrag voor de financiering van begeleiding, training en om- en bijscholing, waar wij voor pleiten is dat die som stijgt en daalt met het aantal mensen in de bijstand. Net zoals bij het UWV, waar het budget voor re-integratie direct is gerelateerd aan het aantal mensen in de ww.’
Het kabinet heeft als onderdeel van een sociaal pakket vanwege de coronacrisis 683 miljoen euro beschikbaar gesteld voor ondersteuning en begeleiding naar nieuw werk. Dannenberg: 'Positief is ook dat gemeenten en UWV volgend jaar “ontschot” gaan werken – de sociale dienst wacht niet langer met trajectbegeleiding totdat iemand zijn laatste WW-uitkering heeft gekregen- en dat er meer scholings- en re-integratiegeld vrijkomt.’
Foto: Gerard Stolk (Flickr Creative Commons)