Een wonder. Gabriël van den Brink kiest een opvallend woord om de betekenis van de covid-crisis te duiden. En die keuze is bewust, benadrukt hij. 'Een wonder is een totaal onverwachte gebeurtenis die gunstig uitpakt. De meeste mensen geloven wel in rampen. Dat is de totaal onverwachte gebeurtenis die ongunstig uitpakt. Die herkennen we wel. Maar het wonder, dat er soms heilzame gebeurtenissen zijn, dat geloven we niet snel.'
Jij zult niet ontkennen dat deze crisis een ramp is?
'Natuurlijk niet. Dit is een ramp. Laten we klare taal spreken. Maar met die ramp gebeurt ook een wonder. Enerzijds zijn de kwetsbaarheden van onze samenleving heel zichtbaar geworden, en anderzijds, tegelijkertijd ook de krachten. Zie de enorme sociale betrokkenheid van burgers, zie de inzet van gezondheidsprofessionals, zie het vermogen van deze samenleving zich snel aan deze situatie aan te passen. Kijk naar de saamhorigheid in de politiek, hoe het algemeen belang onweersproken al weken aan één stuk voorop staat. Hielden we dat voor mogelijk? Ik vraag aandacht voor het wonder tijdens de ramp zonder iets aan de ramp af te willen doen.'
Je gebruikt het woord 'heilzaam'
'Heilzaam als in dat dingen weer heel kunnen worden, scheuren gedicht, conflicten bijgelegd. Er is verzoening, hoe tijdelijk ook. In mijn mensbeeld is het leven tragisch, met tekort en strijd, maar mensen streven naar heelheid, naar verzoening. Soms gebeurt dat plotseling en als dat gebeurt, is dat een wonder.'
Gemeenschapswezen
Gabriël van den Brink is niet in één academische discpline te vangen. Nu hoogleraar 'filosofie van cultuur en bestuur', voorheen hoogleraar 'maatschappelijke bestuurskunde', maar de titels 'socioloog' en 'historicus' passen hem ook. In de loop van mei verschijnt van zijn hand 'Ruw ontwaken uit de neoliberale droom'. Daar bedoelt hij niet de covid-crisis mee. Zo’n voorspellende gave heeft Van den Brink natuurlijk niet. Maar de crisis levert wel bewijsmateriaal.
'Ik stel in mijn boek dat ons mensbeeld van groot belang is bij de vraag hoe je het maatschappelijk leven inricht. En dat mensbeeld beweegt zich tussen enerzijds het liberale idee waarin vrijheid en identiteit van het individu voorop staan en anderzijds het sociale idee: de mens als gemeenschapswezen. We hebben de laatste vier, vijf decennia volop het eerst omarmd, gecultiveerd, sterker nog, we hebben het volop gevierd.'
We zijn uit balans geraakt?
'We zijn ons gaan gedragen alsof die gemeenschappelijke kant niet bestaat. Dat is luxe gedrag. En voor de duidelijkheid: ik ben ook graag vrij, ik ben ook graag autonoom. Ik relativeer zeker niet de individuele vrijheid die we in het westen hebben, alleen is dat maar de helft van het verhaal. En nu, door deze crisis, herontdekken we de andere kant.'
Wat is volgens jou de verhouding tussen beide kanten?
'Dat de individuele vrijheid niet zonder die gemeenschap en de zorg en aandacht daarvoor kan bestaan. Een maatschappij bestaat in mijn ogen uit lagen. Als een samenleving goed geordend is, kun je individuele vrijheid hebben. Als de dijken deugen, liggen we in het zonnetje langs het water. Als de rechtsstaat functioneert, zijn de goede mensen vrij en worden de criminelen gepakt. Eerst de rechtsstaat en dan individuele vrijheid. Dat kun je niet omkeren. Maar dat is wel de neoliberale illusie. Als we als individuen onze gang gaan, komt het vanzelf wel goed. Dat is niet waar als je naar de geschiedenis kijkt.'
En de covid-crisis onderstreept dat?
'Juist door onze individuele bewegingsvrijheid gaat het virus nu over de wereld. En juist door de onvoldoende aandacht voor de gemeenschappelijke basis waren we onvoldoende voorbereid. We leunen nu op de individuele inzet van burgers, van professionals, terwijl de staat het maar nauwelijks bolwerkt.'
Wederkerigheid
In het denkwerk voor zijn boek, kwam voor Van den Brink het woord "coöperatie" steeds centraler te staan. Hij legt uit hoe hij de twintigste eeuw als een botsing tussen twee modellen ziet. Individu versus gemeenschap. Liberalisme versus socialisme. 'Extreem gezegd: Verenigde Staten versus China'. Maar de ontwikkeling van Europa wordt volgens Van den Brink 'deep down’ door iets anders gekenmerkt: 'Vrijwillige samenwerking'.
Vrijwillige samenwerking?
'Dat is volgens mij de kern van de geschiedenis in continentaal Europa. Je hebt de vrijheid om samen te werken, maar je bent opgegroeid in het bewustzijn dat dat ook nodig is. Dat wordt ook wel het Rijnlandse model genoemd. Wat ik in mijn onderzoek geleerd heb, is dat die gedachte van coöperatie al bijna duizend jaar terug gaat. In de elfde eeuw werden de gilden gevormd. Dat waren ambachtslieden die vrijwillig gingen samenwerken. Collega-hoogleraar Tine de Moor heeft in haar werk mooi laten zien dat deze gilden het antwoord waren op de markt-dynamiek van toen. Ze gingen niet voor de individueel hoogste prijs. Markt en ondernemerschap zijn geweldige krachten, versta me niet verkeerd, maar het moet in dienst staan van de gemeenschap.'
Wat betekent coöperatie voor politiek-bestuurlijk Nederland anno nu?
'Een samenleving bestaat op basis van wederkerigheid. Het is geven en nemen. Als je iets ontvangt, dan schept dat de verplichting iets terug te geven. Dat besef is de afgelopen decennia verwaarloosd. Bedrijven worden nu gesteund door publiek geld. Wat is dan de wederkerigheid? Mag je wensen verbinden aan hun ondernemerschap? Bijvoorbeeld in termen van duurzaamheid of in termen van werkzekerheid? Een gebrek aan wederkerigheid is uiteindelijk onhoudbaar. Elke samenleving vereist een bepaalde balans. En het is voor de geloofwaardigheid van bedrijven en overheid essentieel dat die nu gevonden wordt.'
Elites
Of de covid-crisis daadwerkelijk 'heilzaam', 'coöperatief', 'wederkerig' uitpakt, is volgens Gabriël van den Brink verre van vanzelfsprekend. Hij noemt de uitwerking 'niet afhankelijk van de mate van ellende of van mooie idealen'.
Waarvan wel?
'Cruciaal is wat de elites denken en beslissen. Op het moment van een serieuze crisis komt de geschiedenis open te liggen. Er dienen zich meerdere wegen aan. En hoe meer macht je hebt, des te indringender zijn de gevolgen van je keuze en des te groter ook je verantwoordelijkheid voor het geheel. Zien onze elites in de politiek, in het openbaar bestuur, in het bedrijfsleven, in de media de verschillende afslagen? Denken ze er over na, snappen ze dat je ook kiest als je niet kiest en dus op de oude voet door wil gaan?'
Maar we zitten midden in een crisis
'Ja, uiteraard. Natuurlijk moet er gehandeld worden. Maar er moet ook worden nagedacht over de lange termijn. In de Tweede Wereldoorlog hadden de Duitsers een deel van de Nederlandse elite in een kamp in Sint Michielsgestel gevangen gezet. Daar waren ze voortdurend in gesprek over het Nederland na de oorlog en die denkbeelden hebben duidelijke sporen achtergelaten bij de inrichting van ons land.'
Je stelt zelf dat we al vier, vijf decennia vast zitten in een neo-liberaal discours. Is een ander verhaal dan nog te bedenken, te zien?
'Ik geef met de filosofische school soms cursussen aan Nederlandse topambtenaren. Dat zijn echt heel slimme mensen. Maar ze zitten in de doe-modus. Als er een probleem op hen af komt, dan is de eerste vraag 'wat kunnen we eraan doen?', en dat is ook de tweede en de derde vraag. Zo’n cursus duurt drie dagen, en de eerste dag zijn ze alleen maar bezig uit die modus te komen. De machine bovenin stil te zetten en andere inzichten toe te laten. Niet om er iets mee te doen of om te kiezen, maar gewoon toe te laten. Pas dan ontstaat de denkruimte die je nodig hebt voor het verkennen van nieuwe wegen.'
Dat betekent nog niet dat er iets anders bedacht wordt.
Van den Brink schiet in de lach. 'Ik weet natuurlijk ook niet of dat gebeurt. Leerprocessen zijn moeizaam. Dat is nou eenmaal zo. Maar het begint met achteruit stappen. En dan dus niet gelijk naar het tegendeel schieten. Als je de nadelen van het neoliberalisme erkent, hoef je geen anti-kapitalist te zijn. Gewoon even nadenken kan geen kwaad. Het is zelfs bitter nodig wanneer zich, zoals nu, een diepe crisis aandient.'
Op 18 mei verschijnt van de hand van Gabriël van den Brink bij uitgeverij Prometheus ‘Ruw ontwaken uit de neoliberale droom’