INTERVIEW Jaron Harambam: ‘Het traditionele publicatietraject duurt te lang voor dit tijdsgewricht’

Het voormalige Nederlandse tijdschrift Sociologie gooit het roer om. Het gaat samen verder met het Vlaamse tijdschrift Sociologos en verschijnt als Tijdschrift Sociologie voortaan enkel nog online. En: volledig open access. We spreken erover met de nieuwe redactievoorzitter Jaron Harambam.

Jarom Harambam

Enkel nog digitaal, open access, een landsgrensoverschrijdende samenwerking – vanwaar deze koerswijziging?

‘Wij hebben de afgelopen vijf jaar gemerkt dat het als klein Nederlandstalig tijdschrift moeilijk wordt om te blijven bestaan. Er kwamen verschillende dingen samen. Onze missie is sociologische kennis toegankelijk te maken voor een grote groep mensen. Zeker niet enkel voor een handjevol academische sociologen, maar verschillende beroepsgroepen, ook beleidsmakers. Als tijdschrift wil je gelezen worden, ook door jongeren. En studenten lezen, zeker op het HBO, liever in het Nederlands.

‘Digitalisering sluit mooi aan bij dat streven tot toegankelijkheid, als je zoals wij kiest voor open access (vrije en gratis toegang tot artikelen, red.). Maar daar zitten wel organisatorische en vooral financiële haken en ogen aan. Bibliotheken en andere instellingen zeggen hun abonnement op als je overschakelt naar open access. De VSNU heeft met grote uitgevers wel afspraken gemaakt over financiering van dit uitgeefmodel, maar als klein tijdschrift vallen wij daarbij tussen wal en schip.

‘Daarnaast is het in het huidige academische klimaat steeds onaantrekkelijker geworden om in het Nederlands te publiceren. De waardering van wetenschappelijk werk hangt vooral aan publicaties in internationale, Engelstalige peer-reviewed journals. De publieke taak van de sociale wetenschappen wordt met de mond wel beleden, maar de loopbaanprikkels sturen er te weinig op aan. Dat leidde bij ons tot de vraag: hoe komen we aan meer en goede kopij?

‘Die weg leidt weg van traditionele uitgevers. Het publicatietraject duurt te lang, te lang voor dit tijdsgewricht met een korte aandachtsspanne. We willen sneller kunnen inspelen op de actualiteit. Voor auteurs, maar ook voor de lezers. Je kunt het je vaak niet meer permitteren dat er een half jaar zit tussen het moment van het indienen van een artikel en publicatie ervan.

‘Door te kiezen voor enkel digitaal en open access hopen we twee vliegen in één klap te slaan: een groter publiek en een grotere aanwas. Dat hopen we ook te bereiken met de samenwerking over de grens, met België. Ik denk dat je sowieso de vraag kunt stellen hoeveel sociologische tijdschriften een relatief klein taalgebied kan hebben. Voor ons was zeker: als we niets zouden doen, zouden we als tijdschrift een langzame dood sterven.’

Was het lastig draagvlak te vinden voor de metamorfose?

‘Er was natuurlijk weestand en onzekerheid. Waar moeten we geld vandaan halen als we zonder abonnees verder gaan en hoe garanderen wij de continuiteit? Voor de hand lag: van sociologieafdelingen en -verenigingen. Maar die hebben ook niet veel geld. Het is in elk geval bij de afdelingen van onze redactieleden gelukt steun te vergaren. Bij de beroepsvereniging ging dat iets moeilijker, maar dat is er alsnog van gekomen. Er was een soort polderakkoord dat de NSV geen tijdschrift bevooroordeeld. Andere sociologische tijdschriften (Mens en Maatschappij, Beleid en Maatschappij, Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, red.) hanteren nog wel een abonneemodel.’

 In de nieuwe opzet is Tijdschrift Sociologie wel land- en grensoverschrijdend, maar zien we uit Nederland in de redactie alleen vertegenwoordiging vanuit Amsterdam, Rotterdam en Tilburg. Schemert hier een oude richtingenstrijd door?

‘Dat klopt. Nogmaals denk ik dat je je kunt afvragen voor hoeveel tijdschriften er plek is in een klein taalgebied. We hebben wel gesprekken gevoerd, maar andere afdelingen voelen zich verbonden met andere tijdschriften en zien de noodzaak van open access niet. Wij blijven voorstander van een breed en pluriform platform.’

Jullie willen ‘een actieve rol in het publieke debat gaan spelen’, schrijven jullie in jullie startschrift. Zijn academische tijdschriften daar niet te marginaal voor geworden?

‘De publieke rol van de sociologie kun je op verschillende manieren opvatten. Natuurlijk zijn er media die een nog breder publiek aanspreken. Maar wij geloven in onze bijdrage aan actuele maatschappelijke kwesties door niet alleen klassieke onderzoeksartikelen te publiceren, maar ook essays en boekbesprekingen. We blijven natuurlijk wel een wetenschappelijk tijdschrift, met wetenschappelijke methoden, diepgang en duiding. Maar meer generalistisch. Voor de onderzoeksartikelen werken we met een peer review-systeem, essays en boekbesprekingen worden in de redactie besproken.’

Wat zien jullie als de grootste uitdagingen?

‘Dat is in elk geval een financiële. Bij gebrek aan abonnee-inkomsten werken we met een sponsormodel. Deels institutioneel, bekostiging door afdelingen, dat is de basis, zonder gaat het niet. Maar daarnaast willen we het mogelijk maken dat meer mensen een financiële bijdrage leveren. Er is een hele generatie sociologen die de Nederlandse sociologie een warm hart toedragen en die daar wellicht ook wel geld voor over heeft. Daarom is het ook zo belangrijk dat we een ANBI-status gekregen hebben, die belastingvrije giften mogelijk maakt. Doordat we in eigen beheer uitgeven, kunnen we de kosten zo laag mogelijk houden.

‘Maar de grootste uitdaging is, uiteindelijk, om tegen de internationale publicatiedruk in, het belang van publiceren in het Nederlands in de praktijk te houden. Wij denken dat die artikelen meer gelezen kunnen worden en ook meer impact kunnen hebben. Laten we eerlijk zijn: de publicaties in internationale journals worden hooguit door een handvol collega’s die zich voor hetzelfde onderwerp interesseren gelezen. Het is toch veel leuker als beleidsmakers en journalisten jou bellen omdat ze jou beschouwen als iemand met verstand van zaken?’

‘Daarnaast hebben we de ambitie een nieuwe generatie een podium te willen bieden. Voor hen is de stap naar internationale journals groot. Voor een eerste artikel is het toch fijn je in je eigen taal te kunnen uitdrukken. Ook lijkt de sociologie te vervreemden van het Nederlands, de schrijfkunst is eruit getrokken.’

Tot slot: hoe houdt een digitaal tijdschrift ritme?

‘We laten het principe van nummers los, zodat we sneller kunnen anticiperen en publiceren. Als iets klaar is, kan het verschijnen. Soms werken we wel met een thema of dossier, een kleine bundeling, maar puur virtueel. Iedereen kan op elk moment iets inzenden. Als redactie blijven we wel bij elkaar komen, al gebeurt ook dat nu vanwege de omstandigheden digitaal. Een tijdschrift is ook een gemeenschap, de Nederlandse sociologie een identiteit. Het is belangrijk het gemeenschapsgevoel vast te houden en uit te bouwen.’

Jurre van den Berg is redacteur bij Socialevraagstukken.nl.

Tijdschrift Sociologie is te vinden op http://www.tijdschriftsociologie.eu/.

Lees hier een nieuwe publicatie van Wouter Mensink (SCP): ‘Praten over het weer’: sociaalwetenschappelijke en filosofische reflecties op persoonlijke ervaringen met klimaatverandering.