INTERVIEW Marcel Canoy: ‘Onze huidige schuldenaanpak is onacceptabel’

‘We bouwen een maatschappij op basis van schuld, zonder dat voldaan wordt aan de basisvoorwaarden van economie en moraliteit van schuld’ , schrijven Marcel Canoy en Robin Fransman in hun bijdrage aan het Jaarboek van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken. Canoy, hoofdeconoom bij Ecorys, distinguished lecturer aan de Erasmus School of Accounting and Assurance en columnist van Financieele Dagblad, stelt onomwonden dat onze schuldenaanpak maatschappelijk, moreel en economisch gezien onacceptabel is.
Er moet een menselijker en economisch profijtelijker oplossing komen voor de manier waarop wij met schulden omgaan. Maar wat is nu eigenlijk het probleem?

Canoy: ‘Schuld kent zowel een morele dimensie (guilt) als een financiële (debt). We vergeten vaak dat die economische en morele aspecten van schuld in elkaar overlopen. In eerste instantie is een schuldovereenkomst een economische transactie, waar alle betrokken partijen bij gebaat zijn. Denk aan de bakker die een lening aangaat om te investeren in het bakken van beter brood. Dit is goed voor de economie, voor de bakker, voor de bank en uiteindelijk ook voor de consument. Er zijn talloze schuldrelaties die op dit principe stoelen en daar is niets mis mee. Het wordt een probleem wanneer de schuldeiser niet meer voldoet aan zijn betalingsverplichtingen. Dan treedt de morele dimensie op de voorgrond. De machtsverhoudingen tussen beide partijen komt bloot te liggen: de ene partij staat in het krijt bij de ander. En wat als de schuldenaar in alle redelijkheid zijn schuld niet kán aflossen?’

Het aangaan van een schuld en het verstrekken van een lening zijn dus in de basis gewone economische transacties. Maar er zullen altijd wel bakkers zijn die niet kunnen aflossen. Waar gaat het mis?

‘Het is cruciaal dat bij het aangaan van een schuldtransactie aan een aantal basisvoorwaarden wordt voldaan; de economische baten moeten op een rechtvaardige manier verdeeld worden over schuldenaar en schuldeiser. En vooraf moet duidelijk zijn wat het resolutiemechanisme is – met andere woorden: hoe gaan we om met van aflossingsproblemen en betalingsachterstanden? Welke rol spelen de omstandigheden? Wanneer schelden we de schuld kwijt?’

‘Het gaat helemáál mis wanneer er een ongezonde asymmetrie bestaat tussen schuldenaar en schuldeiser – bijvoorbeeld tussen een machtige hypotheekverstrekker en een machteloze huiseigenaar met betalingsachterstanden. Vaak hebben deze huiseigenaren ook andere zorgen, ze liggen bijvoorbeeld in een scheiding of zijn hun baan kwijtgeraakt. Ze zijn in meerdere opzichten kwetsbaar. Er is in een aantal gevallen sprake geweest van onverantwoordelijke kredietverstrekking door banken. De baten zijn niet eerlijk over de partijen verdeeld. Dan mag je verwachten dat wij onze maatschappij zo inrichten dat we deze kwetsbaren steunen, dat we balans weer rechttrekken.’

Maar dat gebeurt nu onvoldoende. Hoe komt dit?

‘We hinken wat dat betreft op twee benen. Ons systeem van lenen is op Angelsaksische leest geschoeid en erg ruimhartig, al is daar de laatste jaren wel enige verandering in gekomen. Op allerlei manieren worden we aangemoedigd om schulden aan te gaan. De overheid doet daar aan mee, onder meer door de hypotheekrente aftrekbaar te stellen. Maar wat als het mis gaat en iemand zijn betalingsverplichtingen niet kan nakomen? Dan gedragen we ons plotseling wel erg Rijnlands en huldigen we het principe ‘wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten’. Binnen het Rijnlandse model worden strengere eisen aan kredietverstrekking gesteld. Er wordt bijvoorbeeld meer eigen vermogen gevraagd, om de kans op betalingsproblemen te verkleinen. Anderzijds: het Angelsaksische model stimuleert weliswaar risicokapitalisme, maar is ook beter in het oplossen van problemen.’

Welke systeemverandering is er nodig?

‘Het maakt me eigenlijk niet uit voor welke model we kiezen, maar het deugt niet dat we voor het aangaan van schulden op het ene, en voor het omgaan met betalingsproblemen op het andere been hinken. Of we echt een radicale systeemverandering moeten nastreven, weet ik niet. We kunnen ook beide werelden meer in balans brengen. Bijvoorbeeld door een steviger zorgplicht bij kredietverstrekkers te leggen en de schuldresolutie minder Rijnlands te maken. Banken zijn nu veel te terughoudend in het (gedeeltelijk) kwijtschelden van schulden. Dat is niet rationeel, want het is niet in hun belang. Hun houding zorgt voor reputatieschade en daarbij: een schuldtraject levert hen vaak minder op dan gedeeltelijke kwijtschelding.’

‘Maar er is meer. Mensen zouden bijvoorbeeld hun pensioenpremie kunnen inzetten om schulden af te lossen. Of we vergeven hen hun schuld: kwijtschelden dus. En we voeren het persoonlijke faillissement met kwijtschelding in. Hoe dan ook, het is hard nodig dat we fatsoenlijke mechanismes gaan toepassen om ontspoorde schuldsituaties aan te pakken.’

Tekst: Catelijne Akkermans

 

Meer weten over onorthodoxe oplossingen die Canoy en Fransman voorstaan? Kom naar het Nationaal Laboratorium Schuldhulp Anders, op donderdag 30 oktober in Utrecht. Canoy is een van de hoofdsprekers en zal ook deelnemen aan een van de workshops. Klik hier voor het volledige programma.