Kwetsbare, middelgrote steden zijn gebaat bij stevig migratiebeleid

Wat doet migratie met steden als Tiel of Sittard-Geleen waar vaak al lange tijd hardnekkige problemen spelen zoals woningnood of vergrijzing? Marthe Hesselmans (WRR en Erasmus) en Asya Pisarevskaya (Erasmus) onderzochten het en vinden dat stevig lokaal migratiebeleid nodig is.

Aan de rand van Velsen, onder de rook van Tata Steel, meerde in 2022 een cruiseschip aan met duizend vluchtelingen. Sommige inwoners hielden een protestmars, terwijl anderen kleding inzamelden voor de kinderen op het schip. Ondertussen weifelde de gemeente: eerst zou het schip maar kort blijven, toen toch langer en uiteindelijk nog langer maar in afgeslankte vorm met nog driehonderd vluchtelingen tot eind 2024.

Het heeft de spanningen rond migratie in de stad er niet minder op gemaakt getuige de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen waarin 30 procent van de stemmen in Velsen naar de PVV ging, twee keer zoveel als in 2021.

Tussen tafellaken en servet

Bijna drie miljoen Nederlanders wonen in middelgrote steden zoals Velsen met tussen de veertig- en honderdduizend inwoners. Ze zijn zogezegd te klein voor het tafellaken en te groot voor het servet. Er zijn vaak minder financiële middelen dan in grotere steden, maar ook niet altijd de voordelen die de kleinschaligheid van een dorp kan hebben, bijvoorbeeld qua korte bestuurslijntjes of nabuurschap.

‘Verloedering’ was de term waarmee bewoners de problemen omschreven

In sommige van deze steden spelen hardnekkige problemen: winkelleegstand, woningnood, vergrijzing of juist ontgroening door het wegtrekken van jong talent (zie bijvoorbeeld Atlas voor gemeenten, 2022; PBL/ CBS, 2022; De Voogd en Cuperus, 2021). ‘Verloedering’ was de term waarmee bewoners de problemen omschreven tijdens ons onderzoek.1 Tevens zien we in deze middelgrote steden, net als elders in Nederland, een steeds grotere verscheidenheid aan inwoners (WRR, 2018).

Het zijn steden met soms al een lange geschiedenis van arbeidsmigratie. Denk aan Helmond of Almelo waar in de jaren vijftig en zestig veel nieuwkomers uit Marokko en Turkije aankwamen. Recenter zijn hier asiel- en familiemigranten bijgekomen vanuit bijvoorbeeld Syrië of Afghanistan en vooral meer nieuwe arbeidsmigranten (de Adviesraad Migratie, 2022 constateert landelijk een verviervoudiging van de laatste groep tussen 2006 en 2021).

Poolse supermarkten openen hun deuren naast Indiase naaiateliers

In de middelgrote steden die wij onderzochten zien we nieuwkomers nieuwe dynamiek brengen: Poolse supermarkten openen hun deuren naast Indiase naaiateliers, op de crèches zijn de vacatures gevuld met Oekraïense of Eritrese medewerkers. Tegelijkertijd zien we spanningen ontstaan zoals in Velsen. Het roept de vraag op hoe deze middelgrote steden hun lokale migratierealiteit zo kunnen hanteren dat de stad er niet kwetsbaarder van wordt en liefst sterker.

Beleid in een veranderende migratierealiteit

Migratiebeleid in tijden van kwetsbaarheid is geen eenvoudige opgave, maar ook geen onmogelijke. Opvallend zijn de vele lokale initiatieven rond nieuwe inwoners in de steden van ons onderzoek. Bibliotheken en vrijwilligers geven taallessen, werkgevers investeren in leer-werktrajecten zoals via Techport in Velsen en woningcorporaties verbeteren de leefbaarheid in de wijk, zoals met de Werkhal in Geleen-Zuid. Maar veel is van korte duur. Het zou om tijdelijke inwoners gaan, is vaak de vooronderstelling. Of programma’s lopen wel langer, maar zijn alleen toegankelijk voor vluchtelingen en bijvoorbeeld niet voor arbeidsmigranten.

‘Ik moest soms mijn kaplaarzen aan doen tegen de kakkerlakken’

De realiteit is dat er elke keer weer andere tijdelijke stadsbewoners komen en dat onder hen altijd mensen zijn die wel blijven. En net als andere inwoners kunnen sommige nieuwkomers prima hun eigen weg vinden, terwijl anderen een zetje nodig hebben. Zo zagen we in Velsen statushouders snel aan het werk gaan als lassers in de bouw, terwijl in Tiel arbeidsmigranten op straat belanden of in de slechtste woningen. In de woorden van een gemeenteambtenaar die ‘verkamerde’ woningen van uitzendbureaus controleerde: ‘Ik moest soms mijn kaplaarzen aan doen tegen de kakkerlakken.’

Omgaan met de realiteit begint met het erkennen ervan: migratie stopt niet

Ongeacht wat het nieuwe kabinet gaat doen, hebben middelgrote steden te maken met telkens nieuwe inwoners. Willen we voorkomen dat kwetsbaarheden zich hier verder gaan opstapelen, dan is stevig lokaal migratiebeleid nodig.

Erken de lokale realiteit

Omgaan met de realiteit begint met het erkennen ervan: migratie stopt niet. Daarvoor is het zaak dat de gemeente zichzelf goed kan informeren, met name over het aantal arbeidsmigranten. Als grofweg bekend is wie binnenkomt en vertrekt, kan de stad beter anticiperen op bijvoorbeeld huisvesting. Zo kreeg Tiel meer zicht op de woonbehoefte door steviger in te zetten op de registratie van arbeidsmigranten.

Nog effectiever is een instrument dat data over veranderingen in de bevolkingssamenstelling voor de regio helder in beeld brengt, een soort Staat van Migratie, maar dan kleinschaliger en vooral lokaler.

Zorg voor goede publieke voorzieningen

Nieuwe inwoners hoeven geen kwetsbare inwoners te zijn. Voor telkens nieuwe inwoners moet een stad daarom houvast kunnen bieden. Dat werkt het beste met goede publieke voorzieningen: bibliotheken, scholen, wijkcentra. Bijkomend voordeel is dat een gemeente zo een belangrijk signaal geeft aan álle inwoners: wij investeren in onze stad en in elkaar.

Denk aan zogeheten one-stop-shops

Sommige voorzieningen voor nieuwkomers zijn ook nuttig voor andere inwoners die wat extra’s kunnen gebruiken. Denk aan zogeheten one-stop-shops met laagdrempelige informatie en ondersteuning bij wonen, werken en scholing voor alle stadsbewoners, of ze nu lang of kort blijven, uit Kiev komen, Delhi of Den Haag (zie ook WRR 2020 of het voorbeeld van Stuttgart).

Laat werkgevers investeren in werknemers

Bedrijven trekken migratie aan. Het komen en gaan van nieuwe inwoners in de stad is onlosmakelijk verbonden met wat voor werk en werkgevers er zijn (De Haas, 2023). Hier kan een stad keuzes in maken die nog krachtiger worden als naburige gemeenten en de provincie meedoen.

Welke bedrijvigheid gaan we aantrekken voor de regio? Welke voorwaarden stellen we aan lokale werkgevers, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting of stages voor plaatselijke jongeren?

Middelgrote steden staan niet machteloos

Middelgrote steden zoals Tiel, Sittard-Geleen en Velsen zullen migratie nooit helemaal zelf in de hand hebben. Er is dringend behoefte aan solide beleid vanuit Europa, bijvoorbeeld om de opvang van asielzoekers in EU-lidstaten goed te harmoniseren, en vanuit het Rijk bijvoorbeeld qua structurele financiering van lokale voorzieningen voor nieuwkomers.

Machteloos staan deze steden zeker niet. Ze kunnen de bedrijven in hun omgeving zo faciliteren en reguleren dat het aantrekkelijker wordt om plaatselijke werkzoekenden in te huren in plaats van ‘internationale werknemers’. Ze kunnen daarnaast prioriteit geven aan goede publieke voorzieningen voor nieuwe én gevestigde inwoners. Bovenal kunnen gemeenten laten zien aan inwoners dat ze veranderingen in de bevolkingssamenstelling van hun stad niet over zich heen hoeven te laten komen.

Marthe Hesselmans is senior onderzoeker bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en onderzoeks-fellow bij de Erasmus Universiteit Rotterdam. Asya Pisarevskaya is universitair docent in Governance van Migratie en Diversiteit aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

 

Noot

  1. Voor dit onderzoek bezochten wij Velsen, Sittard-Geleen en Tiel. Deze steden kwamen samen met zo’n vijftig andere naar voren in onderzoek naar gemeenten waarbij we onder meer keken naar de achtergrond van inwoners, het inkomen, het percentage inwoners zonder startkwalificatie, het aantal 65-plussers, het aandeel van jongere generaties dat wegtrekt uit de stad en stempatronen tijdens Tweede Kamerverkiezingen.

 

Foto: Gerard Stolk (Flickr Creative Commons)