Echt feminisme biedt ruimte aan verschil

In het interview met Jolande Withuis staan uitspraken over feminisme en intersectionalisme die onjuist en inconsistent zijn, vinden projectleiders bij Movisie Djoeke Ardon en Saskia Daru. Volgens hen beperkt het ware feminisme vrouwen nooit in keuzen, welke dan ook.

In het interview definieert Withuis feminisme als de overtuiging dat de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen niet tot andere verschillen zouden mogen leiden. Stereotiepe ideeën, zoals het idee dat zorgzaamheid iets ‘vrouwelijks’ is, leiden tot maatschappelijke ongelijkheid. Hiermee zijn wij het eens: je gender zou geen invloed moeten hebben op je mogelijkheden, keuzen of op de verwachtingen die mensen van je hebben.

Opvallend is dat in de rest van het stuk allerlei voorbeelden worden gegeven waarbij Withuis precies dat doet: in de naam van het feminisme legt zij keuzen op aan vrouwen en brengt ze vrouwen terug tot hun vrouw-zijn, in plaats van te erkennen dat hun identiteit uit zo veel meer bestaat.

Opleggen van keuzen

Withuis zegt dat vrouwen met een academische opleiding die ervoor kiezen thuis te blijven of een hoofddoek te dragen ‘geen feministische keuze’ maken. Volgens Withuis is namelijk niet elke keuze van vrouwen feministisch en is er hier zelfs sprake van ‘nepfeminisme.’

Het opleggen van keuzen gaat voorbij aan het streven naar gelijkheid en zelfbeschikking

De kern van de zaak is keuzevrijheid. Het feminisme is van oudsher gericht op maatschappelijke structuren die tot ongelijkheid leiden. Denk daarbij met name aan verschillen in politieke rechten tussen mannen en vrouwen, het glazen plafond, discoursen over vrouwelijkheid en mannelijkheid, representatie in de media en aan traditionele ideeën over werk en zorg die doorwerken in beleid. Deze maatschappelijke structuren leiden tot minder keuzevrijheid, overigens niet alleen voor vrouwen, maar voor iedereen, en zijn in strijd met het recht op zelfbeschikking. Dat laatste is een fundamenteel mensenrecht.

Het opleggen van keuzen gaat voorbij aan het streven naar gelijkheid en zelfbeschikking, inclusief de mogelijkheid om keuzen te maken die passen bij de eigen wensen, talenten, mogelijkheden en behoeften. Wij denken daarom dat de vraag moet zijn of een bepaald fenomeen bijdraagt aan het verruimen van de mogelijkheden en keuzen van vrouwen in de maatschappij in plaats van aan het inperken daarvan. Het opleggen van keuzen over arbeidsdeelname of je bemoeien met wat iemand draagt, is géén bijdrage aan het verruimen van die mogelijkheden.

‘Femsplaining’

Het gebruik van het woord intersectionalisme door Withuis is niet correct. De juiste term is intersectionaliteit. Ze is in 1989 gemunt door de Amerikaanse rechtsgeleerde, en burgerrechtenactiviste Kimberlé Crenshaw om aan te geven dat er allerlei vrouwen waren – bijvoorbeeld niet wit, niet uit de hogere klasse, niet hetero – die op diverse manieren verschilden van de meerderheid van de vrouwen in de vrouwenbeweging en wier specifieke uitdagingen niet werden geadresseerd. Ook de vakbonden, het zwarte activisme of de homobeweging kwamen niet voor hun problemen op. In een interessant stuk van kennisinstituut Atria wordt beschreven hoe vrouwen van kleur dit probleem in Nederland aan de orde stelden.

Intersectioneel feminisme plaatst de vrouwenstrijd in een breder perspectief

Het agenderen van dit issue is overigens niet nieuw, al in 1851 waren er vrouwen die overtuigend lieten zien dat een combinatie van verschillen iemands positie in de maatschappij bepaalt. Intersectioneel feminisme plaatst de vrouwenstrijd in een breder perspectief: witte vrouwen hebben te maken met andere vormen van onderdrukking dan vrouwen die een hoofddoek dragen, trans vrouwen of vrouwen die niet hetero zijn. Aan intersectioneel feministen uitleggen dat jij het als witte academisch geschoolde hetero feministe beter weet, lijkt een nieuwe vorm van mensplaining: femsplaining.

Intersectionaliteit maakt feminisme inclusiever door te erkennen dat de strijd tegen onderdrukking niet one size fits all is.

Blinde vlek

Het essentialiseren van vrouwelijkheid, waar Withuis tegen zegt te zijn, wordt door intersectionaliteit juist tegengegaan.

Vrouwen worden op diverse manieren beperkt in hun keuzevrijheid

Vrouwen worden namelijk op diverse manieren beperkt in hun keuzevrijheid en stoten op barrières die worden gevormd in een samenspel van de verschillende aspecten van sociale posities, zoals religie, klasse, huidskleur en seksuele oriëntatie.

Het one size fits all feminisme waar Withuis voor lijkt te pleiten, richt zich alleen op de emancipatiestrijd van vrouwen die op haar lijken en draagt niet bij aan het vergroten van de keuzevrijheid van andere groepen vrouwen. Sterker nog: een feminisme dat blind is voor de verschillen tussen vrouwen ziet niet dat de meeste vrouwen niet eens in de buurt komen van het glazen plafond.

Ze heeft er evenmin oog voor dat de emancipatie van witte vrouwen op de arbeidsmarkt leidt tot een gedeeltelijke verplaatsing van zorgtaken naar vrouwen uit andere delen van de wereld. Laat staan dat ze zich ervan bewust is dat vrouwen niet alleen vanuit traditionele normen, maar soms ook in naam van het feminisme opgelegd worden welke kleding zij wel of niet zouden moeten dragen.

Djoeke Ardon is onderzoeker en projectleider Gender en Gendergerelateerd Geweld. Saskia Daru is senior projectleider Sociale Veiligheid, Huiselijk en Seksueel Geweld. Beiden werken bij Movisie.

 

Foto: Viv Lynch (Flickr Creative Commons)