INTERVIEW Jolande Withuis: ‘Feminisme met hoofddoek en intersectionaliteit is nep’

Socioloog en schrijver Jolande Withuis verwacht weinig van feministen die het dragen van een hoofddoek als eigen keus zien en bevangen zijn door intersectionele koorts.

Withuis sprak tijdens de Nacht van de Sociologie in november 2023 over nepfeminisme. Dit mede naar aanleiding van haar nieuwste boek Vrouw en vrijheid. Om echt van nep te onderscheiden, moeten we volgens haar duidelijk voor ogen hebben waar feminisme voor staat.

Ze geeft zelf een korte en bondige definitie. ‘Feminisme is de overtuiging dat het biologische verschil tussen man en vrouw niet tot andere verschillen mag leiden.’ We zouden het dus bijvoorbeeld niet langer moeten hebben over lieve, aardige en zorgzame vrouwen versus dappere en niet-empathische mannen. ‘Wilhelmina Drukker zei al in 1894 dat we het alleen maar moeten hebben over menschen zonder commentaren.

Propaganda-offensief

Volgens Withuis moeten we af van het idee dat de seksen collectief wezenlijk verschillende soorten mensen zijn, met andere behoeften, kwaliteiten en karakters. Dat idee werd – vanaf het einde van negentiende eeuw in een waar propaganda-offensief aan de man en de vrouw gebracht. Wetenschap, geneeskunde en psychologie met name, begonnen systematisch verschil te maken tussen man en vrouw. ‘Vanaf dat moment ontstond er het steeds sterkere idee dat mannen de boze wereld in moesten, om geld te verdienen, om het land te besturen en om oorlogen te voeren en dat vrouwen thuis dienden te blijven, om te zorgen voor. Thuis was een veilige, onbesmette plek, onaangetast door de harde werkelijkheid.’

‘Het is geen kwestie van jongens een pop geven en meisjes een autootje’

Wetgeving, dominees, dokters en damesbladen creëerden, aldus Withuis, gezamenlijk een beeld waarin de vrouw het hart vormt, en de man het hoofd, Haar kwam het huis toe, hem de wereld. Volgens Withuis kunnen vrouwen pas vrij zijn als ze zich niet meer gedwongen voelen om zich in die ‘vrouwelijke rol’ te schikken.

Loskoppelen

Hoe kan die bevrijding vorm krijgen? Om te beginnen moeten vrouwelijkheid en zorg van elkaar worden losgekoppeld, vindt ze. ‘Dat zal een lang verhaal worden. Het is geen kwestie van jongens een pop geven en meisjes een autootje. We kunnen evenmin volstaan met het opzetten van telkens meer crèches. Er is namelijk ook zorg nodig buiten de kinderopvang.’

‘Als ik oud en ziek ben, wil ik graag verzorgd worden, ook al heb ik geen dochter’

In het feminisme bestaan van oudsher twee stromingen over het idee van ‘vrouwelijkheid’. Withuis: ‘De ene stroming is dat we af moeten van sekseverschillen, daar ben ik van. De andere stroming is, en die snap ik ook heel goed, dat we een typisch ‘vrouwelijke’ kwaliteit als het zorgen beter moeten waarderen. Dat laatste moet zeker, maar daar begin je mee door het zorgen voor niet als vrouwelijk te typeren. Als ik oud en ziek ben, wil ik graag verzorgd worden, ook al heb ik geen dochter. Een man mag me ook verzorgen. Ik ben ervan overtuigd dat veel mannen zelfs hopen dat ze mee mogen zorgen.’

Geen kiesrecht

Volgens Withuis zitten we thans in een overgangsfase, oude denkbeelden veranderen niet van de ene op de andere dag. In die transitie, een periode vol verwarring, heeft bij sommigen het idee postgevat dat alles wat je uit eigen keuze doet, feminisme zou zijn. In Vrouw en vrijheid geeft ze daar voorbeelden van zoals vrouwen met een academische opleiding die besluiten niet te gaan werken of moslima’s die een nikab dragen. Met feminisme heeft dat volgens haar niets te maken.

‘Niet elke eigen keuze van vrouwen is feministisch’

‘Ik ben het oneens met de redenering dat het een vorm van feminisme is als vrouwen er “zelf” voor kiezen om een hoofddoek te dragen. Niet elke eigen keuze van vrouwen is feministisch.

Withuis onderbouwt haar argument met een voorbeeld uit de strijd voor het kiesrecht voor vrouwen (1883-1919). ‘In 1916 kozen ruim veertigduizend protestants-christelijke vrouwen ervoor om een petitie in te dienen tegen invoering van het kiesrecht voor vrouwen omdat ze ervan overtuigd waren “dat het toekennen van het kiesrecht aan de vrouw in strijd is met haar Christelijke roeping en dat het gezinsleven, en mitsdien de natie, er de grootste schade door zou lijden.” (Schokking, 1958). Geef ons het kiesrecht NIET!, betoogden zij. Niemand zou op het idee komen om dat feministisch te noemen.

Dat zoveel vrouwen die petitie ondertekenden, was allicht een kwestie van eigen keuze, hoewel je daar net als bij hoofddoekjes vraagtekens bij kunt zetten, maar het was geen feminisme. Net als het dragen van een haarbedekkende sluier is dat een keuze die het onderscheid tussen mannen en vrouwen bevestigde. Dat is niet feministisch.’

‘Sterker nog, ik vind het inpakken van kleine meisjes mensonterend’

Withuis noemt het hartverscheurend dat moslimmannen in een T-shirt kunnen lopen, en de wind in hun haren kunnen voelen, terwijl vrouwen ingepakt de wereld in moeten. ‘Sterker nog, als ik zo’n tienjarige zie, die helemaal is ingepakt en niet kan rennen of voetballen of touwtje springen, vind ik dat mensonterend.’

Aan het feminisme ligt volgens haar een simpel beginsel ten grondslag: vrouwen hebben dezelfde rechten, vrijheden en plichten als mannen.

Tegen intersectionalisme

In haar boek ageert Withuis fel tegen intersectionalisme. Dat doet ze tijdens de Nacht van de Sociologie nog eens dunnetjes over. ‘Intersectionalisme doet alsof alle onderdrukten één gezamenlijke vijand hebben, het ‘systeem’, en dus lotgenoten zijn. Dat is niet zo. Tussen al die groepen bestaan grote tegenstellingen. Feminisme betekent niet dat we moeten opkomen voor alle leed in de wereld. Onderdrukte mannen onderdrukken nogal vaak hun vrouwen.

De tweede feministische golf begon ook met het linkse idee van een socialistisch feminisme, maar het bleek al spoedig een vergissing om bijvoorbeeld arbeidersbelangen en vrouwenbelangen aan elkaar te knopen. Laat ik een voorbeeld geven. Ik ben gepromoveerd op een onderzoek naar communistische verzetsvrouwen die gevangen zaten in het concentratiekamp Ravensbrück tussen 1940 en 1945. Die vrouwen hoopten dat het Rode Leger hen zou komen bevrijden. Dat gebeurde inderdaad, maar met de bevrijding kwam ook de verkrachting. Omdat dat seksueel geweld niet te verenigen was met hun trouw aan de Sovjets en hun communisme, hebben die vrouwen daar decennia lang over gezwegen.’

‘Mensen hoor je beleefd te behandelen; culturen, ideologieën of religies niet’

‘We meten met twee maten. Het wordt helemaal niet onfatsoenlijk gevonden om tegen de SGP te protesteren, maar als het om de islam gaat, is kritiek uit den boze. Mensen hoor je beleefd te behandelen; culturen, ideologieën of religies niet. Je sekse en je kleur zijn aangeboren; daar kun je niet vanaf. Van je overtuigingen wel, dus daarvoor ben je verantwoordelijk. Mensen zijn wezens, met rede begiftigd, die zich kunnen losmaken van overleefde opvattingen en ideeën. Het was heel gewoon om anticommunist te zijn, waarom zou je dan niet antireligieus mogen zijn?’

Wat Withuis ook stoort aan intersectionalisme is zijn antiwesterse sentiment. ‘Als je kijkt naar landen als Afghanistan en Iran - er zijn nog wel een aantal andere landen te noemen wereldwijd – dan kun je toch niet anders concluderen dat vrouwen hier tegenwoordig vrij goed af zijn. Feministen zouden ook in het belang van vrouwen elders de westerse waarden niet moeten afwijzen, maar juist moeten verdedigen.’

Jan van Dam is freelancejournalist

 

Foto: Keke Keukelaar

Dit artikel is 3448 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (4)

  1. Wat een beperkte opvatting van feminisme en intersectionaliteit…
    De feministische strijd zal bijvoorbeeld júíst vanaf het startpunt verweven moeten worden met de antikapitalistische strijd, zodat iedereen in de arbeidersbeweging doordrongen is van de belangen die in dit artikel worden aangedragen en vrouwen daar een gelijke rol in krijgen.
    Het hedendaagse, afgeslankte ‘girlboss’-feminisme is geco-opteerd doordat het zich niet tegelijkertijd tegen andere vormen van onderdrukking zoals het kapitalisme, trans- of islamhaat verzet (hetgeen dit artikel in haar onbegrip over het intersectionalisme compleet mist). De erkenning dat eenieder met andere vormen van onderdrukking te maken heeft, dat deze onderdrukkingsvormen elkaar versterken en ondersteunen en dat we daarom gezamelijk strijd zullen moeten voeren biedt solidariteit en bindt een beweging.
    Maar hoe verwacht men een sociale beweging op te bouwen als men van meet af aan een afwijzende, wit-superieure houding aanneemt? Dat klinkt niet als een uitnodigende groep waar andere inzichten gewaardeerd worden.

  2. Wat dapper om dit artikel te durven schrijven in een tijd waarin je wordt uitgemaakt voor racist als je niet voor de hoofddoek strijdt. Op het strand van Zandvoort heb ik zelf ervaren dat onze tiener dochter zich niet veilig voelde omdat ze uitgemaakt werd voor “Keg” en sissende geluiden naar zich toe kreeg omdat ze het waagde in bikini over het strand te lopen. Dat werd gedaan door mannen met een Arabisch uiterlijk in zwembroek, omringd door zwaar gesluierde vrouwen. Het was dezelfde groep die uit grote geluidboxen Arabische muziek over het strand liet galmen. De sociale controle van islamitische mannen, vaders en broers op hun vrouwen, dochters en zussen om toch echt “vrijwillig “ de hoofddoek te dragen is immens groot. Jammer dat onze islamitische vrouwelijke boa’s straks geen excuus meer hebben om een paar uur ongestraft te kunnen voelen hoe de wind door hun haar blaast. In Iran strijden vrouwen voor het recht om de hoofddoek af te doen, linkse Nederlandse politica die om hen te steunen ook een lok van hun haar af te knippen en ondertussen voorstander zijn van Politie en BOA’s met een hoofddoek. Want laten we eerlijk zijn; de inwoners van de Schilderswijk pikken het niet als een agent een keppeltje draagt, maar eissen wel een agente met hoofddoek. Snapt u het nog ???

  3. Elke vorm van onderdrukking of die nu ideologisch dan wel religieus gemotiveerd is, moet bestreden worden, geen Herrenvolk, maar ook geen Herrenreligion. Het bizar om te zien hoe een gedeelte van de vrouwenbeweging uit uit ideologische motieven seksisme goed praat. En wat is seksisme anders dan racisme gericht tegen vrouwen?.

  4. Mannen en vrouwen steken anders in elkaar. Jongens spelen met autootjes en meisjes met poppen. Kun je hoog of laag springen maar het is zo. Zoveel maakt mijn “Brood meets Barbie” expositie in het Herman Brood Museum in Zwolle wel duidelijk.
    Mannen en vrouwen zijn gelijkwaardig en dienen dezelfde rechten en plichten te hebben. Religies dienen bevrijdend en niet onderdrukkend te zijn. De hoofddoek is een uiting van onderdanigheid aan de man binnen de Islam. Is geen vrije keuze maar een dogmatisch ritueel lap onvrijheid. Het zou geen probleem zijn als vrouwen binnen de Islam dagelijks kunnen kiezen of ze deze doek wel of niet dragen. Het kan soms heel mooi staan maar vaak is het een uiterst deprimerend gezicht. Elke stroming moet zichzelf durven en kunnen bevragen. Het christendom, de islam, het feminisme, het liberalisme, het socialisme etc. Het zal tijd worden dat we met elkaar in gesprek gaan op basis van respect en tolerantie. Laten we samen op pad; op ontdekkingsreis. Weg van de gebaande paden en uit onze loopgraven. Laten we van elkaar leren.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *