Op 1 januari van dit jaar is de nieuwe Wet Inburgering in werking getreden die gemeentes verantwoordelijk maakt voor het inburgeringsproces van statushouders. Het doel van deze decentralisatie is volgens de rijksoverheid ‘dat inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk meedoen in Nederland’. Het inburgeringsproces gaat van start zodra het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) bepaald heeft in welke gemeente de statushouder gehuisvest wordt. De wachttijd voor een woning is vervolgens ongeveer een half jaar. Daarom worden de eerste inburgeringsstappen bij voorkeur al gezet tijdens het verblijf in het asielzoekerscentrum (AZC).
Logeerregeling
Hoewel de toewijzing van een geschikte woning in het huidige woonklimaat begrijpelijkerwijs niet gemakkelijk is, draagt het lange verblijf in het AZC niet bij aan snelle participatie. De logeerregeling die in 2015 werd ingevoerd, biedt hier een oplossing voor, door statushouders de mogelijkheid te geven om tijdens de wachtperiode te verblijven bij familie, vrienden of een gastgezin.
Al vanaf de invoering van deze regeling zet de stichting TakeCareBNB zich in voor het faciliteren ervan. De non-profit organisatie verzorgt de matching tussen vrijwillige gastgezinnen en statushouders van 18 jaar of ouder[1] en blijft in contact met beide partijen gedurende de gehele logeerperiode (van doorgaans drie maanden[2]). In 2018 werd er een proefsamenwerking aangegaan met het COA voor een periode van 1 jaar, waarbij TakeCareBNB werd betaald voor elke succesvolle match. Na positieve evaluaties door Tilburg University en het Verwey-Jonker Instituut is de samenwerking voor onbepaalde tijd verlengd, met als hoofddoel het bevorderen van integratie en participatie.
Inmiddels hebben meer dan 500 statushouders bij Nederlandse gastgezinnen gelogeerd via TakeCareBNB. Per jaar is dit ongeveer 1 procent van alle vluchtelingen met een net verkregen verblijfsvergunning. Wel is dit aantal groeiende (met 65 logeermatches in 2016 en 164 in 2021) en weten mensen de organisatie steeds beter te vinden in tijden van internationale nood, zoals eind vorig jaar met het oprukken van de Taliban in Afghanistan. TakeCareBNB raakt ook steeds meer verweven met de officiële uitvoering van het integratiebeleid, zoals blijkt uit de gesloten overeenkomsten met acht gemeenten in het kader van de nieuwe Wet Inburgering.
Indicatoren van integratie
Naar aanleiding van de positieve rapporten zijn wij een verdiepend onderzoek gestart met de vraag of logeren bij een gastgezin bijdraagt aan een succesvolle integratie, en zo ja, hoe dat dan precies werkt.
Via een online survey hebben wij deelnemers van TakeCareBNB allerlei vragen voorgelegd over hun logeerervaringen. In totaal deden er 53 vluchtelingen en 51 gastgezinnen mee aan ons onderzoek. Hun antwoorden op onze open vragen hebben wij geanalyseerd aan de hand van het Indicatoren van Integratie raamwerk van Ager en Strang (2008) (zie figuur 1).
Figuur 1. Indicatoren van Integratie raamwerk.
Uit de analyse kwam naar voren dat de logeerregeling zoals gefaciliteerd door TakeCareBNB bijdraagt aan alle tien de domeinen van integratie. Zo blijkt dat gastgezinnen een netwerk bieden voor het vinden van een woning, opleiding en (vrijwilligers)werk. Ze slepen statushouders door de Nederlandse bureaucratie, zodat zij gebruik kunnen maken van zorg en makkelijker contact kunnen leggen met overheidsinstanties en hun eigen familie. Statushouders leren door hun gastgezinnen ook de Nederlandse taal en cultuur kennen en ze voelen zich als onderdeel van een familie weer een normaal mens.
Daarnaast zorgt het verblijf in een huis in plaats van een AZC ervoor dat de statushouders vaak dichter bij hun opleidingsinstituut wonen, dat ze zich in een rustigere, veiligere en stabielere omgeving begeven, en dat ze een normaler leven kunnen leiden dat zich niet alleen afspeelt binnen een (etnisch) homogeen netwerk. Zo zei vluchteling Anne* bijvoorbeeld:
‘Via TakeCareBnB heb ik een verblijfplaats in Amsterdam gevonden voor drie maanden bij geweldige mensen, van wie ik veel heb geleerd. Ik heb van daaruit de stad leren kennen en werk gevonden.’
De ondersteunende rol van de gastgezinnen als sociale brug staat hierbij centraal. Het is niet alleen het beschikbaar stellen van de woning, maar ook het fungeren als gids en het bieden van hulp in alle andere integratiedomeinen wat ervoor zorgt dat de logeerregeling zo’n positieve uitwerking heeft op de integratie van de vluchtelingen. Zo gaf gastheer Robin* aan:
‘Wij denken dat het goed is om vluchtelingen zo snel mogelijk een thuis te geven en om ze te laten kennis maken met Nederland en de taal. Dit gaat sneller als ze onder de mensen zijn en niet als ze eindeloos in een opvang blijven.’
Autonomie
Naast de al bestaande domeinen stuitten wij op een indicator van integratie die zowel in de wetenschappelijke literatuur als in de praktijk weinig aandacht krijgt: de autonomie van de vluchteling (refugee agency). Zowel statushouders als gastgezinnen gaven aan dat de motivatie van de vluchteling om deel te nemen aan de Nederlandse maatschappij cruciaal is voor succesvolle integratie. Die autonomie toonde zich niet enkel in de inzet van vluchtelingen voor hun eigen integratie, maar ook doordat veel gasten hun gastgezin hielpen in het huishouden en met andere klussen. Daardoor waren de gasten geen passieve ontvangers van gastvrijheid, maar konden ze ook iets betekenisvols terug doen.
Veel gastgezinnen gaven dan ook aan dat zij veel hebben opgestoken van het opvangen van een vluchteling.[3] Zo vertelden ze ‘vrienden voor het leven’ met hun gast te zijn geworden, dat hun kinderen ‘inmiddels positief tegenover vluchtelingen staan’, dat ze dankzij hun gast nu nog beter inzien ’hoe belangrijk vrijheid, vrede en familie is‘, dat de gast ‘gezelligheid in huis’ bracht, en dat ze anders zijn gaan denken doordat ze ‘in de praktijk [hebben] gezien hoe verschrikkelijk moeilijk [integreren] is’.
Tweerichtingsverkeer
Het overgrote deel van de ervaringen was van beide kanten uitermate positief, maar we zijn wel een paar belemmeringen tegengekomen. Zo botsten sommige deelnemers met elkaar doordat zij uiteindelijk geen goede match bleken, of omdat de culturele verschillen tussen beiden te groot waren. Ook werden sommige aspecten als oncomfortabel ervaren, zoals een gebrek aan privacy en vrijheid.
Al met al laat dit onderzoek zien dat integratie tweerichtingsverkeer is. Zowel de inzet van de statushouders als de lokale bevolking zijn cruciaal voor succesvolle integratie. De logeerregeling en het werk van TakeCareBNB faciliteren het bouwen van sociale bruggen in een vroege fase van het integratieproces met alle positieve gevolgen van dien. In het licht van de nieuwe Wet Inburgering wordt zo ook de druk op de nu verantwoordelijke gemeentes verlaagd. Als de logeerregeling en het ondersteunende werk van TakeCareBNB meer onder de aandacht gebracht zouden worden, kan dit dus positieve gevolgen hebben voor het gehele integratieproces, zowel voor vluchtelingen, de lokale bevolking, als gemeentes.[4]
Quita Muis is PhD-student aan het Departement Sociologie van Tilburg University en bereidt een proefschrift voor op het thema maatschappelijke polarisatie.
Hans van Dijk is Universitair Hoofddocent aan het Departement Organisatiewetenschappen van Tilburg University en is gespecialiseerd in vraagstukken omtrent diversiteit en inclusie.
Lena Knappert is Universitair Docent aan het Department Management en Organisatie en is gespecialiseerd in internationaal HRM en de inclusie en integratie van vluchtelingen.
Sophie Alkhaled is een Senior Lecturer aan Lancaster University Management School en is gespecialiseerd in vluchtelingen en ondernemerschap.
Het volledige onderzoek is hier te vinden.
Noten:
* Namen zijn gefingeerd.
[1] Het gaat vrijwel altijd om één gast per gastgezin, maar ook stellen en zelfs gezinnen kunnen zich opgeven.
[2] Deze periode is mede gekozen omdat dit de termijn is die gemeenten hebben om woonruimte te vinden voor de statushouder. Gegeven de huidige woningnood lukt dat niet altijd. In dat geval vindt er overleg plaats of beide partijen akkoord gaan met een verlenging van het verblijf. Mocht dat geen mogelijkheid zijn, dan wordt er een ander gastgezin gezocht.
[3] Er is hier gedeeltelijk sprake van een selectie-effect. Zij die zich opgeven als gast zijn juist vaak de vluchtelingen die gemotiveerd zijn om actief deel te nemen aan de maatschappij. Toch bleken sommige gasten in ons onderzoek hier meer moeite mee te hebben, wat in een enkel geval leidde tot een minder succesvolle logeerperiode. Juist daarom kunnen wij concluderen dat autonomie een belangrijke rol speelt in integratie.
[4] Natuurlijk heeft niet iedereen de middelen om een gast in huis te nemen en te ondersteunen. Deelnemers aan ons onderzoek waren dan ook veelal hoger opgeleide, rijkere gezinnen. Bovendien maakt de logeerregeling zoals deze nu bestaat het onaantrekkelijk voor minimagezinnen om een gast in huis te nemen. Door de ‘kostendelersnorm’ zou het hosten van een statushouder namelijk invloed kunnen hebben op de te ontvangen uitkering. Maatwerk is mogelijk als het gaat om een tijdelijk verblijf, maar de extra bureaucratische rompslomp die daarbij komt kijken maakt aanmelding als gastgezin er niet aantrekkelijker op voor mensen die al in financiële moeilijkheden zitten. Verder was ook de deelnemende groep statushouders niet volledig representatief, aangezien deze voornamelijk bestond uit hoger opgeleide mannen uit Syrië. Moslims waren juist ondervertegenwoordigd in de steekproef.
Foto: 4 en 5 mei Amsterdam (Flickr Creative Commons)