Niet op rechts reageren, maar zelf agenda bepalen

Ongehoord Nederland en minister Dilan Yeşilgöz-Zegerius gaven onlangs ieder op eigen wijze stem aan het (extreem) rechtse geluid in Nederland. In haar boek Spreken en zijn maant de Duitse schrijfster en activiste Kübra Gümüşay ons alert te zijn. Een fragment.

Kübra Gümüşay neemt al jaren actief deel aan het integratiedebat in Duitsland. Ze schrijft een  column in het dagblad Das Tuch, en was auteur van de genomineerde blog Ein Fremdwörterbuch. Haar naam is bovendien sterk verbonden aan campagnes zoals #SchauHin against everyday racism, #Ausnahmslos-Bündnis against sexual violence and racism,en #OrganisierteLiebe. Ze is als wetenschappelijk medewerker verbonden aan Centre for Research in Arts, Humanities and Social Sciences, en tijdelijk verbonden aan Jesus College van de universiteit in Cambridge.

In  haar debuut Sprache und Sein (in Duitsland een bestseller met meer dan 200.000 verkochte exemplaren) daagt zij lezers uit hun taalgebruik opnieuw te onderzoeken en alert te zijn op de toenemende en radicale verrechtsing. In het boekfragment hieronder wijst ze erop dat rechtse mensen steeds meer bepalen waar we over praten en de vorm dicteren waarin we met elkaar omgaan. ‘Ze stichten een dictatuur van voortdurende herhaling – tot we geloven wat zij ons opdringen. Tot we onszelf vergeten.’

Verlies aan veelzijdigheid

In een veranderende, digitale wereld waarin de oude regels van het politieke discours niet meer gelden, verliezen wij onze veelzijdigheid en tegenstrijdigheid. Want de contexten waarin wij telkens andere facetten van onze persoonlijkheid uitleven – werk, vriendenkring, vrije tijd, familie – smelten samen tot één enkele ruimte, en de verschillende aspecten van onze persoonlijkheid worden één enkele identiteit.

Het internet maakt de haat zichtbaar die voorheen alleen zichtbaar was voor de slachtoffers ervan

Wat we in het openbaar schrijven, delen en doen, kan worden gelezen door onze familie, collega’s, vrienden, kennissen en vreemden. Maar hoe kunnen het kinderlijke en het volwassene, het kwetsbare en het zelfbewuste, het professionele en het zwakke, het rationele en het irrationele in ons samengaan in een openbare digitale sfeer, waar niets wordt vergeten, waar alles altijd traceerbaar blijft, alsof ons verleden ook ons heden is? Hoe kunnen we onszelf nog vormgeven als we gevangenzitten in de identiteit die de spiegel van het internet ons toont?

In deze nieuwe onvrije wereld groeit een gepolariseerde discourscultuur die weinig ruimte laat voor standpunten die verder gaan dan ‘wij’- en ‘zij’-denken. Het internet maakt de haat zichtbaar die voorheen alleen zichtbaar was voor de slachtoffers ervan.

Onbewust van gevaar

Met conventionele methoden is nauwelijks een oorzakelijk verband aan te geven tussen het internet en maatschappelijke ontwikkelingen die erdoor in gang worden gezet of versneld. We kijken machteloos en radeloos toe hoe zich een fantastische voedingsbodem ontwikkelt voor eendimensionale visies op de wereld, een paradijs voor opiniefanaten en alle soorten radicalen.

Hoe vaak heb ik de laatste jaren niet gehoord dat islam, racisme, vrouwenrechten en feminisme, migratie en vluchtelingen nou eenmaal polariserende onderwerpen zijn. Nee. Deze onderwerpen zijn niet polariserend, dat worden ze pas als op de relevante blogs en fora gestookt wordt, als onze reactiegedeeltes vollopen en het publieke debat beïnvloeden.

Rechtse mensen en racisten bepalen onze maatschappelijke agenda

Commentatoren op de fora maken racistische, xenofobe, antisemitische, islamofobe, antidemocratische standpunten aanvaardbaar door ze steeds maar weer te herhalen. Ze werpen zich op als helden die zich moedig uitspreken tegen vermeende taboes en in opstand komen tegen onze ‘politiek correcte’ maatschappij met haar ‘denkverboden.’ En doordat wij uitgebreid op hun provocaties reageren, legitimeren we ze. We geven hun standpunten maatschappelijke relevantie. We laten ons opleggen waar we ons dag in dag uit mee bezighouden. Waar we onze dagen mee vullen. Rechtse mensen en racisten bepalen onze maatschappelijke agenda en geven ons huiswerk op. En wij maken het braaf.

Kooien en homogeniseren

Rechtspopulisten kunnen hulpverleners, mensen die betrokken zijn bij vluchtelingenhulp of milieuactivisten gerust ‘klimaatdrammende Gutmenschen’ noemen. Dat is geen probleem an sich. Het wordt pas een probleem als deze rechtse term wordt overgenomen in het algemene politieke discours. En als degenen die minachtend Gutmenschen genoemd worden, daar onzeker van worden.

Ben ik te links? Te groen? Te tolerant? Te hulpvaardig? Te aardig? Te goedgelovig? Te naïef?

Wie wil er nou naïef of argeloos zijn, wie wil zich laten belazeren vanwege zijn ‘zachte hart’? Wie wil niet rationeel, realistisch, consequent en ‘een taaie’ zijn? En dus hebben velen van hen zich afgevraagd: ben ik te links? Te groen? Te tolerant? Te hulpvaardig? Te aardig? Te goedgelovig? Te naïef? En velen compenseerden dat wat hun werd toegedicht met overdreven hardheid en kilte. Op dat moment gaat de vanzelfsprekendheid van pluraliteit, betrokkenheid en tolerantie verloren en wordt vervangen door de drang naar conformiteit, de wens om aardig gevonden te worden door degenen wiens gunst alleen door zelfopoffering te krijgen is.

N-woord is niet onschuldig

Er zijn mensen die doen alsof het bijzonder moedig is om ‘politiek incorrecte’ taal te gebruiken. Deze mensen zijn noch conservatief, noch traditiegetrouw, eigenlijk verzetten ze zich ook niet tegen politieke correctheid, maar tegen rechtvaardigheid.

‘Als je het n-woord gebruikt, doe het dan in het besef dat je je bewust racistisch gedraagt’

Dat ze vasthouden aan uitsluitende taal, maakt ze niet rebels, maar gehoorzaam aan de onderdrukking. Ze sluiten openlijk mensen uit.  ‘Er is geen taalpolitie of censuur’, schrijft activiste en schrijfster Tupoka Ogette. Iedereen mag alles zeggen, maar moet ook verantwoordelijkheid nemen voor wat hij zegt: ‘Als je het n-woord gebruikt, doe het dan in het besef dat je je daarmee bewust racistisch gedraagt en er mensen mee kwetst. Je bent niet meer onschuldig.’

Wie ondanks de strijd voor rechtvaardigere taal uitsluitende taal blijft gebruiken, sluit openlijk mensen buiten en positioneert zich bewust tegen rechtvaardigheid, tegen gendergelijkheid – en voor racistisch, seksistisch en misantropisch taalgebruik.

Brave en voorspelbare reacties

We moeten ons afvragen: waarom voelen we ons geroepen om te reageren? Omdat deze provocaties je de kans geven om je moreel verheven te voelen? Omdat we niet beseffen dat onze woede hun valuta is? Omdat we fatsoen veronderstellen bij mensen die dat niet hebben? Omdat we stiekem voyeuristisch genieten van de schaamteloosheid, omdat het eindelijk ‘spannend’ wordt?

Doordat we toestaan dat de politieke agenda door rechtspopulisten en rechts-extremisten wordt gedicteerd, verwaarlozen we de discussie over de echt relevante onderwerpen. Ze dringen ons onderwerpen op en wij reageren braaf en voorspelbaar. Rechts ontkent niet voor niets de klimaatcrisis. Rechts wil niet voor niets verhinderen dat we met solidariteit met de armste mensen en landen naar de wereld kijken. Als we de klimaatcrisis serieus nemen, is het onvermijdelijk dat nationale belangen plaatsmaken voor het besef: we zijn veel verschillende landen, staten en naties, maar slechts één gemeenschappelijke mensheid op één gemeenschappelijke aarde.

Bepaal zelf agenda

Dus wat kunnen we doen? Hoe kunnen we aanhangers van rechts tegengaan zonder hen ongewild door onze reacties te versterken? We kunnen hen bijvoorbeeld met de gevolgen van hun woorden confronteren. En hun strategieën blootleggen. Er niet intrappen als ze beweren dat ze voor ‘het volk’ spreken, doordat we hun termen niet overnemen, en hun logica niet volgen. Duidelijk maken dat onze politieke taal het slagveld van een extreemrechtse ‘Kampfgemeinschaft’ is, en dat we erover strijden door wiens bril we naar de maatschappij kijken. Wie we als een van ons beschouwen, als vriend, en wie als vreemd, als vijand. We moeten stoppen met reageren en in plaats daarvan onderwerpen en kwesties op de agenda zetten die ons als samenleving vooruithelpen. Want de reactieve houding staat het politieke speelveld af aan de actoren, en wij worden meegesleurd in hun koers.

Dit (bewerkte) fragment komt uit het boek Spreken en zijn van de Duitse schrijfster en activiste Kübra Gümüşay, een van de invloedrijkste intellectuelen en activisten van Duitsland. Haar debuut, uitgegeven door Atlas Contact en vertaald door Ymke van der Staay, verschijnt in oktober onder ISBN: 9789045047638. Op 30 oktober 2022 spreekt Gümüşay op het Brainwash Festival in Amsterdam.

 

Foto: DPZ Capital Headshots

Reacties op dit artikel (1)

  1. Activiste Kübra Gümüşay schrijft hier een politiek pamflet tegen alles wat zij rechts noemt.
    Een nieuwe versie van wat men tegenwoordig ook ‘progressief humanisme’ noemt zoals men dat in kringen van D’66 en GL kan vinden.
    Dat in Iran vrouwen hun leven wagen om geen hoofddoekje meer te hoeven dragen wordt voor het gemak maar vergeten.
    Dat Pim Fortuyn zijn kritiek op de massamigratie in Nederland met de dood heeft moet bekopen wordt niet vermeld. Geert Wilders wordt dag en nacht bewaakt en loopt in de Tweede Kamer en daarbuiten met een kogelvest rond.
    Nederland telt thans 1 miljoen moslims en dat in een land met en christelijk westerse cultuur.
    In Rotterdam is meer dan 60% van de bevolking van allochtone afkomst.
    De migratielobby is altijd van links gekomen en nog steeds. Rechts is alleen voor migratie als het goedkope arbeidskracht voor ondernemers kan opleveren.
    De media en veel sociale wetenschappers met hun instituten zijn altijd de ideologische wegbereiders van de migratie geweest.
    Juist tegenstanders van de migratie ontwikkeling worden in de media de mond gesnoerd.
    Precies de reden waarom Ongehoord Nederland met veel succes in het medialand is toegetreden.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.