Ondernemende burgers zijn geen derde weg tussen staat en markt

 Waar overheid en markt falen is de hoop gevestigd op burgers die zelf publieke taken aanpakken. Maar een derde weg is het niet, burgerinitiatieven zijn genoodzaakt te laveren tussen markt en overheid. En dat vraagt om een bezinning op de eigen uitgangspunten.

Wie weleens sombert over Nederland en de Nederlander vanwege een teveel aan individualisme of een gebrek aan VOC-mentaliteit, of gewoon vanwege al het gechagrijn, raden we aan eens op bezoek te gaan bij een burgerinitiatief. Mensen die onbetaald een buurthuis runnen, een zwembad overnemen of een zorgcoöperatie beginnen. Daar knapt een mens van op. Wij bezochten de afgelopen maanden initiatieven in het hele land en of we nu op bezoek waren in Brabant of Groningen, in stad of dorp, we stapten altijd in een warm bad van optimisme, gemeenschapszin en ondernemersgeest.

Burgerinitiatieven, waarbij burgers taken op zich nemen rond met name zorg, welzijn en activering, schieten de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond. Ze staan in de schijnwerpers omdat ze worden gezien als een alternatief voor de overheid en de markt. De dienstverlening van de overheid botst tegen grenzen met de overdaad aan protocollen en regels ten behoeve van gelijke behandeling, verantwoording en efficiëntie. De markt kan een aantal zaken beter, maar omdat winst en groei voorop staan, zijn publieke taken hier niet in veilige handen. Daarom is nu de hoop gevestigd op de burger. Is die hoop terecht of is het wensdenken? We hebben een twaalftal burgerinitiatieven bezocht en onderzocht en kunnen op grond daarvan iets over kwaliteit en karakter zeggen. We waren onder andere bij een zorgcoöperatie, een dorp met een zwembad, bewoners die een buurhuis overnamen, wijkondernemingen in achterstandsbuurten en bij bewoners die hun eigen woonwijk inrichten.

De kracht van burgerinitiatieven

De kracht van de initiatieven is dat ze kleinschalig zijn, bezielde burgers zich eigenaar voelen, dat de verantwoording en zeggenschap prettig informeel zijn, ze verschil mogen maken en normatief zijn (wie laten we wel toe en wie niet). Hun grote dilemma is hoe ze financieel onafhankelijk kunnen zijn. Meer dan ze zelf willen toegeven zijn de meeste initiatiefnemende burgers aangewezen op de overheid die subsidies geeft, of een pand of voorziening beschikbaar stelt. Dat geldt voor de bewoners van Den Ham die het zwembad overnamen toen de gemeente het dreigde te sluiten. Het geldt ook voor Elsendorp, het mekka van de zelfregelende burgers, dat met zijn duizend betrokken inwoners het gemeentebestuur overbodig lijkt te maken. Zonder overheidssteun waren ze niet succesvol geweest.

Met het accepteren van die overheidssteun accepteren de initiatieven dat ze aan eisen van de overheid moet gaan voldoen. De ferme taal die leiders van burgerinitiatieven bezigen over onafhankelijkheid moeten we met een korrel zout nemen. Uiteindelijk is die onafhankelijkheid ondergeschikt aan overleving. Het verzelfstandigde buurthuis Het Klokhuis in Amersfoort – volgens velen in die stad een mooi voorbeeld van een succesvolle overname door burgers – komt er vooralsnog niet onderuit om steeds weer subsidie te vragen. Met het risico een 'gewone' gesubsidieerde instelling te worden.

Het alternatief voor aankloppen bij de overheid

Het alternatief voor een beroep op de overheid is dat een burgerinitiatief de markt op gaat. De meeste initiatieven doen dat ook en dan merken ze dat publieke taken lastig rendabel te maken zijn zonder concessies te doen aan sociale doelen. Dat zagen we ook. Om de kosten op te kunnen brengen van een gemeenschappelijk gebouw wordt aan beginnende bedrijfjes gevraagd een verdienmodel op tafel te leggen. Wie dat niet kan moet zijn heil elders zoeken.

Een uitweg uit het dilemma van een keuze tussen staat en markt is steunen op de leden. Met name coöperaties winnen snel aan populariteit. Feitelijk zijn het bedrijven met leden die ook eigenaar zijn. Een coöperatie mag winst maken, de leden bepalen wat daarmee gebeurt. De coöperatie is populair vanwege het democratische karakter en de sterke onderlinge solidariteit. De keerzijde is de neiging of noodzaak tot uitsluiting. Een coöperatieve woonwijk bijvoorbeeld bedenkt zich nog wel een keer als zich een nieuwe bewoner meldt die werkloos is. En wanneer zorg hoofdzakelijk geleverd wordt door coöperaties, zullen zieke en dus dure burgers in de kou komen te staan. Voor een inclusieve, solidaire samenleving zijn coöperaties een risico, en dus geen ideaal alternatief voor staat en overheid.

Een derde weg? IJdele hoop

De hoop dat met burgerinitiatieven een verlossende derde weg gevonden is tussen markt en overheid is dus ijdel. Ook burgerinitiatieven laveren tussen de markt met haar wetten van winst en groei en de overheid met haar 'systeemwetten’ van verantwoording en gelijkheid. Dan doemt de vraag op: Wat ga je als initiatief accepteren van de gemeente als je steun accepteert? En omgekeerd: wat gaat de overheid voor eisen stellen bij steun aan die zo geprezen burgerinitiatieven?

De ondernemende burgers hebben daarover een uitgesproken idee. Ze willen niet afgerekend worden op democratische verantwoording, transparantie en een verbod op verschil maken. Dat zijn typische overheidsdoelen, niet die van hun. Ze willen beoordeeld worden op hun resultaten, op de waarde voor de wijk.

Dat is hun perspectief. Daar kun je kritisch over zijn, immers, publiek geld vraagt om publieke verantwoording. Maar we kunnen er niet omheen. Het is de uitdaging waarvoor burgers de overheid stellen: niet alleen los laten en faciliteren, zoals de mantra’s nu luiden, maar ook zoeken naar andere manieren van verantwoorden. Daarbij helpt het om eens wat vaker door de ogen van de initiatiefnemende burgers naar uitvoering van publieke taken te kijken.

Marcel Ham is hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, en van www.socialevraagstukken.nl. Jelle van der Meer is freelance journalist. Zij schreven samen het boek De ondernemende burger, de woelige wereld van lokale initiatieven.

 

Dit artikel verscheen gisteren (23 maart) enigszins ingekort in de Volkskrant.