RECENSIE Participatiespektakel van Wunderbaum

Vanaf het toneel geven de toeschouwers een koord door naar achter, waar het metershoog boven het publiek wordt gespannen. Op een stellage op het toneel staat een meisje klaar om er overheen te gaan lopen. Maar: zonder deugdelijk vangnet! Een paar goed bedoelende toeschouwers houden met de acteurs een provisorisch vangnetje vast, vol gaten en veel te elastisch om een vallende koorddanseres te redden. Desgevraagd verklaart het meisje zelf dat ze het graag wil proberen en de volledige verantwoordelijkheid neemt voor haar bizar roekeloze gedrag. De toeschouwers – medeplichtig doordat ze zelf het koord hebben doorgegeven – houden verbijsterd hun adem in: ze zal toch niet echt…? Moeten we als collectief hier niet onze verantwoordelijkheid nemen?

Het is een van de betere scenes in de voorstelling ‘We doen het wel zelf’ dat het Vlaams-Nederlandse gezelschap Wunderbaum maakte over de participatiesamenleving. Die voorstelling is een waar spektakel: hilarische confrontaties, een ei dat vanuit het publiek op het toneel wordt gesmeten, veel geschreeuw, typetjes met grote gebaren, als kapitalist geklede acteurs met veel te grote neptanden in hun mond, een Roemeense messenwerper, een rad van fortuin dat bepaalt welke scenes in welke volgorde worden gespeeld, een orkest en een menigte figuranten. Die laatsten zijn in elke locatie waar het stuk wordt gespeeld weer anders, want ze worden geselecteerd uit plaatselijke dragers van de participatiesamenleving. Zo mocht eind september in de Amsterdamse Stadsschouwburg onder meer een groepje vrijwilligers van De Kraanvogel – een inloophuis voor mensen met kanker en hun naasten – het podium op, naast bijvoorbeeld een Amsterdammer met zonnepanelen op zijn dak en een bewoner van de grachtengordel die zich al decennia inzet voor gevluchte studenten.

‘We doen het wel zelf’ is een soort straattheater dat niet voor niets in première ging tijdens Oerol. Het risico van theater dat een politiek beladen onderwerp behandelt, is dat de boodschap de boventoon gaat voeren, zoals eertijds bij het ‘vormingstheater’ vaak het geval was. Het is des te ingenieuzer hoe Wunderbaum erin slaagt deze actieve en initiatiefrijke burgers volstrekt serieus te nemen en respectvol te presenteren en tegelijkertijd het hele idee van de participatiesamenleving op de hak te nemen. ‘Zijn hier ook ambtenaren die wel eens een idee hebben ontwikkeld waarvan ze na verloop van tijd denken: we hebben geen idee meer waaraan we zijn begonnen maar nu het eenmaal en beetje loopt, gaan we er maar mee door?’ vraagt een van de acteurs in een van de andere scenes roerloos aan de zaal. Een besmuikt gegrinnik van herkenning is zijn deel.

Bij theater over de participatiesamenleving hoort publieksparticipatie. En inderdaad: het publiek doet mee. Twee ‘vrijwilligers’ draaien aan het rad van fortuin en bepalen daarmee de volgorde van de scenes en de toeschouwers vragen zich zingend en met in de lucht gebalde vuisten af of ze ‘nog wel gaan blussen als het huis in de fik staat’. En zo wordt de participatiesamenleving met al haar ambivalenties in de loop van de avond steeds meer een collectief gedachtegoed. Dat sommige scenes wat aan de lange kant zijn mag de pret niet drukken. Dit is politiek theater van de bovenste plank!

Vooralsnog is ‘We doen het wel zelf’ nog maar zes keer te zien: in Den Haag (december), Utrecht (februari) en Rotterdam (maart). Daar kunt u ook zien hoe het afloopt met de (on)verantwoordelijke koorddanseres. Zie voor de speeldata www.thenewforest.nl

Wunderbaum treedt ook op op Nationaal Laboratorium ‘Burgers, beleidsmakers en buitenlui’ op 6 november.