RECENSIE ‘Sociaal werk en mensenrechten’: mensenplichten

Mensenrechten zijn momenteel hot in het sociaal werk. Er is volop debat over de vraag of mensenrechten een wenkend perspectief voor of zelfs de harde kern of het DNA vormen van het sociaal werk. Bij onze zuiderburen is dat debat al bijna voorbij, uitgemond in een consensus dat mensenrechten inderdaad de ‘basisopdracht’ van het sociaal werk vormen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het uitgebreide verslag van een degelijk voorbereide en massaal bezochte conferentie op 24 mei 2018 in Brussel.*

Al voordien verscheen van de hand van Siebren Nachtergaele, Didier Reynaert, Hildegard Gobeyn, Nadine de Stercke en Rudi Roose een uitgebreide poging om een ‘handelingskader’ voor sociaal werk te ontwikkelen op basis van het uitgangspunt dat mensenrechten het ‘fundament’ vormen voor sociaal werk, onder de ietwat saaie titel Sociaal werk en mensenrechten’. Zo’n handelingskader zou goede diensten kunnen bewijzen als leerboek op een sociale opleiding of als handleiding voor sociaal werkers die mensenrechten als houvast willen gebruiken in hun beroepspraktijk. Het is echter maar de vraag of dat in Nederland erg zinnig is: het beschreven handelingskader sluit daarvoor te weinig aan bij de couleur nationale van het sociaal werk te onzent.

Bouwstenen voor de sociaal werker

De opbouw van het handelingskader is helder. Na een tweetal kaderstellende hoofdstukken komen vijf ‘bouwstenen’ voor het handelen van de sociaal werker aan bod: systeemwereldgericht handelen, leefwereldgericht handelen, participatief handelen, politiserend handelen en ontgrenzend handelen. Dat laatste type handelen is vooral gericht tegen de verkokering van het sociaal werk zelf.

In een vijftal hoofdstukken worden deze bouwstenen beschreven en voorzien van heldere voorbeelden uit de Belgische (en soms ook de Nederlandse) beroepspraktijk. Duidelijk wordt dat de bouwstenen sterk aan elkaar gerelateerd zijn. De beschreven voorbeelden zullen ook voor de Nederlandse sociaal werker realistisch overkomen.

Overheid staat centraal

Het probleem met ‘Sociaal werk en mensenrechten’ zit dus niet zozeer in het handelingskader zelf en de praktijken, maar meer in de gehanteerde oriëntatie. Centraal daarin staat – logisch als je exclusief vanuit mensenrechten redeneert – de overheid. Die moet alle mogelijke problemen en onrechtvaardigheden in de wereld oplossen. Elk gedachte aan burgers die zelf ook problemen zouden kunnen aanpakken en dat misschien zelfs beter kunnen doen dan de overheid, wordt in het boek afgedaan als ‘responsabilisering’ door een neoliberale overheid die op een goedkope manier onder zijn verantwoordelijkheid probeert uit te komen. Mensenrechten worden ten behoeve van die redenering verabsoluteerd, van mogelijke mensenplichten en mensenverantwoordelijkheden is geen sprake.

Sociaal werk als sociaal-politiek forum

Daarbij verschijnt de Belgische sociaal werker in het boek in een gedaante die veel Nederlandse collega’s vreemd zal voorkomen. Hij wordt sterk gedreven door problemen en onrechtvaardigheden, is politiserend en aarzelt niet om namens de zwakken in de samenleving het woord te voeren. De burger wordt doorgaans aangeduid als ‘gebruiker’. De politisering gaat zo ver dat het een opdracht aan het sociaal werk wordt om te dienen als ‘sociaal-politiek forum […] waar verschillende partijen en sociale groepen elkaar ontmoeten, waar discussie mogelijk wordt gemaakt en botsende meningen en belangen een plaats kunnen krijgen.’ (p154) Kortom: iets tussen een vakbond, een cliëntenorganisatie en de gemeenteraad. Dat veel (niet alle, echt niet alle!) burgers zelf hun belangen kunnen articuleren en dat de sociaal werker al een hele piet is als hij daaraan professioneel een beetje dienstig kan zijn, valt buiten de scoop van Nachtergaele c.s.

Ook in het Nederlandse debat beseft iedereen de waarde van mensenrechten – wie kan daar ook tegen zijn? Een exclusieve oriëntatie op zulke rechten lijkt echter te leiden tot een zwaar accent op problemen, opgeblazen verwachtingen van de staat en een even opgeblazen beeld van wat sociaal werk moet en kan. Dat is wat ‘Sociaal werk en mensenrechten’ – waarschijnlijk ongewild – illustreert.

Siebren Nachtergaele, Didier Reynaert, Hildegard Gobeyn, Nadine de Stercke en Rudi Roos, ‘Sociaal werk en mensenrechten’ is met ISBN 978-94-6344-124-7 uitgegeven bij Acco.

* Het 166 pagina’s dikke en zeer doorwrochte conferentieverslag van de hand van Caroline Vandekinderen e.a. heet ‘Sterk sociaal werk - Eindrapport’ en is onder meer te downloaden van www.steunpuntwvg.be.

Foto: niXerKG (Flickr Creative Commons)