RECENSIE De kwetsbaarheid van westerse democratieën

Dit tijdsgewricht geeft de meest verstokte optimisten reden tot bezorgdheid. Dreiging is slecht te herkennen, de gevaren zijn groot en moeilijk te lokaliseren. Twee recente pogingen om greep te krijgen op de veranderingen zijn: How Democracy Ends (2018) van David Runciman, politicoloog aan de universiteit van Cambridge; en The Road to Unfreedom. Russia, Europe, America (2018) van Timothy Snyder, historicus en gespecialiseerd in Midden- en Oost-Europa. De twee vullen elkaar aan, versterken elkaars boodschap en becommentariëren elkaar.

Sleetse en weerloze democratieën

Runciman heeft het over de binnenlandse verhoudingen in westerse democratieën, over de nationale politieke reacties op de veelal grensoverschrijdende problemen van dit moment. Hij  verwacht niet dat de democratie op korte termijn zal verdwijnen, en ziet geen herhaling van het fascisme uit de jaren 1930.

Wel maakt hij zich zorgen over de staat waarin westerse democratieën verkeren. De bestaansduur van democratieën ziet hij als belangrijke variabele. Jonge democratieën bezitten een vitaliteit die oudere democratieën ontberen, de westerse democratie verkeert in een midlife-crisis.

Bij de invoering van het algemeen kiesrecht was het revolutionair dat ieder mens als gelijkwaardig werd erkend. Alle volwassenen mochten hun stem uitbrengen en iedere stem was evenveel waard. Maar mensen lopen niet meer warm voor het kiesrecht. Het werkt niet meer als bron van persoonlijke erkenning, terwijl steeds nieuwe groepen respect opeisen door zich met een specifieke identiteit van anderen te onderscheiden. Zij beroepen zich niet op een gedeelde menselijkheid, maar vragen om de erkenning van verschil.

Lange tijd leverden individueel respect en collectieve voorzieningen een gouden combinatie op, met een grote aantrekkingskracht. Maar de individuele en de collectieve kant zijn uit elkaar gegroeid. De individuele rechten staan onder druk, terwijl het collectieve aanbod van verzorgingsstaten al decennialang door bezuinigingen wordt ingeperkt. Die aantasting van verworven rechten maakt mensen ontevreden over wat wél geboden wordt.

In de hoogtijdagen van de democratie sloegen politieke partijen een brug tussen het micro- en het macro-niveau. Mensen voelde zich betrokken bij een partij. Vol vuur streden ze samen met geestverwanten voor een betere wereld. Maar partijen kunnen mensen niet langer mobiliseren. Hun lidmaatschappen dalen, en hun vermogen tot het maken van compromissen is verzwakt.

Zuckerberg een groter gevaar voor de democratie dan Trump

Een deel van de sociale functies van partijen is door ongeorganiseerde bewegingen overgenomen, zoals de PVV van Geert Wilders en En Marche van Emmanuel Macron. Voor andere functies die partijen vroeger vervulden kunnen mensen bij digitale sociale media terecht. Daar vinden ze een levendig podium met netwerken, waarin ze zich gewaardeerd voelen. Die media hebben een veel groter bereik dan nationale staten, wat Marc Zuckerberg volgens Runciman een groter gevaar voor de democratie maakt dan Donald Trump.

Een andere zorg van Runciman betreft de oplossende vermogens van democratieën. Die zijn wel in staat om rampen en oorlogen op te vangen, maar onderliggende problemen blijven liggen. Crisissen slepen zich voort, zoals in Griekenland of Japan. En de catastrofes waarvoor landen zich tegenwoordig wereldwijd gesteld zien zijn zo overweldigend, dat het verlammend werkt. Stilstand en sluipende ondermijning van democratische instellingen – dat zijn de gevaren van nu.

Ruslands ondermijnende bemoeienis

In The Road to Unfreedom laat Timothy Snyder zien hoe Rusland een totalitaire weg is ingeslagen en planmatig westerse democratieën bedreigt. Gebruik makend van nieuwe technologie weten de Russen in te spelen op gevoeligheden en onvrede die bij een deel van de westerse bevolking leven. Vooral bij rechtse groeperingen slaan de Russische campagnes aan, maar ook delen van links blijken gevoelig te zijn voor de retoriek van president Poetin en zijn politieke technologen.

Ruslands managed democracy is gebaseerd op de totalitaire ideologie van Ivan Ilyin, een politieke filosoof uit de jaren 1920. Poetin figureert daarin als verlosser, oligarchen hebben een staatsmonopolie op corruptie, politieke partijen, instituties en wetten spelen geen rol.

Wetteloosheid is een patriotische deugd, mythen nemen de plaats in van feiten. Russen worden voorgesteld als de eeuwige slachtoffers van een kwade buitenwereld. Globalisering is een samenzwering. Joden, westerse decadentie, homoseksuelen – ze tasten de zuiverheid van de Russische ziel en cultuur aan. Mensen hebben een behoefte aan leugens, onzekerheid geeft hoop. Die uitgangspunten vormen een reden om keer op keer crises te orchestreren, die dan ten koste van de democratie en het vrije woord worden opgelost.

Ondermijning van westerse democratieën is onderdeel van dit politieke programma. Snyder laat zien hoe de Russen de Oekraïne daarvoor als proeftuin gebruikten. Ze hackten de media in de Oekraïne, de spoorwegen, de energievoorziening, de haven, de ministeries van financiën, infrastructuur en defensie, en deze cyber-oorlog was de aanloop tot een invasie.

Voor de Russen vormde deze eerste cyber-oorlog een triomf

Dat alles was bedoeld om de vernieuwingen die veel Oekraïners voorstonden in de kiem te smoren. Het Westen reageerde traag, met vragen als ‘Is de Oekraïne wel echt een land?’, ‘Was er wel een Russische inval?’. Oekraïners en Russen begrepen sneller wat er aan de hand was.

Voor de Russen vormde deze eerste cyber-oorlog een triomf, die vooruit liep op hun campagnes in het Westen. Russische bots probeerden de Engelsen over te halen tot een Brexit-stem, Rusland steunde populistische partijen zoals de Alternatieve für Deutschland en Le Front National, en trachtte Merkel en Macron te ondermijnen. Na Salisbury en de spionage in Den Haag krijgt de rol van Rusland duidelijker contouren.

De vermoeidheid van Westerse democratieën

Toch is het simplistisch om de populistische wending aan Russische inmenging toe te schrijven. Runcimans verhaal geeft inzicht in de vermoeidheid van Westerse democratieën, maar Timothy Snyder plaatst de westerse onvrede binnen een mondiaal geheel. Zo grijpen binnenlandse en buitenlandse ontwikkelingen, ongepland en ongewild, moedwillig en planmatig, op elkaar in.

De Russische bestuursmethoden zijn ook voor westerse oligarchen aantrekkelijk, Ruslands steun aan rechtse politieke partijen komt populistische politici gelegen, hun aanhangers wantrouwen de democratie en denken niets te verliezen te hebben. Een gebrek aan vertrouwen tussen burgers en politici, vervaging van het onderscheid tussen feit en fictie – in Rusland én het Westen - werken passiviteit en onvrijheid in de hand en vergroten de dreiging van Russische propaganda.

Maar Snyder laat zien hoe mensen zich de geschiedenis weer kunnen toeëigenen, door verantwoordelijkheid te nemen, door heden en verleden te onderzoeken.

Rineke van Daalen is socioloog aan de Universiteit van Amsterdam.

Foto (van David Runciman): Central European University , David Vegel (Flickr Creative Commons)