Religie manager bepaalt het gezicht van het ziekenhuis

Na meer dan 50 jaar secularisatie in Europa hebben geloofsovertuigingen van leidinggevenden nog wel degelijk invloed op zakelijke beslissingen. Dat laat onderzoek naar Duitse non-profit ziekenhuizen zien. Religieuze drijfveren, ook van Nederlandse managers, doen er dus toe.

Duitsland telt 1930 ziekenhuizen, waarvan ruim 800 zonder winstoogmerk. Van deze non-profit ziekenhuizen heeft 63 procent een religieus profiel: 40 procent katholiek en 23 procent protestant. De overige 37 procent heeft geen uitgesproken levensbeschouwelijk karakter. Uit ons onderzoek blijkt dat de geloofsovertuiging van het management van grote invloed is op de strategie van de instelling.

Grofweg blijken de non-profit ziekenhuizen in ons oostelijke buurland twee strategieën te hanteren. Een deel van de ziekenhuizen – de katholieke - richt zich op het behandelen van zoveel mogelijk mensen en aandoeningen, en een hoge totaalomzet. Een ander deel van de ziekenhuizen – de protestantse - is gespecialiseerd en beperkt zich tot bijzondere, complexe gevallen, en haalt een hoge omzet per patiënt.

Object van altruïsme verschilt per geloof

In ons onderzoek hebben we gebruik gemaakt van de 'upper echelons'-theorie, van Donald Hambrick en Phyllis Mason. Hun theorie uit 1984 stelt grofweg dat de visie van (top)bestuurders van organisaties gekleurd is door hun eigen persoonlijke waarden. Ofwel: strategische besluitvorming 'op strikt zakelijke gronden' is een mythe.

De these van Mason en Hambrick is in de loop der jaren door vele onderzoeken ondersteund. De meeste research hiervoor is verricht bij beursgenoteerde, op winstmaximalisatie gerichte, ondernemingen. En meestal betrof het onderzoek naar de invloed van politieke overtuigingen en culturele waarden van het management op strategische besluiten. Ons onderzoek wijkt daarvan af: het gaat over de non-profitsector (Duitse ziekenhuizen) en bovendien over waarden die voortkomen uit geloofsovertuigingen: een categorie die na meer dan 50 jaar secularisatie in Europa momenteel bijna altijd genegeerd wordt.

Die negatie is ten onrechte, zo blijkt uit literatuuronderzoek dat we deden naar de theologische fundamenten van het katholicisme en protestantisme. Zowel katholieke als protestantse managers in non-profitorganisaties halen hun spirituele beloning uit altruïstisch gedrag, maar hun object van altruïsme blijkt te verschillen. Altruïstisch gedrag komt in een gezondheidszorginstelling neer op het maximaliseren van het welzijn van patiënten. De katholieke ziekenhuisbestuurder zal - met zijn focus op de gemeenschap - er voor kiezen zo veel mogelijk patiënten te behandelen. Om dat te bereiken zal hij zo veel mogelijk, maar relatief eenvoudige behandelingen aanbieden. De protestantse ziekenhuisbestuurder vertaalt altruïsme - gezien de focus op het individu in het protestantisme - als de best mogelijke zorg voor de individuele patiënt. Ofwel de individuele patiënt is ermee gediend dat zijn arts gespecialiseerd is in de betreffende behandeling.

De protestantse manager is meer dan zijn katholieke collega gevoelig voor zichtbare maatstaven van wereldlijk succes, zoals bijvoorbeeld efficiëntie of het werken met complexe procedures en technologieën. Vandaar dat protestantse ziekenhuizen vaker en intensiever samenwerken met universiteiten en andere onderwijsinstellingen. Kort door de bocht geformuleerd: katholieke ziekenhuizen zoeken in hun strategie de breedte, protestantse ziekenhuizen de diepte. Dat concluderen we op basis van zorgrapporten van de Duitse non-profit instellingen uit 2006 en 2008.

Dat het geloof van het management de strategie van een ziekenhuis beïnvloedt, hoeft niet per se tot kwaliteitsverschillen te leiden; in ieder geval niet op basis van religie. Het is dan ook niet zo dat een ziekenhuis met een bepaalde religie betere behandelingen aanbiedt dan een ander.

Religieuze opvattingen doen er nog steeds toe

Wat tonen onze bevindingen samenvattend aan? Zij duiden op een verderstrekkende geldigheid van de 'upper echelons'-theorie en laten zien dat managementwaarden invloed hebben op strategische beslissingen van zowel marktondernemingen als van non-profit-organisaties. Verder blijken naast politieke en nationaal-culturele waarden ook religieuze opvattingen van invloed te zijn op strategische beslissingen van het management. Dat is anno 2015, na een halve eeuw van secularisatie, verrassend te noemen.

Willen beleidsmakers effectieve regelgeving maken, dan doen ze er dan ook goed aan om eerst te kijken naar de strategische doelen van mensen en sectoren die ze willen beïnvloeden. Onderzoek naar de religieuze drijfveren van Nederlandse non-profit instellingen zou daarbij een eerste stap kunnen zijn.

Jens Prüfer is Assistant Professor of Economics aan Tilburg University en verbonden aan het Tilburg Law and Economics Center (TILEC). Hij deed het onderzoek Faithful Strategies: How Religion Shapes Nonprofit Management samen met onderzoeker Lapo Filistrucchi, eveneens verbonden aan Tilburg University en TILEC.