Schulden bij jongeren zijn vooral ook maatschappelijk probleem

Sociaal werk moet meer opkomen voor de collectieve belangen van jongeren met geldproblemen. Beschouw het niet als individuele problemen, betoogt docent en onderzoeker Paula Smith. We moeten anders kijken naar het ondersteunen van jongeren.

Steeds meer jongeren maken zich zorgen over stijgende prijzen en geldproblemen. Uit een recente peiling van Unicef onder meer dan duizend jongeren bleek dat een kwart van hen zich schaamt voor deze geldproblemen en daar met niemand over praat (Unicef 2022). Dit zagen wij ook terug in een verkennend onderzoek naar jongeren, geldstress en vraagverlegenheid.

In 2022 hebben wij vanuit het lectoraat Empowerment & Professionalisering van Hogeschool Inholland hiernaar onderzoek gedaan. Dit gebeurde in samenwerking met het Nova College, Stichting Meerwaarde, Plangroep en de gemeente Haarlemmermeer. Jongeren die wij spraken, vinden dat zij hun geldproblemen in eerste instantie zelf moeten oplossen en vragen liever niet om hulp als zij in de financiële problemen zitten. Dit is een van de redenen waarom preventie en vroegsignalering moeilijk van de grond komt (NOS 2022). Lilian Linders muntte jaren geleden de term vraagverlegenheid (Linders 2010). Het is voor mensen makkelijker om hulp aan te bieden dan te ontvangen, zo bleek.

Schaarste

Het ervaren van schaarste ‒ een tekort aan geld, voedsel en/of onderdak – zorgt voor stress. Die stress heeft een negatief effect op het welzijn, de gezondheid en keuzes die mensen maken (Jungmann, Wesdorp & Van Dam 2020). Mensen gaan van dag tot dag leven, hebben moeite met vooruitkijken en het stellen van langetermijndoelen.

Langdurige geldstress kan de hersenstructuur bij jongeren aantasten

Bij jongeren met geldstress zijn twee zaken aanvullend van belang. Ten eerste zijn de hersenen van jongeren nog in ontwikkeling. Blootstelling aan langdurige geldstress kan de hersenstructuur structureel aantasten. Op latere leeftijd kan dit leiden tot een overgeactiveerd stress-systeem, waarbij er ook een stressreactie optreedt zonder dat er bedreigingen zijn (Jungmann, Wesdorp & Van Dam 2020). Ten tweede moeten jongeren hun leven opbouwen in een samenleving die onder druk staat. Een oververhitte woonmarkt, stijgende energieprijzen, hogere zorgkosten, duurdere boodschappen. Deze ontwikkelingen maken het voor iedereen in de samenleving moeilijk en voor jongeren in het bijzonder: zij moeten immers hun positie in de samenleving nog verwerven.

Collectief probleem

Daarnaast wordt een collectief probleem nog te vaak weggezet als een individueel probleem. Dat geldt niet alleen voor jongeren. ‘U zult vast het formulier niet goed ingevuld hebben of de brief niet goed gelezen hebben.’ Lees: toeslagenschandaal. Die neiging om oorzaak, gevolg en verantwoordelijkheid in de persoonlijke sfeer te zoeken, is een direct gevolg van individualisering en neoliberaal beleid. Namelijk beleid gericht op een kleine overheid en grote eigen verantwoordelijkheid.

Oorzaak en oplossing zoeken in de persoonlijke sfeer draagt niet bij aan een structurele oplossing

Problemen van mensen zijn privékwesties geworden en persoonlijk gemaakt. In het sociaal domein laat dit zich vertalen in de oneindige focus op individuele gedragsverandering. En dat terwijl problemen van mensen vaak collectief van aard zijn. Het is niet de schuld van mensen zelf dat zij geen betaalbaar huis kunnen vinden, onvoldoende inkomen hebben om rond te komen en hun energiekosten niet meer kunnen betalen. Deze problemen zijn het directe gevolg van politieke keuzes.

De oorzaak en de oplossing zoeken in de persoonlijke sfeer doet mensen niet alleen tekort, het draagt ook niet bij aan een structurele oplossing. Een individuele focus heeft het risico dat de bredere maatschappelijke context van de ervaren schaarste wordt gemist. De reden dat mensen in geldproblemen of schulden komen, kan namelijk ook een meer systemische oorzaak hebben. Lees wederom: toeslagenschandaal.

Tot slot zijn mensen met geldstress tijdelijk hun individuele regie en controle kwijt. Daarop sturen, heeft dan tijdelijk geen zin. In het geval van jongeren geldt dit vanwege hun ontwikkeling vermoedelijk nog meer.

Vraagverlegenheid bij geldstress

Die individuele framing van oorzaken van schuld zie je ook terug bij jongeren. Zij vinden ook dat het louter hun eigen verantwoordelijkheid is. Jongeren die we voor ons onderzoek spraken, vinden aanvankelijk dat ze zelf verantwoordelijk zijn. Zo zei een jongere: ‘Ik ben de enige die het schip bestuurt, ondanks alle hulp die je kan krijgen.’

Behoefte aan het zelf willen oplossen, werkt preventie tegen, met soms torenhoge schulden tot gevolg

Dit idee van zelf verantwoordelijk zijn, komt ook terug in het cijfer dat jongeren geven toen we hun vroegen hoeveel invloed zij denken te hebben op hun financiële situatie. Vrijwel alle jongeren gaven dit een 10, dus volledige invloed. Als je veronderstelt dat je maximale invloed hebt, dan draag je ook de volledige schuld als het misgaat en zul je zelf niet snel aan de bel trekken.

Die behoefte aan het zelf willen oplossen, werkt vraagverlegenheid in de hand en werkt preventie tegen, met soms torenhoge schulden tot gevolg. We hoorden bijvoorbeeld terug: ‘Ik denk dat als ik zo ver in een dieptepunt zou zitten, ik mensen erbij ga betrekken, maar daarvóór zou ik altijd proberen het zelf op te lossen zonder hulp.’

Het bespreken van financiële problemen is voor jongeren een gevoelig onderwerp dat je niet zomaar met iedereen doet, bijvoorbeeld met klas- of studiegenoten die minder dichtbij staan. We hoorden dan terug: ‘Daar praat je toch niet over?’ en ‘Waarom moeten zij weten dat ik geen geld heb?’

Jongeren hebben met professionals geen emotionele band. Dat maakt het soms makkelijker om open te zijn

Doordat het niet bespreekbaar is in de bredere groep van leeftijdsgenoten, hebben jongeren geen goed beeld van de financiële situatie van anderen. Jongeren hebben het gevoel er alleen voor te staan en vinden weinig herkenning bij anderen. Jongeren konden wel vaak een of twee mensen in de directe omgeving noemen met wie ze het wel zouden bespreken, bijvoorbeeld een familielid of een goede vriend.

Vertrouwen en anonimiteit

Met doorvragen kwamen we erachter dat jongeren drie zaken van belang vinden bij het bespreekbaar maken van hun geldstress.

1    Ten eerste vinden jongeren het belangrijk dat er niet over hen geoordeeld wordt. Ten opzichte van ouders hoorden we terug dat jongeren hun geldproblemen verborgen hielden omdat ze bang waren dat hun ouders teleurgesteld of boos zouden zijn. Een jongere zei bijvoorbeeld: ‘Mijn ouders hebben mij altijd geleerd om niet te lenen en geen schulden te maken.’

2    Ten tweede maakt het voor jongeren uit of de mensen met wie ze het bespreken praktische hulp kunnen bieden. Zo vertelde een jongen dat hij het gevoel heeft dat een professional hem meer kan helpen dan zijn moeder of vrienden. Professionals hebben er volgens hem namelijk voor gestudeerd en weten waarover ze praten. Bovendien hebben jongeren met professionals geen emotionele band zoals dat met een ouder het geval is. Dat maakt het makkelijker om er open over te zijn. Ze willen wel die persoonlijke connectie voelen, maar zijn minder bang voor hun oordeel dan dat van een ouder.

3    Tot slot vinden jongeren het belangrijk om te weten wat er met hun persoonlijke informatie gebeurt als zij open zijn geweest over hun geldproblemen en of het bijvoorbeeld niet bij hun ouders terechtkomt. Een jongere zegt hierover: ‘Waar komt dat dan terecht? Wie weet het? Straks werkt daar iemand die mijn ouders kennen of die ik ken.’ Kortom: zij willen dat hun informatie in vertrouwen en anonimiteit behandeld wordt.

Privékwesties moeten publieke kwesties worden

Het voorgaande laat zien dat ook jongeren hun problemen te persoonlijk hebben gemaakt: geldproblemen zijn privékwesties geworden en moeten (weer) publieke kwesties worden. Het zijn namelijk niet alleen individuele, maar vooral maatschappelijke vraagstukken.

Bijdragen aan de emancipatie van jongeren om zich hier publiekelijk over uit te spreken, kan het wij-besef versterken waarvoor Bas Heijne in december 2022 pleit in zijn essay in NRC. Het wij-besef is het gevoel dat je er niet alleen voor staat én dat er heel veel verschillende soorten jongeren met jou zijn die tegen hetzelfde soort problemen aan lopen. Waardoor jongeren zich niet alleen in elkaar gaan herkennen; ze staan ook als collectief sterker om iets met dit onrecht te doen.

Simpele basis

Het inzicht dat schaarste een negatief effect heeft op de ontwikkeling en het functioneren van jongeren, is onmisbaar voor de inrichting van sociaal beleid, projecten en begeleiding. Dat begint bij het besef dat jongeren in overlevingsstand mogelijk keuzes maken die minder goed doordacht zijn en eigen regie pas kan worden aangesproken bij voldoende headspace daarvoor. De kern moet eerst worden aangepakt: de geldstress.

We moeten het idee loslaten dat jongeren zelf wel naar jou toe komen als zij hulp nodig hebben

Wat hebben jongeren in armoede het meeste nodig? Geen consult over hoe ze de regie en controle weer kunnen terugkrijgen. Om jongeren de macht en kracht over hun leven terug te geven – en dus bij te dragen aan empowerment – is het essentieel dat we ondersteuning gaan omdenken.

Dat betekent dat we een einde moeten maken aan onbegrijpelijke en bureaucratische systemen waar tientallen verschillende soorten professionals opereren in een onsamenhangend en fragmentarisch geheel van regelingen, voorzieningen en diensten. Een simpele basis voor iedereen moet het uitgangspunt zijn. In plaats van uitzichtloze en vermoeiende trajecten, die overigens megaduur en inefficiënt zijn, moeten we perspectief bieden op een betaalbaar huis, betekenisvol werk en voldoende geld. Dit geldt in het bijzonder voor de groei, ontwikkeling en ontplooiing van jongeren.

Dat begint bij het loslaten van het idee dat jongeren zelf wel naar jou toe komen als zij hulp nodig hebben bij hun geldproblemen of schulden. We moeten beseffen dat jongeren die met geldstress kampen, van dag tot dag leven en dat dit invloed heeft op de kwaliteit van de keuzes die zij maken. Het sociaal werk moet jongeren daarom actief benaderen en bijdragen aan een omgeving waar het genormaliseerd is om hier met anderen over te praten, zodat jongeren zich meer in elkaar gaan herkennen en problemen vroegtijdig gesignaleerd kunnen worden.

Meer politiseren

Juist het sociaal werk kan een belangrijke rol spelen in het preventief aanpakken van collectieve problemen. Het sociaal werk biedt bij uitstek een geschikte plek om het taboe rond schulden bij jongeren te doorbreken, het collectief bewustzijn te vergroten en aan te sluiten bij de leefwereld van jongeren. Maar hoe doe je dat concreet?

Ten eerste: maak gebruik van wegen waar jongeren toch al rondlopen, zoals het onderwijs. Bied hier middelen aan die jongeren op een betekenisvolle manier meenemen in wat het betekent om schulden te hebben – ook als je zelf geen schulden hebt. Dat kan bijvoorbeeld via een spel, zoals een escaperoom, of via educatief theater. Door samen te werken met scholen kan het sociaal werk ervoor zorgen dat deze middelen voor alle jongeren structureel toegankelijk zijn.

Ten tweede: ga op zoek naar manieren om individuele verhalen van jongeren collectief te maken, bijvoorbeeld door samen met jongeren campagnes op te zetten en samen te werken met rolmodellen, ervaringsdeskundigen en ambassadeurs die jongeren inspireren.

Ten derde: breng financieel beleid dichter bij de leefwereld van jongeren door vanuit het sociaal werk overheden actief uit te nodigen om jongeren te betrekken bij het maken van beleid. Tegenwoordig hebben de meeste gemeenten al een jongerenraad, maar hier speelt altijd de bias van representatie mee; bepaalde jongeren bereik je daar niet mee. Een mogelijk alternatief is een burgerberaad met een focus op financieel beleid voor jongeren.

Vraagstuk van ons allemaal

Kortom: schulden bij jongeren zijn een vraagstuk van ons allemaal. Het is daarom de hoogste tijd voor een omslag in alle lagen van de samenleving om van schulden bij jongeren een publieke kwestie te maken en de schaamte te doorbreken.

Het sociaal werk kan hieraan bijdragen door de collectieve belangen van jongeren te behartigen en hun belangen te politiseren. Dat vraagt van het sociaal werk om actief de samenwerking op te zoeken met jongeren, onderwijsinstellingen en gemeenten. Dan werken we echt aan structurele en preventieve oplossingen die aansluiten bij de leefwereld van jongeren.

Paula Smith is docent en onderzoeker Sociaal Domein bij Hogeschool Inholland.

 

Foto Elias Butynski via Pixabay.