Sociaal werkers faciliteren burgerparticipatie in Haarlem

Met een top-down initiatief bottom-up burgerparticipatie organiseren, kan dat? En wat is hierin de macht van sociaal werkers? Hogeschoolonderzoekers Huub Purmer en Paula Smith bekeken het in de Haarlemse Wijkfabriek.

Burgerparticipatie is een hot topic binnen het sociaal werk. Burgerinitiatieven schieten als paddenstoelen uit de grond. Van inclusieve woongemeenschappen en collectieve moestuinen, tot broedplaatsen en vrijplaatsen waar burgers gezamenlijk werken aan maatschappelijke thema’s als duurzaamheid, sociale cohesie en veiligheid.

De opbouwwerker en gebiedsverbinder halen actief behoeften op in de wijk

Ook overheden creëren ruimte voor burgers om vorm te geven aan hun woon- en leefomgeving, bijvoorbeeld door wijkbudgetten beschikbaar te stellen. In Haarlem gebeurt dit met de Wijkfabriek, een integraal concept dat in 2018 is bedacht door professionals van het wijkteam in Haarlem Oost. Zij zien de Wijkfabriek als een dynamische omgeving waar aandacht is voor individuele hulpvragen én collectivisering (bijeenbrengen, verzamelen en verenigen van mensen rondom gemeenschappelijke vraagstukken, Spierts & Post, 2019).

Met input en regie van bewoners

De Wijkfabriek moet bijdragen aan ontmoeting en het zichtbaar maken van informele hulpbronnen, zodat bewoners elkaar gemakkelijker kunnen vinden en gebruik kunnen maken van elkaars krachten. Hoewel de Wijkfabriek door professionals is bedacht, krijgt de fabriek uiteindelijk vorm door input en regie van wijkbewoners. Dat betekent niet dat de Wijkfabriek alleen van bewoners is, maar ook van professionals die naast een initiërende een faciliterende rol hebben.

Wat vraagt dit van de rolverdeling tussen burgers en professionals? Om deze rollen in beeld te brengen gebruiken we het concept van een crafting community.

Crafting community

In een crafting community zijn civiele, professionele en institutionele sferen met elkaar verbonden (Trommel, 2014). Er is ruimte voor sociale improvisatie en spontaniteit, en beleid ontstaat uit een gelijkwaardige samenwerking tussen de verschillende spelers. De Wijkfabriek is een voorbeeld van een crafting community.

Dit maakt het rommelig, soms is het doormodderen en geloven in de groei van de gemeenschap

In de Wijkfabriek wordt een brug geslagen tussen de gemeente en wijk. De opbouwwerker en gebiedsverbinder (signaleert in de wijk, agendeert bij de gemeente en verbindt professionals aan de juiste vraagstukken) halen actief behoeften op in de wijk (deur-aan-deur en via bewonersenquêtes). Individuele problemen worden zichtbaar en vergelijkbare vraagstukken kunnen collectief aangepakt worden.

De professionals hebben macht vanwege hun toegang tot voorzieningen en diensten die bijdragen aan de kwaliteit van leven voor bewoners in de wijk. Denk aan huisvesting en recht op ondersteuning. In een crafting community is het belangrijk dat professionals zich bewust zijn van hun machtspositie, zich bescheiden naar bewoners opstellen en hen betrekken bij besluitvorming (Trommel, 2013).

Sociaal werkers moeten zicht hebben op de mogelijkheden en grenzen van hun macht ten opzichte van burgers en beleid. Ook moeten zij oog hebben voor de machtspositie van bewoners die regie nemen en bewoners die daar minder toe in staat zijn. Dit noemen wij machtssensitiviteit. Professionals met machtssensitiviteit geven ruimte aan burgers en hun ideeën door platformen te realiseren waar burgers en professionals elkaar kunnen vinden, zoals in de Wijkfabriek.

Top-down initiatief met bottom-up participatie

Veel burgerinitiatieven groeien van onderop. Dit is bij de Wijkfabriek niet het geval geweest. Toch lijkt er sprake te zijn van een crafting community. Er is bij de Wijkfabriek geen blauwdruk gegeven van activiteiten en plannen voor de wijk, maar ruimte gecreëerd door sociaal professionals en gemeente voor creativiteit en sociale improvisatie. Dit maakt het een rommelige praktijk, soms is het doormodderen en geloven in de groei van de gemeenschap zonder daar op korte termijn een concrete uitkomst aan te verbinden.

In gesprek gaan met bewoners over wat zij willen

Studenten Social Work geven aan dat zij dit lastig vinden: ‘Het voelt soms alsof dingen in de Wijkfabriek heel traag gaan en moeilijk van de grond komen.’ Van professionals in het wijkteam kregen we vergelijkbare signalen, voor hen blijft het een uitdaging om individuele hulpvragen te collectiviseren. Zij melden wel dat hier sinds de Wijkfabriek een stijgende lijn in zit.

Tot slot is in de plannen geformuleerd dat de groep bewoners met een grote mate van redzaamheid van waarde is voor de Wijkfabriek (DOCK, 2018). Ook in dit verband was het belangrijk om meerstemmigheid te waarborgen. Bijvoorbeeld toen de wijkraad moest omgaan met de komst van nieuwe bewoners in de wijk.

Lange adem en vertrouwen

Bottom-up bewegingen hoeven niet van onderaf te beginnen, maar kunnen ook top-down starten. Als het uiteindelijk maar onder burgers gaat leven en aansluit bij de leefwereld. De Wijkfabriek nodigt professionals uit om met bewoners in gesprek te gaan over wat zij willen. Wensen en behoeften worden vervolgens meegenomen in de aanpak van het wijkteam en het sociaal beleid van de gemeente. Dus ja, wij denken dat bottom-up initiatief ook top-down gestimuleerd kan worden.

Een zekere mate van machtssensitiviteit hierbij is essentieel, bijvoorbeeld om meerstemmigheid te bewaken. Net zoals rekening houden met de rommeligheid van de praktijk van een crafting community en loslaten van kortetermijnresultaten. Dit vraagt om een lange adem en vertrouwen in de kracht en macht van burgers.

Huub Purmer en Paula Smith werken als onderzoekers bij het Lectoraat Empowerment & Professionalisering van Inholland Haarlem.

 

Foto: De Wijkfabriek Haarlem

Bronnen

Literatuur

DOCK. (2018). De Wijkfabriek, samen gaan we het mooier maken! Projectplan voor de wijk.

Spierts, M. and Post, H. (2019). Open en onbevangen de wijk tegemoet. Gemeente Haarlem.

Trommel, W. (2013). The birth of the crafting community. In D. Bannink, H. Bosselaar & W. Trommel (red.), Crafting Local Welfare Landscapes. Eleven International Publishing.

Trommel, W. (2013, 21 september). Participatiesamenleving vraagt om bescheiden bestuur. www.socialevraagstukken.nl

Trommel, W. (2014). De maatschappij is sterker dan de decentralisatie, gelukkig. S&D, 71-3, 75-85

Dit artikel is 802 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. Ik heb grote moeite met dit type welzijnswerk. Het is de overheid die vraagt en de professional die draait.
    Wat ik niet lees is dat in Haarlem geen pogingen vanuit het gemeentebestuur worden gedaan om bewoners zeggenschap te geven.Wijkdemocratie bestaat niet.De Haarlemse wijkraden , inmiddels 50 jaar oud, verkeren in een volstrekt onheldere positie. Alle vormen van participatie moeten passen in het gemeentebeleid. Ook de meest trendy vormen, die men in Haarlem ‘Nieuwe Democratie’ is gaan noemen. (Right to challenge, wijkbudgetten, burgerforum enz.)
    Ook rijst de vraag welke “machtspositie”sociaal werkers hebben.De schrijvers hebben het zelfs over macht rond huisvesting. Welke? Gezien de woonperikelen in de stad lijkt mij die macht nihil.
    Het welzijnswerk is vooral braaf. Ik merk als Haarlemmer zelden een kritisch geluid uit die sector naar de politiek. Vermoedelijk omdat men volstrekt afhankelijk is van de gemeente, voor de eigen werkgelegenheid.Daardoor is men de facto buitendienstambtenaar.
    Ik raad de schrijvers aan het boek te lezen van Richard de Brabander: ‘Wees positief’ De Brabander is trouwens toevallig ook lector aan dezelfde hogeschool als de beide schrijvers. Spreken jullie elkaar daar weleens?
    Als Haarlemmer ben ik graag bereid met de schijvers in gesprek te gaan.

  2. In Haarlem zou volgens het coalitieakkoord in 2018 al sprake zijn van overdracht van democratische bevoegdheden aan b.v. wijken, mnaar in 2022 is daar al geen sprake meer van.l Wel van het honoreren van z.g. burgerinitiatieven en vrijblijvenbd meedoen met gemeentelijk beleid. Ambtenaren worden logischerwijze ingeschakeld voor ondersteuning, maar nu lijkt de opzet het meest op een werkgelegenheidsprojekt voor sociaal werkers, die ook aan het werk moeten zien te blijven: top-down is zo allesbehalve bottom-up: de democratisch samen gestelde wijkraden zouden zeggenschapo moeten krijgen over wat er in hun eigen wijk gebeurt en zouden ev. zelf ondersteuning moeten kunnen aanzoeken.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.