Zet vaker herstelrecht in bij haatmisdrijven

Het strafrecht focust op het straffen van plegers van haatmisdrijven tegen LHBT-personen. Uit Europees onderzoek blijkt echter dat slachtoffers vooral behoefte hebben aan een vorm van herstel, zeggen lector Bart Claes en docent-onderzoekers Lisa Rosielle en Mechtild Höing.

Uitingen van haat tegen lesbische, homo- en biseksuele en transgender personen zijn in Nederland aan de orde van de dag. Zo lezen we de afgelopen maanden over de mishandeling van een vrouw in Amsterdam, vermoedelijk omdat zij een andere vrouw een kus gaf, en werd het huis van een Rotterdamse wethouder beklad met homofobe leuzen.

Aangevallen om identiteit

Bij haatmisdrijven worden slachtoffers aangevallen om hun identiteit. Dat gebeurt op verschillende manieren: fysiek, psychisch of seksueel geweld, vernieling, chantage of bedreiging. Volgens een door het EU-Agentschap voor Fundamentele Rechten (FRA) uitgevoerd onderzoek onder LHBT-personen, heeft 11 procent van de respondenten in de afgelopen vijf jaar een haatmisdrijf meegemaakt in de vorm van fysiek geweld vanwege hun seksuele geaardheid. Onder transgender personen ging het zelfs om 17 procent.

Streamer: Haatmisdrijven zijn gericht tegen de identiteit van slachtoffers

Aangenomen wordt dat de psychische gevolgen voor slachtoffers van haatmisdrijven groter zijn dan voor slachtoffers van misdrijven zonder haatmotief (Benier, 2017). Haatmisdrijven zijn namelijk gericht tegen de identiteit van het slachtoffer. Daarnaast hebben ze niet alleen impact op het individu, maar ook op de gemeenschap waartoe het individu op basis van groepskenmerken behoort (Noelle, 2002).

Herstelrecht en bemiddeling

Herstelrecht vertrekt vanuit het recht van slachtoffers op herstel van de schade die voortkomt uit een haatmisdrijf en geeft slachtoffers de mogelijkheid om in dialoog met dader te gaan, opdat deze laatste verantwoordelijkheid voor het delict neemt.

Toepassing van herstelrecht als aanvulling op een strafrechtelijke procedure of als een vervanging daarvan, kan positieve effecten hebben op slachtoffer en dader (Claes, 2019; Elbers, Becx & Lauwaert, 2020).

Herstelrecht stelt slachtoffer en dader in staat om actief deel te nemen aan het oplossen van klachten of problemen die het gevolg zijn van een misdrijf. Doordat slachtoffers de ruimte krijgen om zich uit te spreken en hun behoeften kenbaar te maken, kunnen zij de regie, die hen door het slachtofferschap ontnomen is, terug in handen krijgen.

Herstelrecht is ook van meerwaarde omdat het ruimte biedt aan de behoeften van het slachtoffer en de pleger op een meer persoonlijke manier tot verantwoording roept (Walters, 2014). Daarnaast draagt herstelrecht bij aan het stoppen van criminaliteit (Claes, 2019) en kan toepassing van herstelrecht maatschappelijke kosten van recidive van daderschap én slachtofferschap voorkomen (Lloyd & Borril, 2020).

Ondanks deze positieve invloed wordt het herstelrecht in Europa nog weinig toegepast bij anti-LHBT haatmisdrijven.

Zelden aangifte

Het Europees project LetsGoByTalking deed onderzoek naar de verwachtingen en behoeften van slachtoffers van anti-LHBT haatmisdrijven. Interviews met 39 slachtoffers uit de zes deelnemende landen (België, Nederland, Spanje, Polen, Bulgarije en Italië) laten zien dat de bescherming bij haatmisdrijven vaak in de wet geregeld is. Dat betekent echter niet dat herstel van schade voor het slachtoffer gegarandeerd is.

Professionals moeten beter getraind worden in het omgaan met slachtoffers van anti-LHBT-haatmisdrijven

De geïnterviewde slachtoffers van haatmisdrijven hebben er zelden aangifte van gedaan. De redenen hiervoor zijn divers. Slachtoffers hebben geen vertrouwen in politie en justitie, ze ervaren angst om uit de kast te komen of vrezen verdere beschadiging tijdens de rechterlijke procedure (secundaire victimisatie). Ook ervaren ze emotionele stress.

Gepaste ondersteuning

De bevindingen van LetsGoByTalking leren dat professionals beter getraind moeten worden in het omgaan met slachtoffers van anti-LHBT-haatmisdrijven. Dit geldt vooral voor rechters, openbaar ministerie en politie. Onder professionals is er sowieso behoefte aan kennis en handelingskader. Interviews met 104 professionals uit de zes deelnemende landen tonen dat er naast theoretische kennis vooral behoefte is aan praktische kennis en vaardigheden om slachtoffers van anti-LHBT haatmisdrijven beter te kunnen ondersteunen.

In de onderzochte landen van het Europese project zijn de afgelopen jaren verschillende initiatieven genomen om het professioneel handelingskader te versterken. LetsGoByTalking brengt informatie over bestaande opleidingen en trainingen samen en biedt een nieuwe training aan. Deze is gericht op professionals die slachtoffers op een meer herstelgerichte manier willen benaderen en ondersteunen. De training is vrij toegankelijk via de website van het project.

Naast de behoefte aan kennis en vaardigheden over de inzet van het herstelgericht werken bij anti-LHBT haatmisdrijven, is er in het brede werkveld behoefte aan betere samenwerking. Dat zou de volgende stap in het versterken van het professioneel handelingskader moeten zijn. Zo hebben alle professionals die met deze groep slachtoffers werken, kennis van de mogelijkheden en voordelen van herstelrecht als van de behoeften van slachtoffers. In de training komen beide aspecten aan bod.

Lisa Rosielle is docent recht en docent-onderzoeker bij het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken, Avans Hogeschool. Mechtild Höing is docent sociale studies en senior onderzoeker bij het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken, Avans Hogeschool.  Bart Claes is houder van het lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken, Avans Hogeschool, medeoprichter van het Expertisecentrum KIND, Ouder en Detentie en algemeen directeur CAW Groep Vlaanderen.