SOCIALE PRAKTIJK Een brug slaan tussen vrijwilligers, wijkbewoners en sociaal wijkteam

Vanuit de Wmo-werkplaats Nijmegen is het project ‘Vrijwilliger als bruggenbouwer’ gestart. Vrijwilligers en het sociaal wijkteam Nijmegen-Midden werken samen aan hetzelfde doel: het bevorderen van contact tussen mensen in situaties waar dat niet vanzelf gaat.

Shanna (8 jaar) kent weinig andere meisjes in de buurt. Omdat zij naar een andere school (speciaal onderwijs) gaat dan de meeste kinderen uit de wijk, is het voor haar lastiger om vriendinnetjes te maken. Samen met de bruggenbouwer wordt er een plan gemaakt hoe zij contact kan maken en houden met andere meisjes in haar buurt. In het plan staat onder andere dat Shanna twee buurmeisjes uitnodigt om samen cupcakes te gaan bakken. De bruggenbouwer ondersteunt Shanna bij het uitvoeren van haar plan. [1]

Bruggenbouwers zijn vrijwilligers die getraind worden in ‘De kunst van het bruggenbouwen’, een werkwijze die MEE Gelderse Poort ontwikkelde. Deze houdt in dat een vrijwilliger/bruggenbouwer iemand twintig weken lang doelgericht ondersteunt bij het maken en uitvoeren van een plan om contact met anderen te leggen en te onderhouden. Het gaat om het met elkaar in contact brengen van mensen in hele gewone situaties, zoals vrijetijdsbesteding, spelen met andere kinderen op straat of een praatje maken met de buren. De bruggenbouwer ondersteunt niet alleen bij het maken van een plan maar kan ook onderdeel van het plan zijn. Door bijvoorbeeld mensen aan elkaar voor te stellen, door mee te gaan naar een nieuw gevonden vrijetijdsbesteding in de buurt of door vaardigheden te oefenen om de aanvrager sociaal handiger te maken in het leggen van contacten. Deze manier van werken kost veel tijd en past qua looptijd en intensiteit niet altijd in de werkprocessen van professionals. Los daarvan is de drempel om met een bruggenbouwer ‘gericht op pad’ te gaan om contacten te gaan leggen veelal lager dan met een betrokken professional. Het is de bedoeling dat de bruggenbouwer zichzelf uiteindelijk binnen twintig weken overbodig maakt. Hij is geen vangnet, maar een springplank, zou je kunnen zeggen.

De vrijwilligers vinden het fijn om een afgebakende klus te doen

Problemen waarmee mensen bij het Nijmeegse sociaal wijkteam komen, gaan regelmatig ook over eenzaamheidsgevoelens. Over het gevoel er niet bij te horen omdat men niet mee kan, mag of wil doen aan dat wat de wijk en de bewoners te bieden heeft. In het Wmo-werkplaats-project ‘Vrijwilliger als bruggenbouwer’ spelen vrijwilligers een belangrijke rol in situaties waarin iemand moeite heeft met het aangaan van contact met anderen. Zij worden getraind in de kunst van het bruggenbouwen en men streeft ernaar een samenwerking tussen de vrijwilligers en de professionals van het sociaal wijkteam te realiseren.

De vrijwilligers komen van diverse Nijmeegse vrijwilligersorganisaties, zoals Humanitas, de Hulpdienst en Buddyzorg. Zij willen (een aantal) vrijwilligers laten trainen om op een gekantelde manier te gaan werken: vrijwilligers die zorgen dat in plaats van zorgen voor. De vrijwilligers die meedoen vinden aantrekkelijk om te werken binnen projecten met een kop en een staart. Heel gericht bezig met een afgebakende klus, namelijk het leggen van contacten tussen mensen. Het leren innemen van een coachende houding spreekt deze vrijwilligers erg aan en is een belangrijk onderdeel van de training. De vrijwilligers leren onder andere over oplossingsgerichte en motiverende gespreksvoering, het doelgericht maken en uitvoeren van plannen in twintig weken, over het uitgaan van talenten en over intervisie, ook als de training is afgelopen.

Bruggenbouwers, sociaal wijkteam en studenten werken samen

Hoe komt een aanvraag vanuit het sociaal wijkteam bij een bruggenbouwer terecht? Welke bruggenbouwer gaat met welke wijkbewoner aan de slag? Hoe worden de verschillende taken tussen wijkbewoner, bruggenbouwer en het sociaal wijkteam met elkaar afgestemd? Dit zijn zinvolle vragen waar bruggenbouwers en leden van het sociaal wijkteam zich samen over buigen. Uitgangspunt is betrokken partijen stimuleren samen uit te zoeken wat, in deze wijk, met deze partijen, voor hen het beste aansluit en werkt. De rol van de projectleider is het ondersteunen van deze gezamenlijke zoektocht.

Om antwoorden te krijgen op deze vragen, is een pioniersteam samengesteld bestaande uit een delegatie van bruggenbouwers, een coördinator van een vrijwilligersorganisatie, leden van het sociaal wijkteam en studenten van de HAN. Het pioniersteam probeert in de praktijk een concept werkwijze uit, reflecteert vervolgens op deze aanpak en manier van samenwerken en past deze waar nodig aan. Er wordt klein begonnen door eerst met enkele aanvragen van wijkbewoners aan de slag te gaan in het pioniersteam. Naarmate de aanvragen voor een bruggenbouwer vanuit het sociaal wijkteam toenemen, wordt het team uitgebreid met sociaal wijkteamleden en bruggenbouwers die met elkaar samen gaan werken.

Studenten van de HAN hebben een belangrijke rol als praktijkonderzoeker. De studenten vragen gedurende het project wijkbewoners naar het effect van de inzet van de bruggenbouwer. Zij gebruiken hierbij ook de effectencalculator die in de WMO-werkplaats is ontwikkeld. Daarnaast vragen zij leden van het sociaal wijkteam en bruggenbouwers naar bevorderende en belemmerende factoren in de samenwerking. Hun bevindingen worden meegenomen om de praktijk te verbeteren en worden beschreven zodat kennis overgedragen kan worden op andere praktijken.

Natuurlijk hoeft het wiel niet geheel opnieuw uitgevonden te worden. MEE Gelderse Poort heeft immers al jarenlange ervaring met het inzetten van bruggenbouwers en heeft praktische handvatten ontwikkeld. Zoals bijvoorbeeld het aanvraagformulier dat wijkbewoners en het sociaal wijkteam kunnen invullen op het moment dat ze van een bruggenbouwer gebruik willen maken. De vragen op dit formulier zetten bewoners aan het denken over de gewenste situatie die ze willen bereiken. Zoals bijvoorbeeld de vraag: ‘Stel dat u in de toekomst kan kijken, hoe ziet uw situatie eruit na de ondersteuning door de bruggenbouwer?’ Naast het aanvraagformulier is er een format dat bruggenbouwers kunnen gebruiken om elkaar vragen te stellen over hun handelen in bepaalde situaties.

Dit is pas het begin: het pioniersteam buigt zich over de eerste aanvragen

Het project loopt van begin september 2014 tot en met eind juni 2015. In deze periode zullen er acht vrijwilligers als bruggenbouwer getraind worden en minstens 24 bruggenbouwtrajecten doorlopen worden. Er zal een effectieve samenwerking tussen bruggenbouwers en het sociaal wijkteam Nijmegen-Midden beschreven worden.

Maar, zover is het nog niet. We zijn pas net begonnen; op dit moment zijn de toekomstige bruggenbouwers bekend, de trainingsdagen gepland en buigt het pioniersteam zich over de eerste aanvragen van wijkbewoners. Begin december starten de eerste bruggenbouwtrajecten in Nijmegen. In het voorjaar 2015 hopen wij dan meer te kunnen vertellen over het verloop van de trajecten. Wat vertellen de mensen om wie het gaat over de steun van de bruggenbouwer waardoor zij contact met anderen hebben kunnen leggen? En wat vertellen bruggenbouwers en leden uit het sociaal wijkteam over de onderlinge samenwerking?

Elsbeth Kamphuis werkt als consulent bij het Expertisecentrum van MEE Gelderse Poort. Zij is onder andere projectleider van diverse projecten waarin vrijwilligers worden getraind in de kunst van het bruggenbouwen. Meer weten? Kijk op de website van de Wmowerkplaats Nijmegen.


Noten:
1. Het voorbeeld komt uit het project INO van MEE Gelderse Poort waar studenten van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen als bruggenbouwer worden ingezet.